Frédéric Haesevoets
Geen enkele rechte hoek
In 2009 is architect Frédéric Haesevoets dertig jaar. Nog nooit heeft hij een publiek gebouw ontworpen. Laat staan voor een groot budget. Tot de stad Herstal een internationale – én open – wedstrijd uitschrijft voor het nieuwe stadhuis. Vijftien architecten dienen een ontwerp in. Ook het vijfkoppige architectenbureau van Haesevoets doet z’n ding. Of beter: zijn goesting. Het team heeft niets te verliezen. En zoals met elk ontwerp willen ze een debat op gang brengen. Het stadsbestuur is helemaal mee en kiest unaniem voor La Ruche.
Per abuis een bijenkorf
Fijne anekdote: iedereen in Herstal noemde de sporthal die moest plaatsruimen voor het nieuwe stadhuis La Ruche – de bijenkorf. Een bijnaam die de Brusselse architect – zo drukt hij me op het hart – pas te weten kwam na de ontwerpfase. Dat de gevel van het stadhuis opgebouwd is uit ruitvormen in glas en daardoor doet denken aan een bijenkorf was nooit het opzet van de architect. “Het is natuurlijk mooi meegenomen. Toen de stad het ontwerp voorstelde, was er wat commotie. Maar toen ze het gebouw in het écht zagen, was het rap verkocht. Ik krijg vandaag nog altijd complimenten als ik er langskom.”
De vergelijking met een bijenkorf komt niet uit de lucht vallen. Bij momenten ís het ook een bijenkorf. De gevel – of toch zo’n 1.000 m2 – is voorzien van verticale planten- en bloembakken met veenmos. Dat houdt het water veel langer vast en zo krijgen verschillende in- en uitheemse planten de kans om te groeien. Die vegetatie verandert trouwens mee met de seizoenen. In de periode van de bestuiving vinden bijtjes dus ook écht de weg naar het stadhuis van Herstal.
Meer groen in grijze stad
Herstal is vooral gekend van het verderop gelegen wapenbedrijf. Niet direct de vrolijkste referentie. De stad kon dus best wat poeier gebruiken. “Alles was er zo dichtgebouwd dat we de stad zuurstof wilden geven. Met veel groen, met veel planten én met een esplanade door de site.” In het stadhuis werken zo’n 250 mensen. En er wandelen constant inwoners binnen en buiten. Dat moest zo aangenaam mogelijk zijn voor iedereen, vond Haesevoets. Hij paste daarom een slimme truc toe: hij verhuisde de ingang van de straatkant naar het midden van de esplanade. Medewerkers en bezoekers van het stadhuis ontsnappen zo verplicht aan de drukte van de stad. Vóór ze zich op hun respectievelijke administratie storten.
Rode kleur voor extra groen resultaat
Ook binnen trok Haesevoets de kleurenkaart. De inkomhal is rood. Niet omdat Herstal een stad is waar de socialisten regeren, maar omdat rood complementair is met groen. En ook: omdat de rode kleur zorgt dat het groen groener is. Op de bovenverdiepingen werkte de architect enkel met een rode dégradé in de gang. “De werkplekken zelf zijn groen. Dat is een rustgevende kleur. Als medewerkers dan even hun bureau verlaten, geeft die rode kleur een kleine energieboost. Volledig knalrode werkplekken zou de productiviteit trouwens niet helpen. Van rood raak je opgehitst. Mensen moeten vooral rustig en geconcentreerd hun werk kunnen doen.” De bovenverdieping met zicht over Herstal kreeg onverwacht een multifunctionele zaal mee. Vaak is die verdieping weggelegd voor het bureau van de burgemeester. Haesevoets wilde niet weten van die klassieke hiërarchie. Iedereen kan dus terecht in die zaal. Voor brainstorms, personeelsfeesten, vergaderingen of lunchmomenten. Die flexibiliteit paste hij ook toe in de open spaces van het stadhuis. “Als morgen het bestuur verandert, willen de nieuwe medewerkers misschien andere accenten leggen. Dan moet het gebouw dat toelaten. Om die reden vind je in de kern van het gebouw geen enkel draagelement.”
Schuine wanden voor meer licht
Wat opvalt als je voor het stadhuis staat: je vindt quasi geen enkele rechte hoek. Met reden, natuurlijk. Er is de esthetische kant van het ontwerp die voor dynamiek zorgt. Maar er is ook de functionele kant: de schuine wanden trekken meer licht binnen – denk aan de extra zuurstof voor het stadscentrum. Extra bijkomstigheid: de planten- en bloembakken konden niet volledig verticaal blijven staan. Een lichte hoek zorgt daarom dat ze het hemelwater nog kunnen opvangen als het regent.
Groen is ook de kleur van het energieverbruik
Al van in 2009 hield Haesevoets rekening met het E-peil van morgen. Het gebouw staat er dus nog enkele decennia goed voor. Het geheim? Een brute structuur, met weinig materiaal. Staal, beton en hout zijn zowat de drie hoofdingrediënten van dit stadhuis. De staalstructuur – een huzarenstuk van het Belgische CSM Steelstructures – is extreem licht voor het totaalvolume van het pand. Grotere betonplaten – soms tot wel 22 meter lang zonder steunpunten – wegen minder zwaar door op het budget. Houten plafonds zorgen voor een betere akoestiek in een toch wel bedrijvig gebouw. Opvallend: in het stadhuis zelf vind je geen aircosysteem. Dat was een no-go voor het stadsbestuur. En ook de ramen mochten niet open. In heel warme periodes zou dat weleens voor minder aangename momenten kunnen zorgen. Zeker als zowat drie vierde van je gebouw uit glas bestaat. En dus voorzag Haesevoets een ventilatiesysteem dat indien nodig frisse én verse lucht door het gebouw pompt. Dat bleek afgelopen zomer welgekomen. Al helpt de vegetatie op de buitengevel natuurlijk ook: in de zomer lekker verfrissend, in de winter heerlijk isolerend.
En dan nu: mobiliteit
Voor Frédéric Haesevoets heeft alles een reden. Met het stadhuis van Herstal wilde hij een hoofdzakelijk grijze stad inkleuren. De sensatie die je langs de straatkant beleeft, trok hij door op elke vierkante meter. Met zijn ontwerpen wil hij bezoekers verrassen. Een gebouw zien, een gebouw binnenstappen, een gebouw betrekken, het behoort allemaal tot de taak van architect. Maar het moet stap voor stap gebeuren. “Een gebouw dat alles al vanaf het eerste moment vertelt, vind ik vervelend. Zelfs ambetant, ja.” Daarom deinst de nog altijd jonge architect uit Brussel voor niets terug. Hij ziet in alles een uitdaging. En hij wil alles beter maken. Volgende halte? Onze mobiliteit.
Tekst: Jurgen Verbiest
Foto’s: Christophe Vootz – Studio photo oui!
Frédéric Haesevoets
Priemstraat 55 – 1000 Brussel
t. 02 512 15 84
info@frederic-haesevoets.com – www.frederic-haesevoets.com