VIVA Architecture
Grijs is geen kleur
Hoog boven de inkom en kijkend over Brussel, recht tegenover de St.-Hubertusgalerij in het historische centrum van de stad, en wakend over het wel en wee van de studenten van de Odisee Hogeschool en de KU Leuven Campus Brussel, zijn de bronzen beelden van Athena en Hermes, respectievelijk godin van de wijsheid en god van de handel, de symbolen van het iconische gebouw dat architect Alfons Hoppenbrouwers (1930- 2001) in opdracht van de toenmalige EHSAL Hogeschool in twee fases bouwde. Door de onverwachte toename van studenten was het gebouw van fase 1 reeds te klein op het moment van ingebruikname in 1987 en kreeg dezelfde Vlaamse architect, kunstschilder en architectuurdocent opdracht de tweede fase te bouwen. Deze was klaar in 1993.
Sinds 2013 worden de academische opleidingen op deze Brusselse campus georganiseerd door de KU Leuven. Om aan de veranderende verwachtingen van de studenten te voldoen werd MCS Solutions, een bedrijf gespecialiseerd in facility management, gevraagd een grondige upgrade van de catering voor enkele gemeenschappelijke ruimtes en vergaderzalen uit te voeren. Zij wezen de opdracht voor het ontwerp en de coördinatie van de werken toe aan het Antwerps kantoor VIVA Architecture, in 2012 opgericht door architecte Sylvie Bruyninckx. Op de vraag wat architectuur voor haar betekent, antwoordt Sylvie onomwonden: ‘voor leuke mensen, met leuke mensen, leuke plekken creëren’. Een op eerste zicht eenvoudige maar bijzonder nobele missie. Toch schuilt er een uitdagende gelaagdheid in. Naargelang het gesprek vordert, wordt mijn eerste gevoel bevestigd: dit project is meer dan een uithangbord van deze missie geworden. De opdracht bestond erin het atrium met duplex, het studentencafé, de sandwichbar, de grote aula en enkele vergaderruimtes een facelift te geven. En hoewel de architect deze opdracht grondig uitvoerde, merk je aan de buitenzijde van het imposante gebouw quasi niets van de ingreep die zich als een verborgen parel nestelt in de ingewikkelde functionaliteit van de rest van het gebouw. Alle ruimtes werden tot op ruwbouwniveau ontmanteld en met het adagium van Ludwig Mies van der Rohe “less is more” in het achterhoofd, terug opgebouwd. Als extra esthetische leidraad doorheen de renovatie gold voor de ontwerpers van VIVA het devies it’s all about the ceiling; het plafond van elke te renoveren ruimte kreeg een andere steunkleur die de zwaarte en de donkerte van de bestaande toestand moest doen vergeten. Een jonge, frisse en dynamische look and feel was het streefdoel: het café kreeg de kleur blauw, de sandwicherie de kleur rose en het auditorium een combinatie van tinten groen en blauw mee. Het gebruik van één monotone kleur per ruimte houdt risico’s in: zo komt dat vaak als saai over. Een sublieme vondst van VIVA Architecture omzeilt dit gevaar door een verlaagd plafond in strekmetaal te plaatsen waardoor afhankelijk van de zichtrichting en –hoek de kleur genuanceerd en diffuus ervaren wordt. Tegelijkertijd is het een perfecte ingreep om de technieken te verbergen en de verlichting en ventilatie in te werken.
Hetzelfde principe werd op een totaal andere manier toegepast in de grote aula. Om een akoestische correctie door te voeren werden tientallen ronde geluidsabsorberende plafondelementen volgens een driedimensionaal schema aan het groen geschilderde plafond gehangen. Je voelt aanwezigheid van de kleur overal maar ze is nooit dominant of overheersend. Het proces van digitalisering heeft de manier van studeren en het studentenleven en daardoor ook de eisen die studenten en docenten stellen aan universiteits-en hogeschoolinfrastructuur ingrijpend veranderd. Meer dan ooit vervagen de grenzen tussen alle ‘schoolse’ activiteiten en vloeien de ‘schooltijd’ en de ‘naschoolse tijd’ bijna geruisloos in elkaar over. De gemeenschappelijke ruimtes zijn meer dan enkel cafetaria of studieruimte en het verblijf op de campus buiten de reguliere lesmomenten wordt veel flexibeler ingevuld. Jonge mensen zijn sowieso in alles wat ze on- dernemen op zoek naar iets herkenbaars. De ontwerper vertaalde dit alles door met een uitgekiend materiaalgebruik heel subtiel een bepaalde vorm van huiselijkheid te creëren. Warme materialen zoals hout en bamboe en het in het ontwerp integreren van verschillende ‘soorten van zitten’ downsizen de schaal van groot naar klein, veranderen de sfeer van afstandelijk en zakelijk naar knus en huiselijk. Ook de keuze van de verlichtingsarmaturen onderstreept de ontwerpfilosofie. Voor het atrium schreef de architect grote bolvormige hanglampen in bamboe voor in de kleuren wit en rose, refererend naar het plafond in de sandwichbar die een annex vormt van het atrium. Voor de verlichting van de duplex boven de sandwichbar werden residentiële armaturen gebruikt: roze en groene pendellampen gecombineerd met een designarmatuur uit het gamma van Artemide: de Tolomeo. In het café wordt dan weer lijn-, wand- en plafondverlichting afgewisseld, dit echter met een meer industriële look.
