POLO Architects
Domein Polderwind
Het mocht er niet echt uitzien als een zorghotel. Alleszins niet voor zij die zelf geen zorg nodig hebben. Voor ouders, partners, familie, vrienden. Alle voorzieningen zouden aanwezig zijn, maar alleen de zorgbehoevenden zelf zouden dat mogen ervaren. Met dat achterliggende idee won POLO Architects in 2012 de wedstrijd van het Rode Kruis-Vlaanderen voor de bouw van een viersterrenhotel met aangepaste zorgfaciliteiten. Mensen die door ziekte, ouderdom, een lichamelijke of geestelijke beperking of sociale omstandigheden moeilijk met vakantie kunnen gaan, zouden er terecht kunnen voor een weekje welverdiende rust, al dan niet samen met hun mantelzorgers. Bestemming was het Domein Polderwind in Zuienkerke, dat het Rode Kruis net had overgenomen van Toerisme Vlaanderen. Het voormalige vakantiedomein was rond de eeuwwisseling gesloten voor het publiek en sindsdien zwaar verloederd. In plaats van zijn jaarlijkse groepsvakanties naar het buitenland zou het Rode Kruis zijn reizen daar inplannen, dichter bij huis, middenin de natuur, in een omgeving die alle rijkdom biedt om tegemoet te komen aan de specifieke behoeftes van mensen met een beperking.
Landschap als referentiepunt, Tulou als metafoor
Het hotel ontvouwt zich als een circulair volume van twee lagen, dat een centrale binnentuin of patio omarmt. Die organische vorm lag vrij snel vast, in de eerste plaats door de specifieke bestemming van het gebouw. Het 24 hectaren grote Domein Polderwind ligt in de West-Vlaamse polders in een schitterend landschap met een enorme waterplas. Die omgeving wordt integraal opgenomen in het ontwerp, dat een blik van 360° biedt op het omliggende natuurschoon. In elke richting geniet je van prachtige, weidse zichten. “Voor ons was het vrij snel duidelijk dat het gebouw geen voor- of achterkant mocht hebben, maar alzijdig moest functioneren”, legt projectarchitect Thibaut Gevers uit. “In het verlengde daarvan wilden we een binnentuin waar het gemeenschappelijke leven zich afspeelt. Een soort van beschermde omgeving waar iedereen zijn of haar plekje kan vinden met daarrond de eigenlijke hotelfuncties: beneden de publieke ruimtes, open en transparant, boven de eigenlijke kamers, meer privé. Daarbij krijgt het gebouw een excentrische werking. Het heeft een onecht middelpunt, waardoor er beneden meer ruimte ontstaat voor de gemeenschappelijke ruimtes en op het hogere niveau zitplekken en opslagruimtes mogelijk zijn. Het interessante van dat hele organigram was bovendien de opvallende gelijkenis met een type van traditionele groepswoningen in Zuid-China: Tulou zijn de karakteristieke huizen van de Hakka, een Chinese etnische minderheid. De typologie van hun woningen is haast identiek aan ons concept. Ook bij hen heb je een stevige omwalling rond een centraal binnenplein dat in het teken staat van samenzijn en ontmoetingen. Het privéleven speelt zich eveneens af op de verdieping, waarbij de kamers ontsloten zijn langs een perifere gang rond die patio. Je hebt drie toegangen tot de woningen, net zoals in ons hotel. Hoe meer we over de Tulou leerden, hoe meer overeenstemmingen we vonden. Uiteindelijk zijn we die groepswoningen als een soort van metafoor gaan zien voor het gebouw.”
Introversie en extraversie, zicht en doorzicht
Het hotel heeft een even introvert als extravert karakter, waarbij die dualiteit op soms heel subtiele wijze tot uiting komt. Zo ontplooit de binnentuin zich als een intieme plek waar je je zonder schroom kan terugtrekken. Bovendien biedt hij bescherming tegen de soms felle zeewind. De publieke ruimtes liggen dan weer aan de buitenzijde van de cirkel. Daar opent het gebouw zich volledig naar de omgeving door de kamerhoge glaspartijen. Waar de drie toegangssassen zijn gepositioneerd kan je zelfs volledig doorheen het gebouw kijken, van het domein tot in de binnentuin. “Het beste voorbeeld hiervan zijn misschien wel de doorzichten in het restaurant dat zich recht aan de waterplas bevindt”, verduidelijkt Gevers. “De binnentuin, het restaurant en het landschap lopen daar naadloos over in elkaar. Vanaf de patio gaat je blik door het restaurant tot aan het water.” Andere ruimtes zoals de wellness richten zich dan weer eerder bescheiden naar de natuur. De spa ontsluit zich aan de kant van het bos, waar het groen en de bomen zorgen voor een gevoel van geborgenheid. Op de verdieping, tussen de patio en de kamers, bevinden zich enkele meer afgeschermde ontspanningsruimtes en terrassen waar de gasten in alle rust alleen zijn, maar toch het collectieve gebeuren kunnen gadeslaan. De kamers op hun beurt garanderen zo veel mogelijk privacy. Elk vertrek geniet van een uniek zicht op het natuurgebied, maar schermt zich evengoed af van de buitenwereld dankzij de houten vinnen ter hoogte van de gevel. Die fungeren niet alleen als zonnewering, maar zorgen er ook voor dat je bijna geen inkijk hebt.
