AnD architecten
Rock-’n-roll vanbinnen en vanbuiten
Het verhaal van het nieuwe Cultuurhuis in Merelbeke leest als dat van de carrière van een rock-’n-roll band: veelbelovende start, ups en downs en uiteindelijke toch de doorbraak. Gelukkig bleef de band, in dit geval het ontwerp, al die tijd overeind. Na de eerste plannen in 1999 zit er dus eindelijk muziek in het project.
Want zolang is het geleden dat AnD architecten meedeed aan de wedstrijd voor het nieuwe gemeenschapscentrum. Een nieuw cultuurhuis was en is nochtans broodnodig. De locatie buiten de stad en het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden van het bestaande huis, is al jaren een doorn in het oog. Maar gelukkig klaart de hemel voor de inwoners van Merelbeke open want in 2020 kunnen ze eindelijk terecht in hun nieuwe cultuurtempel.
En die bevindt zich ditmaal pal in het centrum. De lange tijd die over dit project is gegaan, heeft uiteraard ook zijn rol gespeeld op het ontwerp van AnD architecten. David De Beule: “Toen we meededen aan de eerste fase van de wedstrijd, waren we amper 5 jaar afgestudeerd. Wij zagen het als een kans om ons als bureau te profileren. Initieel was het concept gebaseerd op een lineaire opeenvolging van functies en ruimtes in een rechthoekig volume, dwars achter elkaar geschikt met de concertzaal als het hart van het gebouw. We zetten toen al sterk in op een flexibel gebruik, multifunctionaliteit en simultaan gebruik. Door externe factoren zoals de sterk gewijzigde context in Merelbeke centrum met de aanleg van nieuwe gebouwen en pleinen, de veranderingen op energetisch vlak, nieuwe inzichten en budget, is het ontwerp met de jaren geëvolueerd.”
De polyvalente zaal als hart van het gebouw is gebleven maar de rechthoekige vorm is veranderd in een concentrisch, stervormig plan die ook toelaat minder circulatie te moeten organiseren inzake vluchtwegen. Die laatste en omgevingselementen zoals nieuwe gebouwen, pleinen, straten, richtingen en perspectieven hebben mee de contouren en uitsnijdingen van het nieuwe volume bepaald. Zo is de dynamische architectuur van het gebouw ontstaan. Maar de flexibiliteit, multifunctionaliteit en simultaan gebruik, blijft ook in het nieuwe ontwerp overeind. Het cultuurcafé, de polyvalente zaal, de foyer en tentoonstellingsruimte vloeien mooi ineen op het gelijkvloers en kunnen zowel los van elkaar simultaan worden gebruikt als samen. De sanitaire ruimtes, die zich centraal in het gesloten deel van het gebouw bevinden, dienen alle functies. Met daarbij op de eerste verdieping diverse leslokalen, repetitieruimtes en creatieve ateliers kan het gebouw in een brede culturele context worden ingezet. Alle lokalen boven zijn geënt op een brede gang die, in combinatie met de brede raamkaders die als zitplaats aangewend kunnen worden, eveneens een ontmoetingsplek kan zijn.
AnD architecten staat erop een gebouw te ontwerpen die eigen is aan een plek. Het nieuwe cultuurhuis is sterk verankerd op zijn nieuwe locatie. Zo heb je het cultuurterras dat uitkijkt op het Marktplein en de bezoeker daar met open armen ontvangt. De overdekte toegang naar de foyer is er dan weer om hetzelfde te doen met de theater- of concertliefhebber. Door de tentoonstellingsruimte te voorzien op de hoek met het Arcadisplein krijgt de bezoeker of passant daar via een groot raam een glimp op te vangen van wat zich binnenin afspeelt.
De uiterlijke materialisatie is een vertaling van het innerlijke van het gebouw: eenvoudig, eerlijk en sober. En met een hoog rock-’n-roll gehalte want cortenstaal straalt robuustheid uit, verandert doorheen de tijd en gaat in kleur mee met de gebouwen in zijn directe omgeving en zelfs met het achterliggende Wisselbos. Dit soort materiaal leent zich ook uitstekend om de fijne lijnen, hoeken en perspectieven van het stervormige plan om te zetten in een gevelbekleding zonder dakrand of dorpel die past bij het brutalistische ontwerp. Zo zijn de gevels afgewerkt met cortenstaal casettes die in de zuidgevel volgens een zelf ontwikkeld patroon, gebaseerd op de afmetingen van een pons, geperforeerd zijn. De lichtinval zorgt daar in de ontmoetingsgang voor reflecties die naar het gebladerte uit het bos verwijzen. Er is ook gevarieerd met het materiaal om dingente accentueren, zoals de bekleding van de concertzaal in zelf ontwikkelde cortenstaal leien. Daardoor krijgt die een andere textuur en uitstraling ten opzichte van de rest van het gebouw waar dit volume bovenuit steekt.
