DMOA
KRUUL
Op de ring rond Leuven, vlakbij het Ruelenspark, treffen we een bijzonder gebouw tussen de rijhuizen. PLAN Magazine bezoekt het kantoor en evenementlocatie KRUUL en spreekt met architect Benjamin Denef.
Restperceel
“Alles begon met een restperceeltje dat niemand wilde”, zet architect Benjamin Denef in, “drie jaar lang stond het te koop.” De architect zag echter potentieel in dit vergeten stukje: “zeker door de voorgevel, die had een mooie straatbreedte van zo’n 8,5m. Er waren zeker moeilijkheden verbonden aan dit perceel, maar toch wilde ik tonen dat zo’n restperceeltje je niet mag tegenhouden.”
Ontwerp
Met het verkrot huisje op het perceel konden de architecten niet veel meer doen, en ook de scheiding tussen het perceel en het pad maakte het niet evident: langs die kant mochten namelijk geen ramen geplaatst worden. “We hebben toen een stuk van 1,90m bijgekocht maar niet bebouwd, zodat er insprong genoeg was om toch ramen te maken. Met dit startperceel gingen we aan de slag.” “Het plan was om het perceel maximaal te bebouwen, maar met een glooiende en meer toegankelijke vormentaal die beter paste in onze stijl. Wat we wel behielden was het ‘canyon’ effect naast het padje dat naar het park gaat, en die beleving van het pad richting het park hebben we zelfs geoptimaliseerd.” Rond het gehele gebouw werd een soort van schil getrokken. Omdat het perceel zo klein is werd deze heel dun gehouden: slechts 10 cm dik. Hierdoor kon de isolatie maximaal zijn om een zo goed als energieneutraal gebouw te bereiken.
De architecten bouwden in de Molenbeekvallei, wat impliceerde dat de grond van slechte kwaliteit was. Om dit op te lossen bouwden ze op een paalfundering, en om helemaal van een nood een deugd te maken werden alle palen voorzien van geothermische lussen, energiepalen genoemd. “In totaal hebben we vijf bouwlagen: op het kelderverdiep zitten de studio, waardoor we voor bewoning aan het park zorgden, en de technische ruimtes. Op het gelijkvloers bevinden zich de vergaderzaal en de keuken, daar vinden ook de meeste events plaats. Op het eerste en tweede verdiep tref je de landschapskantoren en het bovenste verdiep is teruggetrokken met een balkon rond. Doordat we halfopen gebouwd hebben ipv gesloten in de rij, krijg je boven een 180 graden panoramisch uitzicht over de stad.” Vanaf de ontwerpfase was het de intentie van de architecten om meer dan louter kantoren onder te brengen in het nieuwe gebouw. KRUUL kan verhuurd worden voor events. In geval het door vzw’s wordt gehuurd, gaat de opbrengst naar Maggie Program vzw, de non profit organisatie van DMOA waarmee ze humanitaire projecten uitrollen. “We hebben het gebouw geoptimaliseerd naar gebruik toe zodat het liefst niet te veel leeg staat en we hier een echte kruisbestuiving krijgen”, vult de architect aan.
Materialisatie
Van kruisbestuiving gesproken: alles aan KRUUL is een kruisbestuiving tussen eeuwenoude ambacht en hypermoderne technieken. Zo werden de muren opgetrokken volgens het “rammed earth” principe, een oude bouwtechniek waar je een muur creëert door het aanstampen van aardlagen. “We leven natuurlijk in een complex klimaat en onze muurtjes zijn maar 10 cm dik en 15meter hoog, dus louter met aarde zouden we in de problemen gekomen zijn, daarom voegden we cement bij de formule om zo de muren sterker te maken. Op deze manier krijg je ‘rammed concrete”. Het mengsel dat gebruikt werd voor deze techniek werd samengesteld door de architecten zelf: “wij wilden het zo natuurlijk mogelijk houden en ook zorgen dat het natuurlijk verouderde.” De architecten gingen dus op zoek naar gekleurd zand in plaats van het vaker gebruikte pigment voor rammed concrete. Toevallig vonden ze precies wat ze zochten bij een naburige groeve: een chocoladekleurig zand dat doorgaans niet gebruikt werd voor esthetische doeleinden. Dat is wat het beton van KRUUL haar bijzondere kleur heeft gegeven. Het rammed concrete mengsel bestaat dus uit chocoladezand, dolomiet, kiezel en rijnzand, aangebracht in 144 laagjes van 10 cm hoog. De broers Roger en Ludo Geuns, echte ambachtslui, klopten laag per laag aan terwijl de architecten zelf de emmers ronddroegen. Een echt huzarenstukje dat langzaam maar zeker vorm gaf aan dit bijzonder project: “per dag deden we één grote laag in de bekisting bestaande uit vier kleinere laagjes, daar zijn we drie maanden zoet mee geweest”, herinnert Benjamin Denef zich. Maar het resultaat is meer dan geslaagd: een muur waar je de noeste arbeid in verwerkt ziet en die overgaat van grijs naar goudkleurig of zelfs rood volgens het licht en de weersomstandigheden.
