ZOOM architecten
De bedriegelijke eenvoud van een sculptuur
Een constante in het werk van veel jonge architecten is de zoektocht naar de tactiliteit van afwerkingsmaterialen. Hierbij wordt vaak geëxperimenteerd met contrasten in onder andere textuur, structuur, kleur of sensorische aspecten (warm/koud). Als deze zoektocht gepaard kan gaan met niet geforceerde esthetische originaliteit en ongedwongen oplossingsgericht ontwerpen, kan men spreken van opmerkelijke hedendaagse architectuur. Woning F van ZOOM architecten heeft vele zoniet alle van deze kwaliteiten ‘in huis’.
Zondermeer een ontdekking!
De architecten werden reeds vroeg in het bouwproces betrokken, zelfs bij de keuze van een geschikt bouwperceel. De keuze viel op een perceel voor een halfopen bebouwing met op het eerste zicht nogal wat nadelen. Het noorden valt op de kopgevel en er zijn tal van aanpalende tuinen met nadelige inkijk. De aantrekkelijke kostprijs en de wil van de architecten om voor al deze moeilijke ontwerpvragen een oplossing te zoeken en ze eerder te zien als uitdagende opportuniteiten, waren doorslaggevende argumenten om er toch volop voor te gaan.
Patio
Puur organisatorisch gezien was de combinatie van het creëren van privacy met de specifieke oriëntatie misschien wel het meest uitdagende. Het idee was om overal rond de woning buitenruimte te creëren om van ’s ochtends tot s‘ avonds een glimp van de zon te kunnen opvangen. Uiteraard gooien de traditionele rooilijn en de verplichting om het bestaande gabarit te volgen daarbij roet in het eten. Dat goede oplossingen niet altijd ver gezocht moeten worden maar idealiter wel getuigen van enige inventiviteit bewijzen ZOOM architecten met hun ingreep: aan de voorzijde van het maximaal te benutten bouwvolume werd een hap uitgesneden zodat de voorgevel van de woning ten opzichte van de rooilijn schuin naar achter loopt. De obligate bebouwing op de rooilijn wordt gematerialiseerd door een bakstenen muur van 1,8 meter hoog zodat tussen deze muur en de eigenlijke voorgevel een spievormige ruimte vrijkomt om de vroegste zonnestralen op het terrein toe te laten. Tegelijkertijd werd deze bakstenen muur gebruikt om de inkijk van de buren af te blokken en werd hij naast – op de eveneens schuin lopende perceelsgrens – en gedeeltelijk achter de woning doorgetrokken. Zo creëren de architecten een soort patio dat het private deel van het terras rond de woning afbakent van het meer open karakter van de tuin. Met nauwkeurig ingeplante openingen in de muur worden perspectiefzichten naar de tuin en de omgeving mogelijk gemaakt. In de woning wordt de
gemeenschappelijke muur volledig gemetseld in dezelfde steen als deze van de tuinmuur. Het verhoogt het beschermend gevoel van de patio en doet deze gevoelsmatig doorlopen tot in de woning. Samen met de openingen in de muur en de raamopeningen vormt het een ingenieus spel van binnen/buiten, open/gesloten, zacht/hard, natuur/bebouwd. Maar het meest opvallende aan deze woning is ongetwijfeld het gebruik van prefab betonelementen voor zowel de gevel als voor het dak. De opdrachtgever wou voor gevel en dak met een uniform ‘echt’ materiaal werken en koos na overleg en het bekijken van de mogelijkheden voor beton. Deze materiaaleenheid geeft het geheel het uitzicht van een monoliet, het lijkt wel een sculptuur waarin gewoond kan worden, een grote holle blok beton, een kunstmatige grot waarbij ‘kunstmatig’ zeker niet pejoratief bedoeld is, integendeel. Het monolitische karakter wordt nog versterkt door de woning op een basis te plaatsen in hetzelfde materiaal: het terras werd ook in zichtbeton uitgevoerd. En het contrast met de bakstenen patiomuur werkt. Textuur.
