ORG permanent modernity
Nieuwe brandweerkazerne in Elsene: een groen baken voor de brandweer
Architect: ORG permanent modernity (architecten: Alexander D’Hooghe, Natalie Seys, Luk Peeters) Team: ORG – Ingenium – Util – Vinco) Veel meer dan enkele decennia geleden, willen gemeentebesturen hun identiteit en hun politieke dynamiek vertalen in kwaliteitsvolle architectuur. De tijd dat gemeentelijke infrastructuur geen uitstraling mocht hebben is voorbij. Zowel de besturen als de bevolking zijn kritischer en bewuster geworden in de beleving van de relatie tussen het politieke apparaat en het dagdagelijkse leven. Dat resulteert in gebouwen die het louter functionele ver overschrijden en een gezicht willen zijn voor de lokale samenleving.
De gemeentelijke bouwactiviteit uit zich ogenschijnlijk in al of niet bewust bedoelde golven. Eind vorige eeuw bouwde bijna elke gemeente die zichzelf respecteerde een ontmoetings- of cultureel centrum gedreven vanuit de ontplooing van een actievere culturele vraag en aanbod. Enige tijd later zag men opmerkelijk veel sporthallen in de steigers staan. En jeugdhuizen. Tengevolge van de uitbreiding van gemeentelijke administraties, werden in een volgende golf administratieve centra en bij uitbreiding politiekantoren en bibliotheken ver- of gebouwd. Misschien is het toeval dat nu op verschillende plaatsen nieuwe brandweerkazerne’s in het straatbeeld verschijnen omdat ook de noden van deze hulpverleners evolueren en niet meer aan de eisen van een hedendaagse maatschappij beantwoorden.Beliris en de Federale Overheid Mobiliteit en Vervoer schreven vorig jaar een gesloten wedstrijd uit om een ontwerpteam aan te stellen voor een nieuwe voorpost voor de brandweerdienst Delta. Het winnend project werd getekend door ORG Permanent Modernity uit Brussel. We praten over het ontwerp met Nitay Lehrer, architect bij ORG.
In het wedstrijddossier lezen we: ‘Het culturele niveau van een stad zit niet enkel in haar grootste pronkstukken, maar vooral in de ‘monumenten van het alledaagse’: de delen van een hedendaags publiek patrimonium die een architecturale en culturele kwaliteit meegeven op de schaal van het dagelijkse leven van de stad zelf – een loods hier, een wijkhuis daar, een jeugdcentrum of brandweerpost een straat verder. Hier vertaalt de interactie tussen burger en maatschappij zich tot een ritueel, een ogenblik van cultuur. Met bescheiden, eenvoudige, gebaren willen we dit ritueel vieren. Onze ambities rond monumentaliteit moeten dan ook vooral in het kader van deze alledaagse rituelen gezien worden’. De definitie ‘monumenten van het alledaagse’ weerspiegelt zich duidelijk in het portfolio van ORG dat rijk is aan projecten in de openbare sector en hun esthetische taal verraadt die bescheidenheid waarmee ze de openbare ruimte respectvol innemen om een architectuur in de plaats te stellen die zich – zonder banaal te zijn – niet opdringt.
Monumentale bescheidenheid
Die monumentale bescheidenheid was ook het uitgangspunt bij het ontwerp van de Delta voorpost in Elsene. Het gebouw zal zijn plaats vinden op een oplopend terrein naast de bestaande brandweerpost in de Triomflaan, in de nabijheid van Campus de la Plaine van de ULB en de VUB. Het karakter van het terrein inspireerde de architecten om net het specifieke ervan te gebruiken en zelfs uit te vergroten in hun ontwerp.
Nitay: ‘Een publiek gebouw is ook een publiek gebaar. We wilden de nieuwe voorpost zichtbaar maken vanuit alle richtingen en tegelijkertijd mocht het geen schreeuwerig ingreep zijn naar die omgeving. Onze algemene visie op openbare gebouwen moest ook in dit project geïntegreerd worden: een publiek gebouw met een fiere monumentale verschijning. Om de massaliteit van het gebouw te verzachten en tegelijkertijd in te spelen op het natuurlijke talud van het bouwperceel, hebben we de sokkel van het gebouw volledig ingewerkt in het lanschap. De natuur omhelst het gebouw. De site haalt geen hap uit het straatbeeld, door de ondergrondse sokkel streven we naar een visuele continuïteit.’
