blanco architecten
Opvallend onopvallend
Voor Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck zijn architecten een soort laatste verdedigingslinie van de open ruimte. Hij vindt dat we met z’n allen – en met de architect als speerpunt – een grote verantwoordelijkheid dragen ten opzichte van onze planeet en dat de architect dat besef naar de opdrachtgever moet overdragen. Blanco architecten uit Hoeilaart troffen een opdrachtgever – 50’ers die een vrijstaande woning in de groene stadsrand hadden en liever in de stad gingen wonen – die uit eigen overtuiging een nieuwbouwwoning in de stad na afbraak van een oude woning wou realiseren. Zo’n opdracht moet hen als muziek in de oren geklonken hebben.
De te slopen woning was gelegen in de buurt van de Vaart, een stadsbuurt in volle ontwikkeling, op een heel specifiek perceel. Naast de typische beperkte breedte van een stadskavel, stelde het steil oplopende profiel van het terrein de architecten voor een bijzondere uitdaging. Op minder dan twintig meter achter de rooilijn bereikt de grond een hoogte van zes meter en loopt hij nog verder steil op. Daarnaast was het te bouwen programma uitgebreid: een eengezinswoning voor de eigenaar plus een startersstudio en een studentenkamer om te verhuren. Het was van meet af aan duidelijk dat oplossingen vinden voor de daglichttoetreding en verticale circulatie tot de ontwerpsleutel zouden leiden voor de moeilijkheden inherent gekoppeld aan de combinatie van het niveauverschil en het bouwprogramma.
Opposites attract
Bij het benaderen van de woning verraadt niets dat achter de strak vormgegeven gevel zo’n complex ontwerp schuilt. Ondanks de vier bouwlagen die de woning telt en de lagere naburige woningen, komt de gevel allesbehalve massaal of grotesk over. Meer nog, door het subtiel doortrekken van de horizontale lijnen van de aanpalende gevels en een uitgekiende afwisseling open, halfopen en gesloten gevelvlakken, past de gevel qua schaal perfect in de typologie van de straat. Het halfopen karakter werd bekomen door grote delen van het gevelmetselwerk uit te voeren in claustraverband waarbij de gevelstenen alleen met de uiteinden op de onderliggende steen rusten: de gevelvlakken krijgen een semi-transparant karakter. Het resulteert in een genuanceerd spel tussen open en gesloten, massa en leegte, licht en donker, schaduw en zon. Via een metalen hek bereik je de fietsenstalling en de feitelijke inkom van de woning. Je loopt langs een wand en op een pad die uitgevoerd zijn met dezelfde bakstenen als de gevel. Het zichtmetselwerk loopt door tot in de inkomhal en zorgt voor continuïteit buiten/binnen. Een zoveelste ogenschijnlijke tegenstelling die door de doordachte uitwerking eerder rust en sereniteit uitstraalt. De andere wanden, de vloeren en het plafond van de fietsenstalling zijn in zichtbeton uitgevoerd. Op het gelijkvloers, achteraan volledig ondergronds, bevinden zich een ruime berging, de technische ruimte en de verticale circulatie. Met het oog op de toekomst werd op vraag van de bouwheer ook een lift geïnstalleerd.
Drie-eenheid
Om de woning optimaal te beleven, nemen we de betonnen trap tot op de eerste verdieping. Hier kom je in het ‘logistieke’ hart van de woning. De kleine hal biedt toegang tot de drie verschillende woonentiteiten: de eengezinswoning, de studio en de kamer. Aan de voorzijde bevindt zich de ruime studentenkamer/studio. Bijzonder is het licht dat deels door het claustraverband de ruimte binnenvalt. Naast een kitchenette is er een badkamer met inloopdouche en toilet. Alles is uiterst sober maar stijlvol vormgegeven.Een tweede deur geeft je toegang tot de studio aan de achterzijde van het gebouw. Voor de eerste keer word je geconfronteerd met de bijzondere inplanting en het ingenieuze ontwerp: door een kamerbreed raam kijk je uit op een patio waarvan de betonnen achterwand dienstdoet als keermuur voor het verder oplopende terrein. De gecreëerde ruimtelijkheid wordt nog versterkt door de verschillende zichtlijnen die verkregen werden door het gedeeltelijk overdekken van de patio. Een zoveelste originele variatie op het thema open/gesloten. De inrichting is opnieuw heel sober en stijlvol en zeer geschikt voor een starterskoppel. De ligging aan de rand van de stad, het privéterras, de hedendaagse en originele vormgeving… troeven om gedurende een beperkte periode zeer aangenaam te wonen.
