Atelier d’Architecture Jorge M. Slautsky
STASSART 36: complex met 58 appartementen en kantoren
In zijn bijdrage aan het boek ‘Architectuur na de hausse: Gouden Piramide 2010’ (uitgeverij 010) stelt André van Stigt (Bureau van Stigt) dat herbestemming van bestaande gebouwen het ideale huwelijk moet nastreven tussen functie en cultuur. Met deze gedachte wijst hij erop dat – in Nederland weliswaar maar dat geldt evenzeer voor België – er al te gemakkelijk wordt overgegaan tot de sloop van oude panden. Natuurlijk refereert hij hiermee naar de nuchterheid van de pragmatische cultuur die eigen is aan noordelijke West-Europese landen. Als een van de belangrijkste voordelen van herbestemming stelt hij dat het een deeloplossing biedt aan de toenemende schaarste van grondstoffen en materialen. Deze visie deelt Jorge Slautsky van Atelier d’ArchitectureJorge M. Slautsky uit Brussel. De projecten Stassart 35 en 36 in Elsene waarvoor hij instond voor het ontwerp, zijn daar exponenten van. Het recycleren van de structuur van het oude kantoorgebouw kadert eveneens op een andere manier in een bredere duurzaamheidsfilosofie van Slautsky’s kantoor. De keuze om de bestaande structuur te behouden bespaart de buurt veel puintransport en bijhorende lawaaihinder en stof. De dense stedelijke context waarbinnen het project gelegen is – vlakbij de Naamsepoort en de Matonge wijk in Elsene – en het specifieke karakter van de bestaande structuur noopte de architect tot het vinden van oplossingen voor diverse complexe vraagstukken.
Toison d’Or en omgeving
De bestaande structuur van het project bestaat uit 5 gebouwen, gelegen tussen de Naamsepoort en het Stéphanieplein. Deze gebouwen maken op hun beurt deel uit van een groter complex dat zich uitstrekt van de Gulden-Vlieslaan tot aan de Elsenesteenweg. Een bijzondere extra particulariteit is dat in de kelder en op het gelijkvloers – het gelijkvloerse niveau in de Gulden-Vlieslaan loopt door het steigende karakter van de site verder door als ondergronds niveau in de de Stassartstraat – alle gebouwen verbonden zijn door winkelgalerij Toison d’Or, cinemacomplex UGC en de ondergrondse parkeergarage tot niveau – 7. Pas vanaf het eerste niveau wordt de scheiding tussen de verschillende entiteiten en volumes duidelijk: een gebouw gelegen aan de Gulden-Vlieslaan met aparte stedenbouwkundige vergunning, een gebouw aan de Elsenesteenweg 29/31 en een gebouw aan de de Stassartstraat 33. De twee gebouwen, de Stassartstraat 35 (STASSART 35, in uitvoering) en 36 (STASSART 36, in gebruik) vervolledigen het vastgoedcomplex en vormen het onderwerp van dit artikel. STASSART 35 en STASSART 36 werden als kantoorgebouwen gebruikt door MIVB, de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel (openbaar vervoer). Ze werden destijds ontworpen en gebouwd door dezelfde partijen wat resulteerde in een identieke esthetische, constructieve en technische uitwerking. Om de uniformiteit enigszins te doorbreken werd aan de huidige ontwerpers gevraagd elk gebouw een unieke en persoonlijke identiteit te geven. Tegelijkertijd moesten gemeenschappelijke elementen qua gevelmateriaal en buitenschrijnwerk refereren naar hun gelijklopende historiek.
Gemengde bestemming
Het bestaande gebouw STASSART 36 bestond uit een constructieve structuur opgebouwd met platen, kolommen en balken wat een herbestemming naar appartementen eenvoudiger maakte. Architect Slautsky: ‘Appartementen hebben op vlak van thermische en akoestische isolatie, natuurlijke verlichting, brandveiligheid enz. andere vereisten dan kantoren. Daarom hebben we een belangrijke en ingrijpende beslissing genomen en alle bijgebouwen op hogere verdiepingen afgebroken zodat op het dak van de eerste verdieping voldoende ruimte ontstond voor groendaken, vluchttrappen en daglicht. De vrijgekomen gevelvlakken konden beter geïsoleerd worden en kwalitatief worden afgewerkt met terrassen en zicht op groen’. In zijn programma van eisen had de opdrachtgever een gemengde bestemming vooropgesteld. De commerciële ruimtes in de ondergrondse verdieping (gelijkvloers Gulden-Vlieslaan) werden behouden. Op de eerste verdieping ontwierp architect Slautsky nieuwe kantoorruimtes en in de hoger gelegen verdiepingen werden woonentiteiten voorzien, variërend van studio’s tot appartementen met 1, 2 en 3 slaapkamers. Op het hoofdgebouw aan de straat werd een extra verdieping gebouwd. De voorgevel werd 1,5 m teruggetrokken van het straatzicht opgetrokken zodat er geen visuele ruis optreedt in de redelijk smalle straat. Slautsky: ‘Met de gevarieerde bestemming speelden we in op de ligging van het project in een gemengde wijk van de hoofdstad. De verschillende activiteiten en bijhorende functies die in Brussel aanwezig zijn – winkelen, werken, wonen, studeren, vrije tijd – komen terug in het nieuwe gebouw. Studenten of mensen die op zoek zijn naar een tijdelijk verblijf vinden hun gading in de studio’s, kleine of grotere gezinnen in de appartementen of penthouses, bedrijven kunnen kantoorruimte huren op de eerste verdieping en de commerciële ruimtes en cinemazalen van de Toison d’Or blijven beschikbaar. Daarnaast vindt men voldoende ontspanningsmogelijkheden op wandelafstand in de nabijgelegen wijken en centra. We combineerde de stilte van het wonen met de bruisende sfeer van een wereldstad’.
