michaël bleuzé architekt
Dynamische poëzie als visitekaartje
Een klassieke bedrijfsstructuur vanuit een dynamisch perspectief benaderen. Dat deed architect Michaël Bleuzé met zijn ontwerp voor het nieuw kantoorgebouw van IDpunt. In plaats van een standaard kantoor met een conventionele inrichting werd IDpunt een verzameling van verrassende ruimten en doorzichten waar alles kan en mag. Voor de medewerkers en bezoekers voelt deze werkomgeving dan ook aan als een ‘IDhuis’ waar men zich meteen thuis voelt. De omgeving waar het kantoorgebouw werd gebouwd is ook op z’n minst uniek te noemen. Op de oude productiesite van Bekaert Textiles, een fabrikant van matrasstoffen in Waregem, ontwikkelde de Intercommunale Leiedal er een hedendaagse kmo-zone met een nieuwe moderne infrastructuur. Groenbek sluit aan op een natuurgebied waardoor de groene omgeving ook werd meegenomen bij de aanleg van de bedrijvenzone. Het gebouw van IDpunt bevindt zich dan ook in een groene strip naast een tiental andere kantoorgebouwen. Een slingerend wandelpad, zijbermen in gras en hagen op de perceelgrenzen, zitbanken en speeltuigen creëren een aangename leefomgeving voor zowel de werknemers als de buurtbewoners.
“Deze zone wenst zich te presenteren aan de buitenwereld als een soort park met paviljoenen”, weet de architect. “Daarom was het toegestaan, en zelfs aangewezen om het gebouw als een sculptuur te ontwerpen, een speels object met een duidelijke identiteit”. IDpunt is actief in de HR-sector. Men ontdekt en ontwikkelt er talenten om persoonlijk of als organisatie te groeien. De bouwheer wou dan ook zoveel mogelijk afstappen van een traditioneel kantoorgebouw. Ondanks het eerder klassieke programma, waarbij een landschapskantoor, individuele kantoren, vergaderruimten, een kitchenette, sanitair en een polyvalente ruimte moesten aanwezig zijn, verkoos hij een dynamisch huis waar onverwachte interacties ontstaan en de ene ruimte onrechtstreeks de andere ruimte beïnvloedt.
De vier E’s
De bouwheer lanceerde ‘de vier E’s’ als maatstaf voor de creatie van het nieuwe gebouw. Deze waren in volgorde van belangrijkheid: economisch, ecologisch, ergonomisch en esthetisch. Het economische aspect uit zich in een compact gebouw met een eenvoudige structuur en kleine overspanningen. Ook koos de architect voor een traditionele manier van bouwen. Geen prefab, maar alles werd ‘old school’ uitgevoerd door echte ambachtslui. Met enkele uitgekiende inspanningen slaagde de architect er in om een BEN (Bijna-Energie Neutraal) gebouw te realiseren. Het E-peil van E17 is onder andere te danken aan een goede isolerende schil, het verwarmen op een lage temperatuur (door een combinatie van vloerverwarming, warmtepomp en zonnepanelen), efficiënte verlichting en intelligent gepositioneerde ramen. “Dat laatste is een les van Le Corbusier waarbij het glas tot tegen de muur geplaatst wordt”, legt de architect uit. “Hierdoor reflecteert het invallende licht op de muur waardoor het verder de ruimte binnendringt. Op die manier hoef je minder kunstlicht te voorzien”. Er is geen actieve koeling aanwezig. Wel passieve zonwering die zorgt voor een aangenaam binnenklimaat. “Waar wenselijk hebben we geprobeerd om de zon op een natuurlijke manier buiten te houden”. Er is gebruik gemaakt van sterk zonwerende beglazing, luifels en pergolastructuren,…ingrepen die het felle zonlicht filteren en de koellast beperken. Verticale lamellen breken niet enkel het licht, maar creëren op de tweede verdieping eveneens een patio waar alle technieken verzameld werden. Zo wordt het gebouw en de omgeving niet ontsierd door deze noodzakelijke maar vaak niet esthetische objecten.
