a2o – atelier voor architectuur en omgeving
PXL staat al 50 jaar voor vooruitstrevend kunstonderwijs in Vlaanderen. Hoog tijd dus om ook de campus in Hasselt dat te laten uitstralen. a2o zocht en vond een concept dat zelfs nog meer deed. De campus stoomt niet alleen studenten klaar voor de creatieve markt, door ook de ruimtes tussen de gebouwen aan te leggen en te laten aansluiten op het stadspark krijgt de Hasselaar bovendien een stuk groen terug.
De bestaande campus aan de Elfde-Liniestraat in Hasselt omhelst diverse kunstscholen, waaronder een secundaire school en een hogeschool. PXL wint met haar progressief kunstonderwijs steeds meer leerlingen. In de secundaire school is het aantal leerlingen de laatste tien jaar zelfs verdubbeld. Ze leren de studenten op een andere manier én flexibel denken en in tegenstelling tot zij die leerlingen op een traditionele manier klaarstomen voor de arbeidsmarkt, slaat hun formule steeds meer aan. Misschien geloven de studenten ergens, net als zij, in de veronderstelling dat de 10 belangrijkste beroepen van 2030 nog niet bestaan en hebben ze niet langer zin om in één richting te worden geduwd. Eerder wensen ze een vrije opleiding om later op een flexibele manier in te stromen. Maar het is een feit dat hun onderwijs booming is.
Om daaraan tegemoet te komen was een nieuwe kunstschool nodig. Stefaan Evers: “De bestaande kunstschool stond er inmiddels 50 jaar en kende een vrij klassieke typologie. Dat matchte niet langer met waar ze als organisatie pedagogisch voor staan. Ze wilden graag een kunstschool van de toekomst maken en daarbij, naar Scandinavisch model, weggaan van het principe met de klassieke gangen en klassen. Het was voor ons tegelijk een leuke en uitdagende opgave maar geen gemakkelijke. Bovendien was het in 2016 met de Design and Build-procedure een intensieve architectuurwedstrijd.”
De wedstrijd omvatte, behalve het ontwerpen van een nieuwe school, ook de vraag om een masterplan te maken voor de campus en een private ontwikkeling. Dit werd ingevuld als studentenhuisvesting omdat ze de nood daaraan voelden om het masterplan compleet te maken. “Het voordeel is dat dergelijke toevoeging zichzelf eigenlijk financiert. En voortgaande uit de gesprekken is het niet enkel wenselijk voor studenten maar ook voor buitenlandse studenten, artiesten en lectoren die er vaak te gast zijn. De studententoren draagt er ook toe bij dat het leven op de campus na de lesuren gewoon doorgaat. Met een stuk horeca erbij zien zij het geheel als een soort eindeloze performance. Ons idee was ook om een campusmodel te creëren dat zich op zijn omgeving richt. Enerzijds – weliswaar met zijn rug en dus veel gesloten vlakken – naar de overkant van de ringweg waar zich een creatief bedrijventerrein bevindt waar de studenten nadien aan de slag zouden kunnen gaan. En anderzijds opent het nieuwe gebouw zich volledig naar de rest van de campus en naar de stad.”
In het masterplan wou a2o vooral een groene campus ontwikkelen. De omgeving werd immers gekenmerkt door losse parkeerterreinen en fragmentarische verhardingen waardoor het eerder een onaangename plek was. “Ook de omgeving moet stimulerend werken, vandaar dat wij het groen een belangrijke rol hebben toegedicht. Temeer door de aanwezigheid van het aangrenzende stadspark. Die link was in de bestaande toestand door de jaren heen compleet verdwenen. Onze bedoeling was dan ook om de campus opnieuw te laten aansluiten op die groene long in de stad. Met een grote campustuin die teruggegeven wordt, in eerste instantie aan de studenten en docenten maar bij uitbreiding ook aan de Hasselaar. Ons ontwerp voor de buitenomgeving had als doel om dezelfde beleving te geven, of je nu in de campustuin of in het stadspark wandelt.”
