Assar Architects
Delta-ziekenhuis
Bij het ingaan van 2018 opende voor het eerst in veertig jaar een gloednieuw hospitaal in de Brusselse regio. Op de voormalige spoorwegsite in Oudergem verenigt het Delta-ziekenhuis de kernactiviteiten van de vaste waarden Edith Cavell en Park Leopold, die op hun beurt werden gereorganiseerd tot polyklinieken. Beide oudgedienden, die deel uitmaken van privégroep Chirec, waren al jaren toe aan een grondige renovatie en uitbreiding. In 2006 viel uiteindelijk de beslissing om de twee ziekenhuizen samen te voegen op een nieuwe locatie. Plaats van bestemming werd de Delta-site, waar zo’n dikke tien jaar later het gelijknamige ziekenhuis uit de grond zou rijzen. Delta is een op het oog eenvoudig gebouw geworden met een strakke en sierlijke vormentaal die evenwel nooit hooghartig wordt. Al van bij de eerste aanblik brengt het ontwerp van Assar Architects de kernboodschap van Chirec naar voren: Delta is een plaats waar iedereen de zorg en geborgenheid kan vinden die hij of zij nodig heeft. De buitenste schil is daar de eerste veruiterlijking van, binnen opent zich een wereld waarin zowat elk detail tot in het uiterste is doorgevoerd om de relatie tussen patiënt en zorgverlener te optimaliseren.
Parallel ontwerp- en bouwproces
Sinds de officiële opening van het ziekenhuis stromen de positieve reacties binnen. Patiënten, bezoekers en personeel zijn vol lof over de met licht overladen ruimtes, over de logische en transparante structuur. Die lofzang is weinig verwonderlijk, gezien de bijzonder conceptuele manier waarop het ziekenhuis tot stand kwam. Delta is het product van een onophoudelijk ontwerpproces dat gedurende de effectieve uitvoering ervan voortdurend werd geactualiseerd. Zelfs nu, bij de ingebruikname, laat het ontwerp ruimte voor wijzigingen en nieuwe invullingen, zowel wat de inrichting betreft als de technologie. “Delta is in de eerste plaats het resultaat van verschillende vergelijkende studies en analyses van andere ziekenhuizen”, vertelt Willy Azou van Assar Architects. “De resultaten daarvan zijn we gaandeweg gaan implementeren in het ontwerp. Soms pas op het moment dat de ruwbouw al bezig was. Je moet weten dat de initiële eisen van Chirec algemeen én ambitieus waren. Op het vlak van constructie en techniek moest het gebouw in hoge mate flexibel zijn, hoofdzakelijk met het oog op toekomstige evoluties. Daarnaast wilde de directie een heel humane omgeving creëren waarin elke mens zich gewaardeerd en beschermd voelt: patiënt, personeel én bezoeker. Uiteindelijk is het conceptualiseren van het ziekenhuis een soort van interactief proces geworden, waarbij ontwerpen en bouwen parallel met elkaar liepen. Architectuur, programma en technisch ontwerp werden constant gesynchroniseerd. Die aanpak heeft geloond. Net door buiten het klassieke patroon te werken, zijn de strategie van de ziekenhuisorganisatie en het architectonische concept almaar dichter bij elkaar gekomen. Je krijgt namelijk meer tijd voor reflectie, kan beslissingen nemen op het meest geschikte moment en kan de meest geavanceerde technologieën installeren. Bovendien bood die methodologie niet alleen een up-to-date antwoord op de programmatorische eisen, ze bezorgde ons ook een aanzienlijke tijdwinst. De eerste steen werd gelegd in maart 2014. Alles was afgerond eind 2017. Voor een dergelijk project is dat een klein huzarenstuk. Maar het moet ook gezegd dat zoiets alleen maar mogelijk is dankzij de grote vertrouwensrelatie die er was tussen alle betrokken partijen. Een methodiek als deze is alleen maar succesvol als alle neuzen in dezelfde richting wijzen.”