Oriëntatie en circulatie
Beneden situeren zich behalve het restaurant en de bar ook een kapsalon, fitnessruimte, kiné, wellness, twee grote gemeenschappelijke badkamers voor extra zorgbehoevenden en 11 kamers, waarvan 7 voor hoge zorg. Boven zijn er 35 kamers, waarvan 3 voor hoge zorg en 1 gemeenschappelijke badkamer. Dankzij de ronde vorm van het gebouw ontstaat er een logische continuïteit van functies. Toch ging er extra aandacht uit naar de circulatie. “Vinden mensen met een soms zware beperking voldoende vlot hun weg in het gebouw? Voor ons was dat een essentiële vraag”, vertelt Thibaut Gevers. “De indeling van het gebouw is zo bedacht dat iedereen zich er beter door voelt. Dat de gasten zoveel mogelijk zelfstandig kunnen handelen, zonder stress. De ronde vorm op zich draagt bij aan de logica van de looproutes. In een cirkelvormig volume kan je niet of alleszins moeilijk verdwalen. Of je nu links of rechts gaat, altijd zal je in het restaurant uitkomen. Het gebouw bestaat ook uit grote open ruimtes die maximaal overvloeien in elkaar en zo het overzicht bewaren. Daarnaast bevinden de gangen zich zowel beneden als boven aan de binnenzijde. Bewust, omdat de patio zo dienst doet als oriëntatiepunt, samen met een monumentale trap. Als gast heb je niet alleen te allen tijde zicht op waar je precies bent, je partner, familielid of vriend kan je ook moeilijk uit het oog verliezen. Een ander accent zijn de deuren van de kamers. Afhankelijk van hun oriëntatie in de omgeving, kregen ze een andere kleur. De vertrekken die zich richten op het bos kregen een groene deur, de kamers die tegenover de vijver gelegen zijn een blauwe.”
Viersterrenhotel met A+ label voor toegankelijkheid
Domein Polderwind herbergt een hotel voor vakantie zonder beperkingen dat er niet als dusdanig uitziet. Het moest voldoen aan alle kwaliteiten van een viersterrenhotel, maar ook aan de vereisten van het A+ label voor toegankelijkheid. Beide moesten in die mate gecombineerd worden dat het bijna niet opvalt dat je op een plek bent voor andersvaliden. Je moet het gevoel hebben een luxueus hotel binnen te stappen, geen zorgcentrum. Elk element van het interieur werd dan ook tot in het kleinste detail uitgetekend. “Het hele project moest een totaalbeleving worden, een soort van Gesamtkunstwerk waarbij architectuur en interieur een meerwaarde vormen voor elkaar”, vertelt interieurarchitect Bea Geboers. “We kozen voor een sobere vormgeving met hoofdzakelijk warme materialen zoals hout en fineer en een zacht kleurenpalet in lijn met het landschap. Niet elke keuze was daarbij even evident. Omdat je met die ronde vorm zit, ben je soms beperkt in je mogelijkheden. Op de benedenverdieping bijvoorbeeld ligt een driekleurige vinylvloer met een richtingloos patroon. Daarnaast zit je natuurlijk met het gegeven van een viersterrenhotel. Interieurelementen zoals een bureau of een bankje om je koffer op te leggen moesten allemaal aanwezig zijn.”
Speciale zorgvoorzieningen en hulpmiddelen werden zo geïntegreerd dat ze enkel opvallen voor wie effectief zorg nodig heeft. “Het gaat om soms kleine details. De kasten op de kamers hebben bijvoorbeeld geen bodem, zodat je er gewoon met de rolstoel in kan rijden. Of neem de bar in het restaurant. Die is opgedeeld in twee stukken: een hoger gedeelte voor de barman en een lager op tafelhoogte, zodat ook mensen met een rolstoel er op een gemakkelijke manier gebruik van kunnen maken. Daarnaast zijn er voor slechtzienden leuningen voorzien aan de ramen en extra stijlen aan de deuren. Voor jou en mij zijn die toevoegingen eigenlijk onzichtbaar, voor de mensen die er nood aan hebben zijn ze van grote waarde.”
Bijzondere aandacht ging uit naar de heraanleg van de buitenomgeving die opnieuw publiek toegankelijk werd gemaakt. Voor het ontwerp werkte POLO Architects samen met LAND Landschapsarchitecten, die een veelvoud van voorzieningen troffen ten gunste van andersvaliden. Niet alleen kreeg Domein Polderwind een strand en aangepaste speeltuin, er werden ook tal van wandelpaden getrokken om en rond de vijver. Zo is er een speciale verharding voor rolstoelgebruikers en een belevingspad voor mensen die slecht zien. “Er is zelfs een pier aanwezig in de vijver met een visponton en speciale lift voor rolstoelpatiënten. En op termijn zullen daar zelfs bootjes aanmeren, zodat gasten ook vanaf het water kunnen genieten van het domein.”
Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Stijn Bollaert & Bob Reijnders