Tenslotte is de derde deur in de hal op de eerste verdieping de toegang tot de privéwoning. Via een kleine inkomhal en een prefab betonnen trap kom je op de tweede verdieping tussen de zitplaats en de eetplaats in de woning binnen. Ook hier valt meteen het unieke van het project op: aan de voorzijde in de zitruimte kijk je door het ‘in de muur verdwijnende’ schuifraam uit op daken van de tegenovergelegen woningen. De ramen in de eetruimte en de open keuken aan de achterzijde geven je een uitkijk op de tuin die via een terras met slechts twee extra treden bereikbaar is; het tuinniveau sluit m.a.w. aan bij dat van de eetruimte en het terras. Boven de keuken ontwierpen de architecten een hellend dak wat de keuken, ondanks haar beperkte oppervlakte, een heel ruimtelijk gevoel geeft. Ook het dakvenster boven het keukenraam versterkt deze driedimensionale beleving en tegelijkertijd zorgt het voor daglicht in de tussenzone aan de trap. Het terras is bereikbaar via schuiframen in de keuken en de eethoek.
Textuur en natuur
Blanco architecten is een multidisciplinair team waarbinnen ook een interieurarchitect actief is. Zo’n samenwerkingsvorm is o.a. in woningen zoals deze een absolute troef: samen met het ontwerp wordt nagedacht over de inrichting en vice versa. De meerwaarde van dat onderling inspelen is in deze woning overal zicht- en voelbaar. De keukenkasten zijn een onderdeel van de kastenwand die doorloopt tot in de zitruimte. Verder vormt deze kastenwand een ‘fragile’ sokkel waarop het plafond van de zit- en eetruimte – gescheiden door indirecte lijnverlichting – schijnbaar zwevend rust. Deze kastenwand eindigt in de zitruimte waar ze in de vorm van een open boekenkast overgaat in een laag tv-meubel.
Een ander leuk ontwerpdetail waaruit de inspirerende samenwerking architect/interieur-architect duidelijk blijkt is dat het patroon van de stijlen van het metalen inkomhek op het gelijkvloers als rode draad doorheen de woning herhaald wordt in de ontwerpen van de metalen wand naast de trap op de tweede verdieping, de balustrade op het terras en de houten bekleding – hier echter in negatief patroon – van de tuinberging en de terrasmuur. Het terras is een aangename plek met een zeer divers karakter qua zicht en materiaalgebruik: het verenigt de elementen die dit project zo uniek maken. Alle gebruikte materialen komen terug: baksteen (gevel), hout (bekleding), metaal (balustrade) en beton (vloer en wand). Daarnaast herinnert het uitzicht op de tuin en de onderliggende patio je aan het hellende terrein. Vanuit de eethoek, de keuken en het terras zie je de seizoenen passeren, met elk van hen z’n specifieke licht- en kleurnuances. Boven de zitruimte, onder het hellend dak van het hoofdvolume, bevinden zich de master bedroom annex badkamer, een wasplaats/toilet en een logeerkamer. De houten dakspanten worden met metalen trekkers aan bij elkaar gehouden zodat de schuine dakvlakken tot in de nok onbelemmerd zichtbaar zijn.
Contrastwerking
Bij blanco architecten kwam bij deze woning spontaan de typering ‘opvallend onopvallend’ in gedachten. Het dekt absoluut de lading. Toch is het begrip ‘contrasterend’ ook zeer treffend. Contrasten zoals open/gesloten, ruw/effen, massief/transparant, zon/schaduw, natuur/cultuur, openbaar/privé maken van deze stads-woning een bijzonder ontwerp en geven op een doordachte manier antwoorden op de complexiteit van de context en het gevraagde programma. En dat is wat kwalitatieve architectuur moet zijn!
Tekst: Johan Geerts
Foto’s: Christophe Van Couteren