Assar Architects
NATO HQ
In mei 2017 huldigde Donald Trump het nieuwe NAVO-hoofdkwartier in op de Léopold III Laan in Brussel. Een opmerkelijke gebeurtenis, in meer dan één opzicht! Niet alleen vanwege de aanwezigheid van de Amerikaanse president in ons land, maar vooral door de verwezenlijking van één van de grootste werven van België de afgelopen jaren. We kunnen nu reeds het opmerkelijke silhouet waarnemen, samengesteld uit grote en alternerende vleugels. Het gebouw huist inderdaad achtentwintig verschillende delegaties van de Organisatie, maar ook het burger- en militaire personeel van de NAVO, op een oppervlakte van meer dan 250.000m2. De verschillende vereisten waren streng: het gebouw heeft als doel verschillende diplomaten te verwelkomen in een hedendaagse infrastructuur. Functioneel, flexibel en met een hoog veiligheidsniveau. Het is de vrucht van een 13 jaar lange samenwerking tussen het Belgische architectenbureau ASSAR ARCHITECTS en het Amerikaanse agentschap SOM.
Gesitueerd op de site van een oude militaire kazerne
Het gebouw werd symbolisch ingepland ten noordoosten van Brussel, in de nabijheid van het vliegveld, op de site van een oude militaire kazerne van het Belgische Ministerie van Defensie, juist tegenover de vroegere zetel van de NAVO. Dit laatste, daterend van 1967, was verouderd et was niet meer in staat te beantwoorden aan de huidige veiligheidseisen. De nieuwe administratieve zetel van de NAVO is een sterk beveiligd, imposant en hypermodern gebouw, volledig conform aan de huidige normen. De beslissing om een nieuw gebouw op te richten, dateert zelfs al van 1999, tijdens een Atlantische top. Het project werd aan ASSAR ARCHITECTS toegewezen na een internationale wedstrijd in 2003. Voor de gelegenheid werden de krachten gebundeld met het Amerikaanse agentschap SOM, zowel in de Verenigde Staten als in het Verenigd Koninkrijk gevestigd. Het Brusselse studiebureau was VK Engineering. In 2010 konden de bouwwerken van start gaan. Volgend op de sloop van de bestaande kazernes. Gezien op deze locatie het eerste vliegveld van Brussel gesitueerd was, was de site tijdens de Tweede Wereldoorlog ook het slachtoffer van verschillende bombardementen. Het is dan ook niet toevallig dat er tijdens de bouwwerkzaamheden verschillende niet ontplofte springtuigen werden aangetroffen. Bijgevolg moest de werf verscheidene keren ontruimd worden door een ontmijningsploeg.
Een handdruk
Een van de grote uitdagingen van het project was het programma te verzoenen met de beperkingen. Dat alles te verenigen in een architecturaal voorstel met menselijk en symbolisch karakter. Het ontwerp zelf symboliseert een handdruk. Het symbool van eenheid. Acht grote vleugels refereren aan acht in elkaar gehaakte vingers waarin alle kantoorruimten zijn ondergebracht. Op formeel gebied vertaalt dit zich in een relatief laag gebouw, rekening houdend met de gekromde daken die tot aan de grond neigen aan hun uiteindes. De agora, net zoals de Griekse agora, is de meest iconische ruimte en de ruggengraat van het concept en het project, met een breedte van 45m en een hoogte van 32m. “In het gebouw beschikt elke lidstaat over haar eigen territoriale zone, die strikt afgebakend is. Het is dus onmogelijk dat mensen van verschillende landen elkaar kruisen, behalve in de centrale hal.” Verduidelijkt Dhr. Chevalier, CEO van het bureau Assar Architects. Zij fungeert als ontmoetingsplaats en is het enige punt in het gebouw dat voor iedereen toegankelijk is. De agora is enerzijds opgevat om overleg aan te moedigen, anderzijds is zij een verplicht doorgangspunt. Haar bestaan en behandeling werden nauwkeurig bestudeerd ondanks haar grootte. De acht grote vleugels bevatten voornamelijk bureaus, en tellen elk zeven verdiepingen. Kleinere volumes vervolledigen het gebouw en voegen zich tussen de grote hoofdvleugels. Naast de bureaus, de belangrijkste functie van het gebouw, zijn er ook andere functies voorzien zoals een conferentiecentrum met plaats voor zo’n 3.000 gasten, verdeeld over een twintigtal zalen en een gemeenschappelijke ruimte voor infrastructuur. Dit laatste is tevens ook het perscentrum van de NAVO. Betreffende het exterieur speelt het gevelconcept eveneens een fundamentele rol. Zowel technisch, als esthetisch, beantwoordt het aan verschillende eisen zoals de veiligheid, de energie en uiteraard de esthetiek. De glazen gevels gebouw, dat natuurlijk sterk verstevigd is, rekening houdend met de veiligheidsnormen. De rechthoekige modules, in verschillende maten, werden zo gerangschikt dat er een ritme ontstaat en de zonweringen animeren op hun beurt ook de gevel. Zodoende wordt er eenheid gecreëerd in de volumetrie. Twee andere, afzonderlijke, gebouwen, uitgelijnd op de as, bevinden zich aan de achter- zijde en bieden onderdak aan de technische infrastructuur en het personeelscentrum, gewijd aan ontspanning.