De architecten vonden het belangrijk om de footprint van het gebouw zo klein mogelijk te houden en dus een zo maximaal landschap. Alle onderdelen van het programma die konden gestapeld werden kregen een plaats op één van de vier verdiepingen. De garages voor de dienstvoertuigen kregen een plaats in de sokkel, net zoals de kleedruimte en de fietsenstalling. De parkeerplaatsen vinden een plek onder een open betonnen luifel met een groendak. Het vormt een groene buffer aan de straatzijde. De straatgevels zijn dusdanig ontworpen dat ze balanceren tussen monumentaliteit, natuurlijk daglicht, privacy voor de brandweermannen en energetische eisen. Via de achtergevels wordt contact gelegd met de tuin en de omgeving.
Geënt in het landschap
Uit de studie van de circulatie en de benodigdeparkeerfaciliteiten bleek snel dat een L-vormig plan rond een centrale private binnenplaats een handige oplossing was. Alle toegangen tot het gebouw zijn georganiseerd op de binnenplaats en daarnaast doet het dienst als verzamelplein, oefenplein en sportplein. Uiteraard speelt ‘tijd’ een cruciale rol bij een oproep. De belangrijkste verblijfsruimtes werden om onnodig af te leggen afstanden te vermijden, gegroepeerd rond de centrale kern. Glijpalen verzekeren de snelste weg naar de garages en dienstvoertuigen.
Enerzijds is het gebouw ingebed in het landschap, anderzijds werden de eigenheden van het programma (grote zalen, oefentoren, stapeling van functies rond een centrale kern) gebruikt om een krachtige volumetrie op te bouwen. De nieuwe brandweerpost wordt een landmark, het neemt het op voor de publieke waarde van de hulpdiensten in de maatschappij. Er onstaat een dialoog tussen het gebouw en het publieke leven. Het hoofdvolume is een rechthoek die met de kop naar de straat georiënteerd staat. Op die manier past de voorpost zich in in een reeks geplande kopgebouwen langsheen de Triomflaan.
Nitay: ‘het publieke karakter van dit gebouw hebben we zo ruim mogelijk geïnterpreteerd. Op vlak van toegankelijkheid gingen we verder dan de minimale wettelijke eisen: ook de leefruimtes en burelen op de verdiepingen zijn toegankelijk voor personen met een beperkte mobiliteit. Het gebouw wordt integraal toegankelijk voor iedereen, alhoewel die toegankelijkheid anders ligt dan bijvoorbeeld in een gemeentehuis of een politiekantoor. Het idee van de volledige toegankelijkheid hielp ons om de filosofie van de maatschappelijke functie van een brandweerdienst te materialiseren in dit gebouw.’
De gevel wordt opgebouwd uit grote geprefabriceerde betonnen bouwstenen met verschillende diktes die samen met de ramen een geometrisch schema vormen dat doet denken aan de plaatsing van stenen in een metselwerkverband. De verschillende verhoudingen, de schalen van het project worden leesbaar gesteld in de gevel: volumes, bouwlagen, functies, hiërarchie tussen de ruimtes. De architecturale detailering van bijvoorbeeld de balustrades helpen daarbij. Het resultaat is een gelaagd, leesbaar en herkenbaar gebouw.
‘vandaag is groen’
Rood is de kleur die het meest geassocieerd wordt met brandweerdiensten. ‘Een brandweerkazerne is een gebouw dat op zichzelf functioneel moet zijn. Voor ons als ontwerper was er geen noodzakelijkheid om de brandweerpost als een herkenbare typologie te ontwerpen. Dat is anders dan bijvoorbeeld bij een politiekantoor dat in het straatbeeld duidelijk aanwezig moet zijn voor de bezoeker. Daarom vonden we het een leuk idee om net geen rode elementen in de gevel te gebruiken. De kleurnuances in de groene gevelelementen onderstrepen het zachte karakter van de monumentaliteit die we nastreven. Het gebouw is nog niet in uitvoering. Momenteel wordt het wedstrijdontwerp in overleg met de opdrachtgever – de Brusselse bouw-
expert Beliris – gefinetuned om tot in detail te voldoen aan alle vooropgestelde desiderata. Misschien zullen er kleine aanpassingen doorgevoerd worden maar het ontwerp bezit zulke grote intrinsieke kracht en kwaliteit dat eventuele wijzigingen het karakter en de algemene principes van de architecturale visie niet zullen afzwakken. Het is als architectenassociatie niet eenvoudig om een algemene ontwerpvisie op te stellen laat staan deze ook uit te dragen in de realisaties. ORG permanent modernity slaagt daarin met een duidelijke signatuur die het label kwaliteitsvolle architectuur ver overstijgt net omdat ze verder gaan dan het nastreven van kwaliteit. Het is architectuur die blijft kleven, die een maatschappelijke opdracht opneemt. Het is architectuur die verder gaat dan ‘bouwen’.
Het is architectuur.
Tekst: Johan Geerts
Foto’s: ORG permanent modernity