Het buitenschrijnwerk is een combinatie van mat zwart gelakte aluminium gordijngevelprofielen en thermisch onderbroken, zwart gelakte raamprofielen. Alle glas is samengesteld volgens specifieke akoestische eisen en alle ramen georiënteerd op het zuiden of het westen zijn voorzien van zonwerende beglazing. Ook de basis van het gebouw is sober en eerlijk, namelijk ter plaatse gestort beton dat op veel plaatsen zichtbaar wordt gelaten. Aan de gepolierde betonvloeren, zichtbare betonwanden en – TT-liggers wordt enkel het hoogst noodzakelijke toegevoegd zoals akoestisch materiaal tussen de liggers in de foyer en flexibele verlichting op een aparte grid. De liggers zelf lopen boven de verschillende wanden door waardoor een mooi perspectief en ritmiek ontstaat. Akoestiek is een belangrijk item in een project als dit en daar is dus veel aandacht aan besteed. Als gevel- en dakisolatie is daarom – en ook omwille van de thermische eigenschappen – gekozen voor 20 cm dikke rotswol. Bij de ingang van de zaal, achter de inkombalie waarbij de betonwand als projectiescherm zal dienen, zijn geluidssassen geïntegreerd, maar dé akoestische ingreep bij uitstek in dit project situeert zich in de zaal zelf. Die is namelijk voorzien van een uniek en zelf ontwikkeld systeem, waarbij de akoestiek volautomatisch geregeld kan worden via computergestuurde akoestische bekleding.
De zaal heeft wel nog meer bijzonderheden. Zo kan een deel van de tribune in de vloer wegschuiven waardoor je een groter oppervlak krijgt, afhankelijk van de gewenste activiteit. Op die manier krijgen de eerste rijen ook een idee van een podium dat er eigenlijk niet is. Hetzelfde plateau kan als lift worden gebruikt om gemakkelijk materiaal aan- en af te voeren. Er is ook daglicht aanwezig wat de flexibiliteit weer vergroot. Om dezelfde reden is de concertzaal, waar er parketvloer ligt, de enige ruimte in het gebouw met een rechthoekige vorm.
Op energetisch vlak is er gewerkt volgens de ‘Trias Energetica’ en is er dus eerder naar gestreefd de energievraag van het gebouw te beperken. De schil is optimaal geïsoleerd en de constructie beschikt ook over een grote inertie, inherent aan het massieve beton. Daardoor is er bijvoorbeeld geen actieve koeling nodig, wat een grote energiebesparing oplevert. Verwarmen gebeurt met een energiezuinige verwarmingsinstallatie op gas en een deel van de elektriciteit wordt opgewekt met zonnepanelen. Tenslotte is er ook voorzien in het hergebruik van regenwater voor het spoelen van toiletten en komt er een groendak op de +1. In combinatie met de concertzaal die daar boven de rest van het gebouw uitstijgt, krijg je bijna een tweede maaiveld.
Maar bovenal stelt het gebouw zich flexibel op én ten dienste van de gemeenschap. Aldo De Beule: “De sterkte van ons ontwerp komt tot uiting in de vorm: elke kant ziet er anders uit maar toch is het telkens in evenwicht. Zo vinden wij de achterkant evenwaardig aan de voorzijde. De insnijding bij de zaal daar, omwille van de toelevering en een directe vluchtweg, stoort allerminst en biedt een boeiend perspectief. Het resultaat is een pretentieloze, hedendaagse architectuur die inspeelt op de plek. Je kan het ontwerp best eigenzinnig en uniek noemen, maar het is zeker niet saai of ‘sec’. We hebben ook niet bewust proberen zoeken naar een bepaalde architecturale stijl, maar hebben gefocust op wat zich afspeelt in het gebouw. Het gebouw zelf is als het ware het ‘decor’ daarvoor. Wij zijn ervan overtuigd dat het zal helpen om mensen zin te geven om cultuur te beleven en te beoefenen.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: AnD architecten
AnD architecten
Maria Van Bourgondiëlaan 70b5 – 8000 Brugge
t. 0476 33 46 47
info@andarchitecten.be – www.andarchitecten.be