Vlijmscherp
De keuze om ook het dak volledig in zichtbeton uit te voeren noopte de architecten tot bijzondere aandacht voor detaillering. Ook deze uitdaging werd moeiteloos omgedraaid in een opportuniteit. Zo werden de gevelopeningen naargelang de functie op drie verschillende manieren gedetailleerd. Bij de vaste ramen werd het glas in het gevelvlak voorzien. Het werd op de drager – aluminium thermisch onderbroken profielen – gelijmd en quasi gelijk met het gevelvlak geplaatst. De reflectie van de lucht krijgt ongehinderd vrij spel. De opendraaiende ramen werden heel diep in het gevelvlak geplaatst, gelijk met de binnenafwerking. Hiervoor werden speciale elementen inclusief retour uit één stuk gestort. Een huzarenstukje op vlak van betontechnologie wetende dat de retour van de onderzijde van de raamopening uitgerust is van een opzetkant om het raam op te plaatsen. In tegenstelling tot de vaste ramen krijg je hier een mooi schaduwspel en worden deze gevelopeningen geaccentueerd. Tenslotte werd het vaste kader van de schuiframen volledig achter de slag geplaatst. Hiervoor werden zowel het raamkader als de betonnen slag in verstek uitgevoerd zodat de overgang van beton naar hout een dunne, vlijmscherpe voeg is. Hetzelfde ontwerpprincipe vinden we terug in de aansluiting van de hoekpanelen van de gevel en de overgang tussen de gevel en het dak. Ook daar wilden de architecten een quasi naadloze overgang en zeker geen goot die van beneden zichtbaar was. Hier werd het bovenste betonnen paneel aan de bovenzijde ook in verstek gemaakt en de afstand tot de onderzijde van het onderste dakelement werd zo klein mogelijk gehouden. De waterdichte laag van de ingewerkte goot werd uitgevoerd in een EPDM-folie die over het volledige dak – onder de elementen in prefabbeton – doorloopt. Het gebruik van het beton op het dak vroeg wel enkele maatoplossingen. Op de EPDM-folie werden de betonpanelen geplaatst, maar om perforatie van de folie te voorkomen werd eerst een losliggende constructie in staal over de nok geplaatst. Hierin werden de betonnen panelen vervolgens verankerd. In tegenstelling tot de voegen in de gevel die opgekit zijn, bleven de voegen tussen de elementen op het dak open om voldoende ventilatie aan de achterzijde ervan te verzekeren.
Architecturaal maniërisme
De schijnbare eenvoud waarmee de esthetische strakheid van de buitenzijde bekomen werd, is bedrieglijk. En dat maakt deze woning zo bijzonder boeiend. Het interieur is meer van het wysiwyg-principe: hier geen super ingenieuze krachttoeren om de eenvoud te verkrijgen. De draagstructuur van de woning is in staal, die grotendeels zichtbaar gehouden werd. Tegen de betonnen gevelelementen werd een PUR-isolatie bevestigd waartegen op zijn beurt een wand in houtskelet opgevuld met glaswol en afgewerkt met gipskarton, de buitenwandconstructie volledig maakt. Ook alle niet-dragende binnenwanden werden uitgevoerd in houtskelet. Om het interieur zowel horizontaal als verticaal te ordenen werd over de volledige hoogte van de woning een ‘megameubel’ ontworpen. Hierin zitten alle natte cellen, de trap, kasten, schachten, … Het meubel staat op ongeveer 90 cm van de bakstenen woningscheidende wand en biedt toegang tot de vestiaire, het toilet, de trap en de keuken. Het keukenmeubilair is geïntegreerd in het megameubel, het koken zelf gebeurt in de zone tussen het meubel en de bakstenen wand. De architecten kiezen hier ook voor contrasten. Enkel de woningscheidende muur is uitgevoerd in baksteen – dezelfde als de patiomuur – de andere wanden zijn wit, inclusief deze van het megameubel. Ook de keuken en de eettafel en stoelen zijn wit. Het plafond is in zichtbeton. Dezelfde kleur- en materiaalcombinaties vind je terug op de verdiepingen. Op de eerste verdieping vind je twee kinderkamers met een toilet, badkamer en berging in het megameubel. Op de tweede verdieping situeert zich de master bedroom volgens dezelfde principes. De trap, in staal en hout, is zeer fijn vormgegeven. De bordessen hangen aan het megameubel in de open ruimte naast de scheidingswand. Het lijken wel terrasjes die je als rustpunten op de architecturale wandeling doorheen deze woning uitnodigen om even stil te staan bij zoveel serene schoonheid.
Deze woning is één geheel hoewel er een grote verscheidenheid aan details en technisch vernuft verscholen gaan om deze esthetische totaalbeleving te realiseren. Deze woning is een object. Een sculptuur. Met slechts één doel: de levenskwaliteit van de bewoners verhogen. Een nobele daad van architecturaal maniërisme!
Tekst: Johan Geerts
Foto’s: Dieter Van Caneghem