Gelaagde synthese
De appartementen werden zo ontworpen dat slaapzones en woonzones elkaar aan de gevelzijde afwisselen en dat er een buffer werd gecreëerd naar de straat d.m.v. overdekte inpandige terrassen. De appartementen in het achterliggende blok hebben grote terrassen uitgevoerd in een staalstructuur. Voor de verticale circulatie werden de oude, bestaande lifschachten hergebruikt en voorzien van nieuwe liftinfrastructuur. Door het slopen en verminderen van de bijgebouwen, het centraliseren van de verticale circulatie in de donkere hart van het T-vormige gebouw, het bundelen van alle badkamers en bergingen langs de gangen, het integreren van open keukens in de leefruimtes en de grote (inpandige) terrassen konden alle appartementen voorzien worden van grote en hoge ramen die een maximale natuurlijke lichtinval garanderen.
Intellectuele activiteit
De gevels van het complex werden uitgevoerd in Dekton®-platen. Het is geen steen, geen composiet en geen keramiek. Het is een totaal nieuw bouwmateriaal waarbij het productieproces een versnelde versie van de natuurlijke vorming van natuursteen simuleert. Minerale grondstoffen worden onder extreme druk van 25.000 ton geperst. Aansluitend worden deze grondstoffen gesinterd zodat ze samensmelten en een ultracompact gevelmateriaal van 8 mm dikte worden. Het gebruik van dit materiaal past perfect in de algemene filosofie van Slautky en zijn architectenstudio: hij ziet architectuur als een intellectuele activiteit waarop techniek en esthetiek geënt zijn. Zowel het verleden, het heden als de toekomst in domeinen zoals geschiedenis, economie, cultuur, geografie en sociologie moeten voor hem in zijn projecten samenkomen als een gebouwde synthese.
Zijn architectuurstudie en -activiteiten in Argentinië, zijn land van herkomst, hebben een sterke stempel gedrukt op zijn gebouwde erfenis net zoals de functionele architectuur van Le Corbusier, Alvar Aalto, Ludwig Mies van der Rohe, Gerrit Rietveld, Louis Kahn of Álvaro Siza. Deze smeltkroes van inspiratiebronnen vormen het canvas waarop hij – bewust of onbewust teruggrijpend – zijn architectuur laag voor laag opbouwt. Vormelijke emotie, poëzie en sensatie zijn wezenlijke onderdelen van deze convergentie. ‘Ik streef in mijn projecten eenvoud op verschillende vlakken na’ zegt Slautsky, ‘eenvoud die ik zou willen omschrijven als complex’. Het moet gezegd dat STASSART 36 en het in uitvoering zijnde STASSART 35 complexe, gelaagde opdrachten zijn waarbij de stedelijke context, de gemengde bestemming, de ingewikkelde bestaande structuur, de verwachtingen op vlak van duurzaamheid en energieverbruik en de nieuwe elementen in combinatie met het bestaande gebouw een mix vormen waarbij eenvoudige oplossingen niet voor de hand liggen. Architect Jorge Slautsky slaagde er ondanks deze complexiteit in een schijnbaar – in de beste zin van het woord – ‘eenvoudig ontwerp’ te realiseren. Voor hem gaat architectuur over het maken van syntheses: syntheses tussen het individuele en het collectieve, tussen het emotionele en het rationele, tussen ethiek en privébelangen of tussen het functionele en het esthetische. En in die synthese ligt de onmiskenbare kwaliteit van dit project.
Tekst: Johan Geerts
Foto’s: Stéphanie Kestemont
ATELIER D’ARCHITECTURE Jorge M. Slautsky
Waterloosesteenweg 1093 – 1180 Ukkel
t. 02 529 58 65
info@slautsky-architects.be – www.slautsky-architects.be