HUB

HUB

‘The Residence’: complex met twee karakters

 

“Vroeger bevond zich hier discotheek de Zillion”, wijst architect David Matthyssen naar de plek waar nu ‘The Residence’ pronkt. De glimmende bronzen gevel gloort in de ochtendzon. Het is iets anders dan de aftandse en met graffiti bekladde muren die hier jarenlang zichtbaar waren. “De stad kon niet anders dan het pand laten slopen. Het was herschapen tot een echte bouwval, wat natuurlijk een doorn in het oog was van de hele buurt. Nochtans is de locatie geweldig: aan de ene kant heb je de opkomende ontwikkeling Nieuw Zuid, met zijn moderne bouwblokken en open ruimtes, aan de andere kant ’t Zuid, met zijn typische brede lanen en 19de-eeuwse herenhuizen. ‘The Residence’ bevindt zich eigenlijk op de breuklijn van die twee, meteen de belangrijkste reden waarom het project in 2014 is opgenomen in het masterplan Nieuw Zuid.”

 

Gevarieerd architectuurbeeld

The Residence, of ‘Bouwblok Jan Van Gent’, zoals Matthyssen het liever noemt, is een gebouw met internationale présence. Het ontwerp van het Antwerpse architectuurbureau HUB brengt verschillende functies samen. Aan de Jan Van Gentstraat bevinden zich een Total-servicestation en hotel met kamers, flats en een skybar, dat ook uitkijkt op de Bolivarplaats. De rest van het gebouw is ingenomen door appartementen rond een daktuin die een Colruyt-supermarkt topt. Zij oriënteren zich op Nieuw Zuid, het Justitiepaleis en een recent aangelegd parkgebied. “Het interessante aan dit project is dat het zich op de grens tussen oud en nieuw bevindt”, zegt Matthyssen. “Daardoor moet het de confrontatie aangaan met uiteenlopende contexten en verschijningsvormen. Die verschillende condities hebben geleid tot een heel uitgesproken en gelaagd ontwerp. Als je het resultaat bekijkt, kan je stellen dat het volledige gebouw op schaal is van Nieuw Zuid, maar de figuur heeft van een bouwblok uit de 19de-eeuwse gordel.” In de eerste plaats sluit het bouwblok rechtstreeks aan op een aantal historische panden door het bouwblok terug te plooien en op hoogte te brengen van de bestaande woningen. Daarnaast spelen de typologie en het architectuurbeeld op verschillende manieren in op de omgeving. “De materialisatie, het ritme en de diepte van de gevel, het aantal ramen en de grootte ervan, ze variëren mee met het wisselende karakter van de omgeving”, legt Matthyssen uit. “De gevel ter hoogte van de Jan Van Gentstraat heeft een relatief stedelijk aanschijn. Het ritme is vrij streng en rigide, met niet al te veel diepte en minder grote ramen. Als je je richting Bolivarplaats begeeft, merk je een vrijere interpretatie, waarbij de gevel ook meer diepte krijgt dankzij de luifel aan de inkom van het hotel. Aan de kant van het park verkleint dat privacygevoel. Daar ontstaat een veel opener beeld dankzij diepe terrassen en royale raampartijen die maximaal licht toelaten. Hier hebben we gewerkt met een dubbele gevel: de betonnen terrassen met borstwering vormen de inleiding met daarachter een gevel in hout en glas die meer aansluit bij het park.” The Residence rust op een plint in architectonisch beton, met daarop een lichaam dat bestaat uit een cassettestructuur in brons geanodiseerd aluminium. Donker hout zorgt voor extra articulatie. “We hebben voor twee soorten beton gekozen die elk op beurt voor nog meer nuance zorgen in het gevelbeeld. Langs de kant van het hotel is gebruikgemaakt van gezandstraald beton. Dat oogt wat ruwer. Je merkt ook de bronzen schijn, door de toevoeging van bepaalde granulaten. Die komen ook voor ter hoogte van het woongebouw. Alleen is het beton daar gepolijst, zodat een zacht egaal oppervlak ontstaat. Ook op die manier krijgt je dus een zinspeling op de breuklijn tussen heden en verleden.”