Boven de toegang tot de sandwichbar hangt in witte neon de boodschap Rise and shine, een op eerste zicht in deze context verrassend element. Opnieuw echter worden het materiaal, de functie en de betekenis van verschillende werelden en referentiekaders door elkaar gebruikt om de ontwerpfilosofie te onderstrepen: een leuke en originele vondst om de multifunctionaliteit van de ruimte te benadrukken. Nog een leuk detail om te vermelden, is dat de bestaande tafels gerecupereerd en sommigen voorzien werden van nieuwe tafelbladen. Om het café na sluitingstijd autonoom van de campus te laten functioneren, werd een extra sanitair blok ondergebracht in de voormalige keuken. Hier is één kleur legio: keramische metrotegels, binnenschrijnwerk, plafond, muren… alles is zwart.
Hoewel de renovatie van twee vergaderzalen met dezelfde materialen werd gerealiseerd, hebben ze toch elk hun eigen identiteit volgens gebruik. De vergaderzaal op de zesde verdieping bezit een statige grandeur, mede door het grote ronde raam, de andere ruimte die ook door de studenten gebruikt wordt, is intiemer van sfeer. Ondanks de jonge leeftijd van het architecten- bureau hanteert het zevenkoppig team een homogene ontwerptaal die best matuur te noemen is. Al hun projecten – of het nu om een verbouwing, een nieuwbouw, een stedenbouwkundig ontwerp, een interieur- project gaat – hebben een zelfde uitstraling. Je kan het ook met een kleine nuance zeg- gen: de projecten stralen iets uit. Door een wezenlijke intrinsieke esthetische rust stralen ze lichtheid uit. Een evident evenwicht. Of om het met een andere boutade van Mies van der Rohe te zeggen: God is in the detail.
Grijs is geen kleur, zei Sylvie Bruyninckx toen ik haar vroeg naar haar ontwerpmotto, daarmee bedoelend dat je als ontwerper de dingen beter kan benoemen en ernaar moet streven om bij elke ontwerpdaad kleur te bekennen en niets aan het toeval over te laten. Grijs is subtractief. Uit de basis, wit, worden alle primaire kleuren weggelaten. Wat overblijft is grijs. Het tegengestelde is additief. Bij het wit worden kleuren toegevoegd tot de gewenste tint. Misschien kan je de architectuur van VIVA architecture het best om- schrijven als: subtractief door het weghalen van alle over tolligheid zodat de essentie overblijft om dan additief te worden door subtiliteit toe te voegen tot het geheel straalt van ingetogen kracht.
Daarom aanvaardt het kantoor veel interieuropdrachten. Om voeling te houden met die laag van het ontwerpen, om voeling te houden met het referentiekader waar de gebruiker van het gebouw later het meest mee geconfronteerd wordt, namelijk het interieur. De interieurrenovatie van de Odisee Hogeschool mag best een voorbeeld genoemd worden van deze filosofie met dat verschil dat alles moest passen in het strakke keurslijf van de rest van het gebouw en zijn functies. Voeg daarbij nog een bijzonder strakke planning – uitvoeringstermijn was 10 weken – en je kan spreken van een huzarenstuk. Het resultaat is een oase van die esthetische rust in een gebouw dat best als eclectisch bestempeld kan worden.
Tekst: Johan Geerts
Foto’s: Studio PSG
IVA Architecture
Carnotstraat 39 – 2060 Antwerpen
t. 03 689 38 83
studio@viva-architecture.com – www.viva-architecture.com