“Door de afgeronde vorm van het gebouw, de natuurlijke patines, het gebruik van gestampte aarde en de aardse kleuren hebben we een gebouw ontworpen dat refereert naar de natuur en het achterliggende park. Dat hebben we ook doorgetrokken in de ramen, die allemaal in hout zijn.” Voor de ramen kozen de architecten niet zomaar hout, maar een ecologische en inheemse soort: zij gingen namelijk voor kastanje. Hierdoor krijgen zij een negatief CO2 verhaal: de ramen kunnen makkelijk 30 jaar staan voor ze vervangen moeten worden en dus CO2 opslaan, terwijl de bomen al na 20 jaar gekapt kunnen worden. De kastanjelaren zijn beschermd met natuurlijke lijnzaadolie. Binnen valt op het gelijkvloers de vloer, samengesteld uit handgevormde terra cotta tegels uit één van de laatste ringovens uit België op. Deze tegels met een warme, diepe kleur geven verschillende schakeringen door de grillige vormen en verlenen de ruimte warmte. Ook op de andere verdiepen treffen we die aardetonen in de Spaanse claustrabaksteentjes die de architecten zelf tegen de muur plaatsten. Dat de architecten houden van ambacht en maatwerk is intussen wel duidelijk: zelfs de tafels van KRUUL zijn zelfgemaakt. “Ze zijn niet perfect recht, maar dat past ook binnen het gebouw. De frames hebben we zelf ontworpen en zijn multifunctioneel: rechtopstaand krijg je een cocktailtafeltje, leg je het plat krijg je een laag sushitafeltje. Ideaal voor een locatie waar events gehouden worden! We gebruikten simpele stalen, volle kokers die we aan elkaar lieten lassen en zo mooi passen bij de trapleuning.” Zelfs de trap is op en top maatwerk: de leuningen zijn ter plaatse gelast door een smid, en de trappen zelf zijn uit gegoten beton, opgeschuurd met een schijf tot de stenen blootkwamen. Zo krijg je een terrazzo-effect, zonder een grote meerkost. Nog een leuk en vernieuwend accent is de stoeptuin van KRUUL. In Leuven was nog geen reglementering voor stoeptuinen tenzij het weglaten van 1 enkele stoepdal. Maar gelukkig was de stoep breed genoeg en mochten zij veel ingrijpender te werk gaan, zodat zij meer groen rond het gebouw konden krijgen. Dankzij de tuinaanleggers prijkt rond KRUUL nu een stoeptuin met maar liefst 30 bloemsoorten die het hele jaar door bloeien. Nog een knipoog naar het park en de natuur.
Techniek en duurzaamheid
Zoals eerder vermeld, hebben de architecten ervoor gekozen om de paalfundering te intuberen met geothermische leidingen. Aangezien de palen slechts 12 meter lang zijn, spreken we hier van ondiepe geothermie. “Als je palen genoeg hebt, kan je echter genoeg vermogen halen om je gebouw te laten werken”, weet de architect. “Wij hadden er zeker genoeg, maar ze staan dichter bij elkaar dan aangeraden. Het was dus een beetje een experiment.” Een experiment dat met vlag en wimpel slaagde: dankzij de betonkernactivering in elke betonlaag, zelfs in het dak, en de bijkomende energie van de zonnepanelen voor elektriciteit is het gebouw nagenoeg zelfvoorzienend. En meten is weten, luidt het bij de architecten: dankzij een nauwgezette monitoring van de CO2 binnen het gebouw, de temperatuur en de installaties onder het gebouw kunnen zij niet alleen met een vraaggestuurd systeem werken voor ventilatie en verwarming, maar ook een expliciete case opbouwen voor de gebruikte technieken. “Dat is eigenlijk de essentie van ons bureau: oude ambachten koppelen aan heel moderne technieken en zo tot innovaties komen”, sluit Benjamin Denef af.
Tekst: Kim Schoukens
Foto’s: Nick Cannaerts