Patiënt als uitgangspunt
Hoe bevorder je de algehele zorgkwaliteit ten aanzien van je patiënten? En hoe elimineer je alle mogelijke obstakels waar zorgverleners mee te maken hebben, zodat je de zorgprocessen kan stroomlijnen en efficiënter maken? In essentie waren dat de vragen waar Assar Architects binnen het functionele luik mee aan de slag moest. Niet alleen het welzijn van de patiënt stond centraal, ook dat van het personeel en de bezoekers. “Kort gesteld kan je zeggen dat elke stakeholder zich zo goed mogelijk thuis moest voelen in het gebouw”, verduidelijkt Willy Azou. “Dat betekent dat je alle ruimtes en functies op een heel heldere, logische manier moet organiseren ten opzichte van elkaar. We wilden vooral een heel leesbaar en comfortabel gebouw ontwerpen dat gestructureerd is om ook op de lange termijn een maximale flexibiliteit te garanderen. Het idee was om het 100.000 m² grote complex toch als een heel compacte entiteit te zien. De afstand van alle looproutes wilden we tot een minimum beperken, zowel verticaal als horizontaal, zowel voor de patiënten, de bezoekers als het personeel. Dat houdt bijvoorbeeld in dat het ziekenhuis al zijn activiteiten kan organiseren in coherente medisch-verpleegkundige clusters. De indeling van de ruimtes is op maat gesneden van de patiënt, in functie van zijn of haar noden en heeft als doel elke verplaatsing te beperken of te vergemakkelijken. Daarnaast is het personenverkeer zo georganiseerd dat bezoekers en patiënten elk andere routes gebruiken, hoofdzakelijk om de privacy van die laatsten te waarborgen. Als patiënt wil je niet altijd gezien worden in ziekenhuisplunje, als bezoeker is het niet altijd aangenaam om de hele tijd te worden geconfronteerd met soms zwaar zieke mensen.”
Tripartite in acht lagen
Het Delta-ziekenhuis beschikt over 544 bedden en 28 volledig gedigitaliseerde operatiezalen. Het bestaat uit acht bouwlagen, waarvan twee ondergronds. Op de begane grond bevindt zich een cilindervormige sokkel met in hoofdzaak de onthaal- en consultatieruimten, daarboven het centrale blok met ruimte voor maximum 24 verpleegeenheden, verdeeld over 3 verdiepingen, en tot slot het dakvolume met de technische installaties. “Je kan het gebouw definiëren als een tripartite, waarbij verschillende vormen boven elkaar zijn geplaatst om het geheel van buitenaf een veel lichtere indruk te geven”, aldus Willy Azou. “Het resultaat is een rationele vormconstructie, samengesteld uit de cirkelvormige lagere niveaus en bekroond door een gebouw in de vorm van een dubbele H of tweevoudig kruis.”
De medisch-technische en logistieke verdiepingen bevinden zich samen met de parkings onder het niveau van de straat. Een niveau hoger situeren zich het onthaal, de administratieve ruimtes, een kinderdagverblijf, winkels, een eetgelegenheid en de dienst dialyse. Op de eerste verdieping zijn er vervolgens een honderdvijftigtal consultatieruimtes met wachtzalen en een twintigtal technische of verzorgingslokalen gelokaliseerd. De hospitalisatieafdelingen bevinden zich op de tweede, derde en vierde verdieping. Al die ruimtes zijn geconcentreerd rond een grote, uitnodigende trappenhal die het licht rijkelijk naar binnen zuigt. “Het hele project ontvouwt zich rond een onzichtbare as in een centraal atrium dat het gebouw helpt te structureren. Het atrium convergeert namelijk alle ruimtes en vergroot op die manier de leesbaarheid van het gebouw.”
Motor van stedelijke ontwikkeling
Een belangrijk gegeven was de integratie van het ziekenhuis in de stad. Het nieuwe gebouw moest ook toekomstige ontwikkelingen stimuleren en een reeks openbare ruimtes in de onmiddellijke buurt faciliteren. Inmiddels is de omgeving in volle verandering met o.a. de realisatie van de Campus de la Plaine en van het RER (Regional Express Network). “Je kan het ziekenhuis zien als een ankerplaats voor de verdere ontwikkeling van het volledige gebied en zijn bredere omgeving”, legt Willy Azou uit. “Het wil een drijvende motor zijn voor de uitbouw van een polyvalente infrastructuur in dit deel van Brussel. Vanuit dat oogpunt was de keuze voor de Delta-site logisch. Het verlaten en onbenutte terrein dat vroeger gebruikt werd door de Belgische spoorwegen, bood zich aan als een strategische locatie met ruimte voor andere infrastructuur. Voor de volledige site werd een inrichtingsplan uitgewerkt met infrastructuur die aansluit bij de activiteiten van het ziekenhuis. De mogelijkheid voor patiënten en hun familie om dicht in te buurt te verblijven, biedt een belangrijk voordeel, vooral in de huidige context van kortere opnames. Behalve voor het ziekenhuis werden plannen gemaakt voor woningbouw, studentenkamers, een hotel, een begeleidingshuis voor kankerpatiënten, een woonzorgcentrum en winkels. Verschillende van die ideeën worden nu gerealiseerd en zullen in de nabije toekomst verder vorm krijgen.”
Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Assar Architects