B2Ai – Wielfaert architecten
Waterfront: kei voor het plein
Nog even en dan oogt de zuidrand van Waregem helemaal anders. Aan de binnenstedelijke ring, bij de stadsvijvers en het Regenboogstadion, is momenteel de eerste fase aan de gang van wat een prestigieus vastgoedproject moet worden. Waterfront, uit de hoge hoed van architectenbureaus B2Ai en Wielfaert Architecten en projectontwikkelaars ION, De Steenoven en Alheembouw, moet op bijna iconische wijze uiting geven aan het vernieuwingsbeleid van de stad. Het project biedt een attractieve mix aan van wonen, werken, verblijven en recreatie. Twee woontorens, een parkeergebouw, hotel en kantorencomplex moeten het gebied op kwalitatieve wijze doen heropleven.
Poort tot Waregem
Aan de zuidrand van Waregem ligt de vallei van de Gaverbeek, een grote groenzone die altijd relatief open is gebleven. Tot op heden vond je er het Regenboogstadion, diverse sportterreinen en de Expo, maar daar komt straks verandering in. De hele buurt errond wordt opgewaardeerd, met een compleet hertekende skyline tot gevolg. Stijn Colpaert van B2Ai: “De bedoeling is de site en de binnenstad met elkaar te verankeren. Het project Waterfront moet de poort tot Waregem worden, een leefbare en levendige plek die verschillende functies verenigt zoals retail, kantoren, horeca, vergaderruimtes, sportfaciliteiten en kinderopvang. Op een kwalitatieve, duurzame en innovatieve manier moest de site klaargestoomd worden voor de toekomst. Het ontwerp vertrekt daarvoor van het DNA van de plek. De groene omgeving wordt zoveel mogelijk gevrijwaard en opgenomen in het ontwerp, terwijl er op architecturaal vlak aansluiting werd gezocht met het aanwezige voetbalstadion. De relatie van de nieuwe bebouwing met de bestaande omgeving en het stadion moest heel duidelijk naar voren komen in het totaalconcept. De hele site was tot voorheen een zone met een onbestemd karakter. Daar komt nu verandering in: we creëren een attractieve en kwalitatieve stedelijke ruimte met gebouwen die een sterke identiteit hebben en worden gekenmerkt door een grote flexibiliteit.”
De Zuiderlaan wordt een groene stadsboulevard met brede verhoogde oversteekplaatsen die het verkeer moeten afremmen. Daarnaast staan de doorzichten naar de vijver en het groene landschap centraal. Het programma omvat 2 woontorens, een hotel, een retail- en kantorencomplex en een parkeergebouw. De synergie van al die functies wordt versterkt door de specifieke inplanting van de gebouwen. Het stadion, hotel en kantorencomplex verhouden zich als paviljoenen tot elkaar en worden geflankeerd door de twee torens, waarbij de vrije ruimte op een slimme manier wordt ingevuld. Zo is er een groot stedelijk plein dat een publieke ruimte vormt tussen het kantoorgebouw en het hotel. Bovendien zijn de verschillende gebouwen telkens aan verschillende kanten toegankelijk: nergens zijn er voor- of achterkanten. Die alzijdigheid en gelaagdheid met een gespreide activiteit maakt een vrije circulatie mogelijk. Daarnaast dragen ze bij aan de sociale controle en veiligheid op de site.
Alzijdige paviljoenen
Elk afzonderlijk gebouw heeft een markante en eigenzinnige volumetrie, maar vormt een eenheid binnen de context van de andere gebouwen. De woontorens worden gekenmerkt door de unieke kartelvorm van de terrassen die het geheel de aanschijn geven van een soort gestapelde wijk. De twee gebouwen verbreden naar boven toe om het maaiveld te vrijwaren en het uitzicht zo vrij mogelijk te houden. Minstens even opvallend als de geaccentueerde Y-structuur van de woontorens is de keivormige sculptuur van het kantoorgebouw. Net zoals voor het hotel werd gekozen voor een meer afgerond vormgevin, in lijn met het reeds aanwezige stadion.Stijn Colpaert: “Het kantoor geniet van een vrijstaande opstelling, die mee heeft geleid tot de ronde vorm. Daarnaast vormt het gebouw samen met het hotel en stadion een architecturaal drieluik. Het heeft een organische vorm met horizontale boorden als belangrijkste kernmerk. Vier strakke schijven lijken boven elkaar te zweven. Ze zijn ingepakt in architectonisch zichtbeton, met daartussen grote glaspartijen zonder profielen. In feite maakt de opbouw gebruik van een flexibele grid van betonkolommen met daarop een doorlopende betonplaat zonder balken. De schijven kragen daar betrekkelijk wijd over, waardoor er heel ruime terrassen ontstaan. Die hebben niet alleen een esthetisch effect, maar doen ook dienst als zonnewering en brandoverslag.”
De schijven verspringen onderling, wat zorgt voor een heel gearticuleerde gevel. Het gebouw is trapsgewijs opgebouwd, terwijl elke schijf andere dimensies aanneemt. “De terrassen verschillen van diepte en worden kleiner naar boven toe. Elke schijf is bovendien verschillend van hoogte, waarbij sommige van een betonnen borstwering zijn voorzien. De bovenste schijf is dan weer opvallend kleiner. Daar is gekozen voor een teruggesprongen kantoorvolume dat ook ruimte biedt voor een groot dakterras.”
De kantoor- en winkelruimtes omvatten samen zo’n 3.250 m² en zijn verdeeld over tien units van 200 m² of meer. Een centrale kern met liften schiet door tot in de nok van het gebouw. Daarrond zijn verspringende plateaus geweven. Het gelijkvloers en de eerste verdieping maken plaats voor elk drie kantoorruimtes, niveau twee en drie beschikken over twee kantoorruimtes. Binnenin kunnen de ruimtes flexibel ingedeeld worden volgens eigen behoeftes. Daarnaast beschikt het gebouw over een ondergrondse parkeergarage. “De bedoeling was een duurzaam gebouw ook op lange termijn kan blijven dienst doen.”
Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: B2Ai