Abscis Architecten
Een pioniersproject om meerdere redenen
Wie met de trein naar Brugge reist, heeft het maagdelijk witte gebouw dat zich naar de treinreizigers uitstrekt, ongetwijfeld al in zich opgenomen. Het voormalige glazen pand, dat samen met een kapel en een sportzaal volledig werd gesloopt, zal daarmee snel naar het geestelijk archief verhuizen. Dit bijzondere gebouw is de eerste campus van de Katholieke Universiteit Leuven in Brugge en dient als onderwijs- en onderzoeksgebouw voor de geassocieerde faculteiten Industriële Ingenieurswetenschappen en Bewegings-en Revalidatiewetenschappen van KU Leuven en hogeschool VIVES.
De site Ter Groene Poorte aan de spoorweg huisvest reeds andere scholen zoals het KTA van Brugge en Howest. Het aanwezige masterplan voorzag op deze site een publieke esplanade die er midden doorloopt. Op de plaats waar deze esplanade toegang zoekt tot de scholengemeenschap voor al wie het station verlaat, bevindt zich deze campus. Een prominentere rol als entree kan je dus niet vertolken. Bovendien is er nog de as voor zwakke weggebruikers langs de Kerkebeek die er passeert en verder de rivier volgt richting binnenstad. Dat het gebouw als herkenningspunt voor velen zou fungeren, mocht ook in het ontwerp terugkeren. Een nieuwe landmark voor de stad. Abscis Architecten, dat voor deze architectuurwedstrijd samenwerkte met ingenieursbureaus Provoost en Ingenium, kwam als laureaat uit de bus.
De compactheid van het terrein en het uit- gebreide programma zorgde ervoor dat een verticale stapeloefening zich opdrong. Met als uitgangspunt dat de labocluster zich best op het gelijkvloers bevond. Dit had als nadeel dat de leslokalen, en dus het grootste aantal leerlingen, zich boven bevonden waardoor de circulatie een belangrijk aandachtspunt werd. Het gebouw bestaat uit twee boven elkaar geplaatste, gesloten volumes, van elkaar gescheiden door een transparante tussenlaag, de ‘public’ layer’. Met het bovenste volume dat als een periscoop het station in zijn vizier houdt. Hier bevinden zich de meeste leerlingen en is er het meest activiteit. De sokkel is voorbehouden voor de laboratoria en administratieve ruimtes. De publieke functies, zoals een cafetaria met buitenterras en een auditorium, zijn ondergebracht in het glazen tussenvolume dat als ontmoetingsplaats fungeert. Gezien die eenvoudig en toch volledig afgesloten kan worden, kan de public layer na de lesuren opengesteld worden voor derden. Van hieruit heb je een zicht op het perron, maar evengoed omgekeerd. Ideaal dus als contact met de buitenwereld. Dit krijgt vormelijk nog meer expressie door de overkraging erboven richting station. Achteraan het gebouw is de ge- vel vlak, maar blijft dezelfde visuele opdeling bewaard.
De circulatie binnenin vormde een andere uitdaging. Gezien het grote verkeer dat naar de bovengelegen leslokalen moet en de aan- dacht die moet uitgaan naar vluchtwegen. Abscis Architecten loste dit vraagstuk op met een centrale trappenkern waarbij de ene trap onder de andere zit, maar die brandtechnisch volledig gescheiden zijn. Dit zorgde voor een wezenlijke plaatsbesparing in het gebouw. Daardoor kon de structuur van één centrale kern aangehouden worden en krijg je voor de rest een vrije indeling van het plan. Belangrijk omdat Abscis Architecten daarmee wil inspelen op het idee van herbruikbaarheid en moduleerbaarheid voor de toekomst. Een eventuele latere herbestemming van dit gebouw kan dus in de bestaande structuur. Zo kunnen lokalen uitgebreid, verkleind of samengevoegd worden en dat volledig los van de draagstructuur.
De vrije zones in het plan ontstaan door te variëren in de breedtes van de circulatie- ruimten. Deze kunnen ingevuld worden als ontmoetingsplaatsen, maar evenzeer als uitbreiding van de leslokalen. De circulatie in het gebouw wordt verder gestuurd door het gebruik van accentkleuren die zorgen voor de noodzakelijke herkenbaarheid: groen voor de publieke circulatie zoals bij de liften, oranje voor de leslokalen, blauw voor de administratie en grijs voor de technische ruimten. Om het gebouw de nodige expressie te geven, is in materialisatie gekozen voor strak architectonisch beton. De gevelpanelen in deze witte gepolijste beton werden voorzien van schuin geplaatste dagkanten. Dit versterkt niet alleen de expressie en de contrastwerking bij belichting en beschaduwing, het zorgt bovendien voor een optimale zonne-oriëntatie. De rechtstreekse zonnestralen worden daardoor immers voor een groot stuk tegen gehouden. Ook de schaduwvlakken die ontstaan zorgen deels voor een soort zonwering.
Door deze ingreep krijg je een levende gevel die voortdurend verandert naargelang de positie die men inneemt en de wisselen weersomstandigheden. Ter hoogte van de leslokalen is er wel overal automatisch gestuurde zonwering voorzien. Het afwerkingsniveau binnenin is verder even sober als buiten met veel zichtbeton en pvc vloeren. Omwille van de akoestiek zijn die laatste beter absorberend. Ook werden om dezelfde reden in verschillende lokalen akoestische panelen aan het plafond bevestigd. De omgevingsaanleg zat eveneens mee in het ontwerp. De vijfkantige pleintegels van de esplanade helpen de strakke vormgeving van het gebouw mee uittekenen. Net als de zitbanken die door hetzelfde materiaal te gebruiken perfect opgaan in het ontwerp. Maar ook het aandeel groenaanleg is hoog: de parking bestaat uit grasbetondallen en is waterdoorlatend. Hier en daar werd een parkeervak ingeruild voor het aanplanten van bomen of haagmassief. De fietsenstalling, goed voor 270 fietsen, heeft een extensief groendak en ook het dak van de public layer werd voorzien van een intensief groendak. Het regenwater, afkomstig van het dak van het hoogste volume, wordt gerecupereerd en gebruikt voor de spoeling van het sanitair.
Verder werden eveneens een aantal energiebesparende maatregelen genomen waaronder ventilatiesysteem D, LED-verlichting en variabele zonwering. Het is niet alleen een primeur omdat het de eerste campus van KUL in Brugge is, het is bovendien een pioniersproject in BIM-gebruik. Het model van building information modeling, een ontwerp- en uitvoeringstool, laat alle partijen in een project toe om de vinger aan de pols te houden en desgewenst bij te sturen omdat er in drie dimensies binnen hetzelfde virtuele model wordt gewerkt waarbij alle informatie op één punt gecentraliseerd is. Deze collectieve benadering van een bouwproject gebeurde hier vanaf het voorontwerp tot de oplevering, samen met alle studiebureaus en de aannemer. Een heel andere, maar efficiënte manier van werken die tot nog betere resultaten en budgetbewaking moet leiden. Een (r)evolutie binnen de bouwsector waar Abscis Architecten sterk in gelooft.
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Dennis De Smet
Abscis Architecten
Jean-Baptiste de Ghellincklaan 2 – 9051 Gent
t. 09 244 60 20
info@abscis.be – www.abscis-architecten.be