 

Tankstation wordt hal

The Residence werd geïnitieerd door projectontwikkelaars AG VESPA en Today For Tomorrow, en energiebedrijf Total. De integratie van een nieuw tankstation stond daardoor mee bovenaan de agenda. De enige vraag was: hoe verweef je zoiets in een woonblok? “Dat was geen evidentie”, glimlacht David Matthyssen. “Ook al omdat we strikt gebonden waren aan VLAREM-wetgeving. We wilden het servicestation integraal deel laten uitmaken van de ontwikkeling. Met andere woorden: we zouden het tankstation behandelen als een gebouw met een dak en niet als een open luifel, zoals dat gewoonlijk het geval is. De dakstructuur is volledig uitgewerkt zodat er een heuse hal ontstaat. Daarnaast zijn het ritme, de perforatiegraad en de gebruikte materialen afgestemd op het hotelgebouw, zodat het tankstation visueel deel uitmaakt van de volledige ontwikkeling.”

 

Gevouwen daken, taps toelopende kolommen

Het bovengrondse programma is georganiseerd op 7 bouwlagen. Daaronder bevinden zich 250 parkeerplaatsen, waarvan een groot deel publiek toegankelijk is, en een 330-tal fietsenstallingen. Het hotel beschikt over een restaurant, zwembad en skybar, gekenmerkt door een gevouwen dak en materialen die grotendeels uit hout bestaan. Het gelijkvloers wordt in hoge mate ingenomen door commerciële functies zoals kantoren, shops en een Colruyt als hart van het gebouw. Daarop bevindt zich een daktuin, waarrond de wooneenheden geschakeld zijn. “Eigenlijk kan je het volle effect nog niet goed zien”, zegt Matthyssen. “De daktuin moet nog tot wasdom komen. De bedoeling was hier een wat ruwe en toch romantische tuin aan te leggen. Het park bestaat uit eerder rigide boomstructuren, veel graszones en speelpartijen. Daartegenover hebben we een daktuin geplaatst die de aanwezigheid van een bos suggereert. Er wordt bijvoorbeeld geen gras gezaaid, maar we gaan voor een wat ruwere onderbegroeiing. Denk aan groepen heesters hier en daar, lentebloemen die uitkomen tussen de blaadjes, dat soort sfeer.” Het woongedeelte bestaat uit 84 appartementen en 9 penthouses, waarvan het interieurconcept is gebaseerd op de beleving van een hotel. Sommige penthouses spreiden zich daarbij uit over twee verdiepingen. “We hebben de kroonlijst met één verdieping verlaagd, zodat de bekroning van het gebouw dubbelhoog werd. Het penthouseniveau kreeg bovendien een licht gevouwen dak, zoals je ook in de skybar kunt zien. De binnenruimtes krijgen zo extra hoogte, terwijl het zicht naar buiten toe nog meer geopend wordt. Een soortgelijk idee heeft de vormgeving van de gevel bepaald. Tot de eerste verdieping is die vlak opgebouwd, nadien krijgt hij een gevouwen opstelling om extra plaats te creëren op de terrassen en in de appartementen. Bovendien vernauwen we op die manier ook telkens de afscheiding met de buren op het terras. Het principe van horizontaliteit ten opzichte van verticaliteit is trouwens op nog een aantal punten doorgevoerd. We wilden beide motieven verzoenen en dat zie je het best in de kolomdetails die in de skeletstructuur van de gevel zichtbaar zijn. Door de kolommen taps te laten terugkomen, worden zowel de verticale als de horizontale richting motieven in de gevel. Kortom, met deze details, maar ook met alle andere aspecten zoals materiaalkeuzes, de opbouw van volumes en de geleding van de gevels hebben we een hedendaagse ontwikkeling gerealiseerd die een brug slaat tussen park, plein en straat, tussen de oude stad van de 19de eeuw en de nieuwe stad van de 20ste en 21ste eeuw.”

Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Wouter De Ceuster

 

HUB
Rijnkaai 22 – 2000 Antwerpen
t. 03 281 31 29
info@hub.eu – www.hub.eu