XDGA (Xaveer De Geyter Architects)

XDGA (Xaveer De Geyter Architects)

Een oude dag op het Kiel

In de schaduw van het Olympisch stadion van Beerschot-Wilrijk rees er afgelopen jaar een splinternieuw woonzorgcentrum uit de grond. Hollebeek is de naam, een boemerang is haar vorm. We spraken af met Willem Van Besien, architect bij het Brusselse XDGA (Xaveer De Geyter Architects) om ons door het nieuwe project te loodsen. Willem studeerde in 2007 af als Burgelijk Ingenieur-Architect aan de Ugent. Hij begon in 2011 bij XDGA. En toen was het project al lopende in voorontwerp. XDGA had het project binnengehaald in een wedstrijd van de bouwheer GasthuisZusters Antwerpen (GZA). In deze wedstrijd werd geen uitgewerkt ontwerp gevraagd, maar wel een uitgebreide visie op hoe een woonzorgcentrum ontworpen zou moeten worden.

Voor XDGA was dit nieuw. Ze hadden nog nooit een woonzorgcentrum ontworpen. Maar zo werken ze graag: altijd iets anders doen, en op zoek gaan naar complexiteit in architectuur om vervolgens via experiment, testen en discussie tot een resultaat te komen. XDGA wou een huiselijke sfeer centraal stellen in het woonzorgcentrum. Niet zomaar een verzorgingsmachine dus, ook niet een kleinschalig project, maar een gezellig én functioneel gebouw waarin de bewoners zich echt thuis zouden voelen.

 

Tuin van een oud klooster

De site op zich was ook bijzonder: een groot groen binnengebied in een zeer dens bebouwde wijk. De site fungeerde vroeger als tuin van een oud klooster, dat later vervangen is door een rusthuis voor de Zusterkens der Armen. Zij verkochten een deel van het ter- rein aan GZA, op voorwaarde dat er een woonzorgcentrum zou gebouwd worden. Een belangrijke opgave was gebruik te ma- ken van de mogelijkheden van het groengebied, maar het gebouw ook in te passen in de dichtbevolkte wijk. Een uitgebreide experimentele fase met stad, bouwheer en ingenieurs maakte deel uit van het proces. Een van de eerste ontwerpen, een gebouw van 9 verdiepingen, haalde de schifting alvast niet. Daarnaast waren er een aantal praktische vragen die de vorm van het gebouw bepaald hebben: hoeveel leefgroepen zijn er, op welke manier werkt de verpleging, hoeveel verpleegkundigen per groep, de loopafstanden voor de verpleegkundigen, enzovoort. Ook de bouwheer zelf was ambitieus en experimenteerde mee, en heeft op een bepaald moment zelfs een mock-up van een kamer op reële schaal gemaakt om het personeel de kans te geven hun mening te geven.Het eindresultaat mag dan ook best wel gezien worden. Hoe XDGA de 120 kamers heeft ingeplant zonder een groot stuk groengebied af te snijden? Via een gebouw in een boemerangvorm. Door het gebouw licht dicht te plooien werd het compacter, vormde het geen scherm in het gebied maar een losstaande entiteit.

 

Universaliteit

Er werd naar gestreefd om elke beslissing zo universeel mogelijk te maken om tot een geïntegreerd ontwerp te komen. Hiervoor werd samengewerkt met de ingenieurs van Boydens en de stabiliteitsingenieurs van BEC. Stabiliteit, techniek en ontwerp moeten immers samen vooropgesteld worden en gezamenlijk een antwoord bieden op ver- schillende problemen. Een voorbeeld? Het project werd voor een stuk gesubsidieerd door VIPA, die strenge eisen naar duurzaamheid opleggen. XDGA koos hiervoor voor het systeem van boorgat energie opslag (BEO-veld). In de zomer wordt er warmte opgeslagen tot 150m diep onder het gebouw, in de winter wordt de koude opgeslagen. Maar dat bracht nog andere uitdagingen met zich mee: de warmte (of koude in de zomer) moest ook verspreid kunnen worden door het gebouw. Daarom werd gekozen voor betonkernactivatie, een circuit van vloeistofleidingen in de betonstructuur van het gebouw. En dat werkt alleen goed als de beton niet bekleed is. In het woonzorgcentrum zijn dus alle plafonds in zichtbeton gemaakt. Wifiantennes, verlichting, rookdetectors, noodverlichting en nutsleidingen moesten dus al in de beton verwerkt worden. XDGA moest dus, samen met de aannemer en ingenieurs, al in het begin van het bouwproces perfect weten hoe het gebouw zou afgewerkt worden. Aan de andere kant zorgt de open betonstructuur voor een ontwerp in zeer open ruimtes. Een belangrijke meerwaarde waar XDGA naar streefde. Het zichtbare en doorlopen- de plafond versterkt het open ruimtegevoel. Techniek, stabiliteit en esthetiek komen hier dus perfect samen.