Door ook in te zetten op massieve, duurzame materialen werd het ecologisch verhaal verder uitgepuurd. Baksteen, houten ramen en beton voor buiten, witte Franse eik en Belgisch Blauwe Hardsteen voor binnen, allemaal degelijke materialen die zich door de eeuwen heen al hebben bewezen. “Daarenboven hebben we de materialen zo ruw mogelijk verwerkt”, vult Michaël verder aan. “Door het verouderen krijgen ze steeds meer patine en karakter en nemen ze een volwaardige rol op in het duurzaamheidsverhaal”. De grijzige gevelsteen is dan weer een voorgekaleide soort. Die heeft als voordeel dat je geniet van het uitzicht van een gekaleide gevel, maar dan zonder de extra kost en het onderhoud van een echte kalei-laag. Ook deze steen wordt steeds mooier met het verouderen wat weerom past in de context van de site. De brievenbus in cortenstaal en het huisnummer werden mee verwerkt in de gevel. Een speels element dat aanleunt bij de Japanse architectuur zijn de twee betonnen spuwers die uitmonden in een soort waterbassin. Zij zorgen niet alleen voor een extra dimensie als het regent, ook bij zonlicht creëren ze steeds wisselende reflecties op het plafond. Het opgevangen water loopt over in het bassin en vloeit vervolgens naar de wadi die een eindje verderop ligt.
Focus op beweging op het werk
Beweging op het werk was belangrijk voor de bouwheer. Niet alleen voor de eigen medewerkers, maar ook voor de bezoekers die veelal een zittend beroep hebben. De architect integreerde dan ook verschillende ergonomische elementen die de focus leggen op beweging en aanzetten tot activiteit. Centraal werd een lange, luie trap in beton gecreëerd waarop een houten loopbrug aansluit. De trap is het orgelpunt van het gebouw en steelt meteen de show. De ‘verloren’ ruimte onder de trap is praktisch ingevuld met extra opbergruimte, een back-office en een vestiaire. Verder was het een bewuste keuze om de sanitaire voorzieningen op de bovenverdieping te voorzien en niet op het gelijkvloers. Daarnaast werd een combinatie van zit-en stabureaus ontworpen en werden vaste zitbanken geïntegreerd in de circulatie ruimtes.De laatste ‘E’ was natuurlijk de favoriet van de architect, want zo kon hij zijn persoonlijke feel geven aan het gebouw. Om het gebouw in zijn totaliteit te laten schitteren, moest het opgevat worden als een totaalproject. Zo ontwierp hij niet alleen het gebouw an sich, maar ook het volledig interieur tot de meubels en de deuren toe. Elk detail werd onderzocht en uitgetekend, niets liet hij aan het toeval over. Op het gelijkvloers bevinden zich vier talentenkamers, een landschapskantoor, een vergaderruimte en een koffiehoek. De deuren die toegang geven tot de talentenkamers zijn geïnspireerd op oude staldeuren. Voor het beslag gebruikte de architect de ‘Pure’ collectie van Dauby. Ook voor de trekkers van alle maatwerkkasten en de deurstoppen komt diezelfde lijn terug. Het landschapskantoor werd uitgewerkt als één meubel en geeft een combinatie van zit- en stabureaus weer met elk een eigen bureaulampje. Net zoals alle materialen gekozen zijn in functie van eenheid en eenvoud, koos de architect voor een zo sober mogelijk kleurenpalet. Een gietvloer zorgt voor gebruiksgemak en is perfect te combineren met vloerverwarming. Ook aan de akoestiek werd ruim aandacht besteed. Op het gelijkvloers zorgen spanplafonds voor een goede akoestiek, terwijl in de polyvalente ruimte voor een plafond in houtwolcement werd gekozen. Deze ruwere afwerking absorbeert niet alleen geluid, maar past ook in de meer industriële look van deze ruimte die voor allerlei activiteiten en feestjes kan gebruikt worden. Alles is er dan ook voorzien zoals een bar en een overdekt zuidgericht dakterras met een balustrade in cortenstaal.
Voor de architect was het een uitdaging om in een afgemeten rechthoek iets dynamisch te creëren dat zoveel doorzichten biedt. “Ik vind die ruimtelijkheid heel belangrijk”, beaamt hij. “De inkomdeur is trouwens al behoorlijk indrukwekkend. Een doorzichtige pivoterende deur van 2,50m op 2,50m nodigt uit en maakt de bezoeker al meteen heel nieuwsgierig. Eenmaal binnen daagt de monumentale trap en het hellend vlak je uit om meteen het gebouw te gaan verkennen”. Hoewel het gebouw heel strak en modern oogt, heerst er toch een zeer huiselijke en warme sfeer. “Het was vooral leuk dat we hier nog eens echt ‘all the way ambachtelijk’ konden gaan”, vindt de architect. “Architectuur is voor mij een doordachte opeenvolging van ruimtes, elk met hun eigen afmeting, materialiteit en belichting. De logica in het gebouw en de uitgepuurde details stralen rust uit en creëren op die manier de perfecte omgeving voor talentzoekers die het beste in zichzelf willen naar boven halen”.
Tekst: Sandra Wybo
Foto’s: michaël bleuzé