Veiligheid
Dat de veiligheid van het gebouw primordiaal is voor de NAVO hoeft geen betoog. Toch moeten mensen niet vergeten dat het hier gaat om een diplomatieke zetel en niet om een militair hoofdkwartier,” verduidelijk Dhr. Chevalier. “Dit is geen overbeveiligde bunker met ondergrondse gangen en tunnels zoals bepaalde media het voorstelde.” Wel is het gebouw op verschillende vlakken beschermd, rechtstreek maar ook onrechtstreeks. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop de ruimtes opgevat zijn om de circulatie te sturen. In het gebouw zelf zijn er verschillende veiligheidszones die fysiek afgebakend zijn waardoor alleen de mensen die ze moeten bereiken ze ook kunnen bereiken. Daarnaast is de parking integraal bovengronds. Het gebouw is beschermd met meer dan duizend bewakingscamera’s. Bovendien speelt ook de positie van het gebouw mee in de veiligheid. Het NAVO-hoofdkwartier ligt niet meteen aan de straatzijde, maar geniet van een zekere afstand met het publieke domein.
Energiebesparingstechnieken
Het actieplan van het nieuwe NAVO-hoofd- kwartier steunt op het gebruik van hernieuw- bare bronnen en materialen. Dit plan wordt zowel toegepast op het gebied van energie, water, ruimte en materialen. Het doel is te kunnen beantwoorden aan de werkelijke vraag van de gebruikers. Deze vraag moet verwezenlijkt worden via de beste prestaties en een maximale vermindering van de energie- behoeftes. Veel aandacht ging uit naar energiebesparingstechnieken die de duurzaamheid en bekleden de structuur van het rendabiliteit van het gebouw op lange termijn waarborgen. Experimenteel zijn die niet, wel zijn ze beproefd en hebben ze hun nut al bewezen door hun hoge graad van techniciteit: zonnepanelen, geothermie, cogeneratie, verwarming en verkoeling van de bureaus thermische activatie van betonplaten. De gebruikte materialen werden eveneens gekozen in functie van hun ecologische impact. De buitenkant van het gebouw is gebaseerd op de prestatie van thermische isolatie en de luchtbestendigheid. Alle bureaus (140.000m2) worden verkoeld door de inertie van een vol- ledige betonplaat. Dit project is één van de grootsten in Europa die slab-cooling gebruikt. De productie van waterkoeling voor deze plaat wordt gedeeltelijk verzorgd door geothermische sondes. De thermische panelen worden gebruikt om het water van het zwembad en dat van de douches te verwarmen. De lagere temperatuur wordt verzorgd door de cogeneratiegroepen en de “water-water” warmtepompen. De agora wordt verkoeld dankzij natuurlijke ventilatie (night cooling). De luchtsystemen beschikken over warmterecuperatie systemen (dubbele platenwisselaar). Het luchtdebiet in bepaalde lokalen kan varieren in functie van de CO2 en COV-concentratie. De ventilatie van de ICT-lokalen wordt tot stand gebracht door “koude en warme gangen”. De verlichting wordt bestuurd door een sonde of aanwezigheidsdetector en de lichtintensiteit in de bureaus varieert afhankelijk van het daglicht.
Het regenwater wordt gerecupereerd. Daarnaast zijn de parkings uitgevoerd in beton- nen stenen die water laten doorsijpelen. Amper 19% van de site is niet drainerend. “Behalve die gebruikelijke oplossingen hebben we ook tijdens het bouwen zelf de ecologische voetafdruk proberen te beperken,” vertelt Chevalier. “Op de site stond oorspronkelijk een militaire kazerne met zo’n 80 gebouwen. Die werden allemaal gesloopt, waarbij de inerte elementen gerecupereerd werden om te gebruiken in de wegenis. Op die manier moesten we geen puin afvoeren, en evenmin nieuw materiaal aanvoeren. Achteraf is berekend dat we hiermee zo’n 15 000 vrachtwagens hebben uitgespaard” verduidelijk Dhr. Chevalier.
Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Assar Architects, SOM
Assar Architects
Terhulpensesteenweg 181/2 – 1170 Brussel
t. 02 676 71 00
architects@assar.com – www.assar.com