 

Groot open geheel met vaste volumes

Qua vormgeving binnenin wou XDGA een gangstructuur zoveel mogelijk vermijden. En dat is hun ook gelukt: de kamers bevinden zich aan een kant, en aan de andere kant bevinden zich meteen de leefruimtes. Bewoners stappen dus rechtstreeks uit hun kamer tussen de mensen in. De leefruimtes geven met grote raampartijen zonder profielen ook uit op het groene park, belangrijk voor mensen die weinig buitenkomen. Door de gebogen vorm van het gebouw kunnen ze ook perfect de andere leefgroepen in de gaten houden en naar mekaar kijken, om een geisoleerd gevoel te vermijden. Een specifieke coating van het glas met een lage g-waarde en een hoge LTA-waarde, zorgt er samen met het BEO-veld systeem voor dat het gebouw niet te hard opwarmt door de zon. De ruimtes die afgesloten moeten zijn (voor bijvoorbeeld het verplegend personeel) zijn per leefgroep gegroepeerd in compacte volumes en geschikt in de open ruimte van het gebouw. De ruimte lees je dus niet als afzonderlijke kamers, maar als een groot geheel met een paar vaste volumes voor verpleging en ontspanning (tv-ruimte, eet- ruimte). Deze visie heeft zich ook vertaald in de materialisatie van het interieur. Een naadloze gietvloer zorgt samen met het plafondbeton voor een eengemaakt gevoel. Maar elk gesloten volume heeft ook een aparte materialisatie meegekregen om het contrast te kunnen lezen als verschillende objecten in één ruimte. Tekeningen op tegels tegen de muur van kunstenaar Benoît van Innis bijvoorbeeld in het kookgedeelte, of mozaïektegeltjes voor het sanitair en met kunstleder gecapitoleerde wanden in de zit- hoek. Dankzij die materialen wordt enerzijds contrast, maar anderzijds ook een huiselijke sfeer gecreëerd. Het zijn immers allemaal materialen die associaties aan thuis oproepen voor de bewoners. Naast beton, glas en deze afwerkingsmaterialen werden er ook nog wanden uitgevoerd in blank staal, gipskarton en multiplex. Op het gelijkvloers is een plafond van staal gebruikt. Op dat gelijkvloers vinden we een inkomhal, een onthaal en de kantoren van personeel, de manager en hoofdverpleegkundigen. Er is ook een kapper, een grote centrale keuken, een kine en een ergoruimte aanwezig. Het personeel heeft ook een lokaal met kleedruimte en douches. Alles in glazen wanden en met de bewoners in het achterhoofd ingedeeld. Als ze naar de kapper moeten, passeren ze bijvoorbeeld langs het kantoor van de manager. Een dagverzorgingscentrum en cafetaria tenslotte vormt de brug tussen de buurt en het woonzorgcentrum. Ondergronds is er een parkeergarage die het woonzorgcentrum verbindt met de serviceflats.

 

Serviceflats tegenover het woonzorgcentrum

Deze serviceflats maken onderdeel uit van het totale project, maar werden pas in een latere fase opgenomen. De boemerangvorm is gelijkaardig, maar hier fungeert hij meer als sluiting van een reeds bestaande bouwblok. De appartementen hebben allemaal een gelijkaardige rationele vorm aan elkaar geschakeld. De trappen en liften bevinden zich aan de binnenkant, buiten het gebouw. De flats worden bereikt via gaanderijen, wat de bewoners het gevoel van een echte woning met voordeur geeft. En het park met het woonzorgcentrum is zo ook zeer gemakkelijk bereikbaar. De gevels zijn wel sterk verschillend. Voor de serviceflats werd veel meer steenachtige materialen gebruikt. Aan de kant van het woonzorgcentrum, werd het gebouw in prefabbeton opgetrokken. Enerzijds om te contrasteren met het woonzorgcentrum, anderzijds om meer aan te sluiten met de bestaande bouwblok. In de serviceflats zelf werd een iets klassiekere materiaalkeuze gehanteerd. Het plan met slechts een vaste kern werd bewaard: toilet, badkamer en keuken bevinden zich in één blok in het midden van het appartement. Al de rest is open, en kan naar voorkeur ingedeeld worden met schuifwanden in polycarbonaat. Qua materialen is het interieur klassieker, met witgepleisterde en –geschilderde muren en een gietvloer. Samen vormen deze twee gebouwen een prachtig nieuw geheel in de dichtbebouwde wijk het Kiel zonder te hard op te vallen in de buurt of veel groen van de buurt te ontnemen. En zo had de bouwheer het ook gewild. A job well done, XDGA!

XDGA, Xaveer De Geyter, Peter Vande Maele en Willem Van Besien met Doug Allard, David Ampe, Karel Bruyland, Hanne Defloor, Cristian Panaité

 

Tekst: Pieter Jan Gheysen
Foto’s: Frans Parthesius & Matthias Van Rossen

 

XDGA
Handelskaai 48 – 1000 Brussel
t. 02 218 88 86
info@xdga.be – www.xdga.be