De kunstschool zelf is ontworpen als een plek voor continue creatie. Die komt van binnenuit want de architectuur kent eerder een vlakke en sobere typologie, een abstract volume dat onder meer verwijst naar de bestaande modernistische toren van PXL iets verderop uit de jaren ‘1960. “Het volumespel van die blokken wordt dus in de campus verdergezet. We hebben in feite een heel radicale structuur gebouwd met een betonnen kern waarbij alle kolommen en balken dezelfde dimensies kennen. Als een soort grid dat ook buiten in de terrassen doorloopt. Daar zijn vervolgens drie grote trappen aan toegevoegd en een torenvolume dat richting geeft aan de flexibiliteit want een gebouw dat 100% flexibel is vervalt al snel in non-architectuur en dat wilden we vermijden. De invulling met verschillende ateliers is gebaseerd op wat een hedendaags atelier vraagt. Daarbij hebben we bepaalde units voorzien die door de studenten vrij in te vullen zijn. Met lichte vloeren en wanden kan het gebouw een constante transformatie ondergaan. Door het ontbreken van gangen en afgesloten klassen moeten studenten door de andere ateliers naar hun plek. Zo krijg je constant studenten die elkaar prikkelen en ontstaat er kruisbestuiving. Centraal is er een grote open ruimte in een grid van negen kolommen die als tentoonstellingsplek functioneert. Er kan werk getoond worden en studenten en docenten kunnen er in dialoog gaan met elkaar en lezingen geven. Een groot raam biedt daar een blik op de wereld.”
Net boven die centrale ruimte staat het torenvolume waarin de rest van de studenten MAD – Media Arts & Design – zijn ondergebracht. Waar de kunststudenten voornamelijk in het balkvolume verblijven, kennen zij die digitale media studeren hun onderkomen in de toren. Maar ook verticaal is er kruisbestuiving en ontmoeten de verschillende studenten elkaar. Er is zelfs een geurlabo voorzien, afgesloten met glazen wanden. Met nog studenten juweelkunst, keramiek, schilderkunst, beeldhouwen… komt elke beeldende kunstvorm aan bod. Zelfs de werkplekken die op het terras zijn gecreëerd, worden intensief gebruikt.
Om deze kunstschool vorm te geven is een donkerrode baksteen gebruikt in een groot formaat. Deze kloeke steen wordt iets verderop in Maaseik gemaakt door Wienerberger. Het draagt bij aan het abstracte en robuuste uitzicht van het gebouw. Verder kent het met bruin aluminium schrijnwerk een eenvoudige materialisatie. Hetzelfde geldt voor binnenin waar de betonnen structuur met hout wordt gecombineerd wat een warme sfeer toevoegt. De grote raampartijen, zeker aan de kant van de stad, zorgen voor openheid en nodigen uit tot een bezoek aan de campus.
a2o is er vooral in geslaagd een school te creëren die intens wordt gebruikt. Het staat ook goed op de campus. “Hoewel het aanwezig is, zorgt de materialisatie en de manier waarop het zich in de omgeving inpast, ook voor een zekere ingetogenheid. Het is fijn vast te stellen dat het gebouw gebruikt wordt zoals we het bedoeld hadden. Waar het bij oplevering nog heel clean was, is het na een half jaar al volledig ingenomen door de studenten maar door die radicale structuur blijft het gebouw, ondanks alles, heel leefbaar. Het is door de gebruiker overgenomen maar niet afgebroken. En hoewel het kunstonderwijs daarmee eindelijk een gezicht heeft gekregen, is dit project voor ons als architect veel meer dan het gebouw alleen. Het was ook de aanleiding om het binnengebied aan te pakken. Door de heraanleg van de campus genieten niet enkel de studenten van de omgeving maar ook elke Hasselaar of toerist. Zeker nu de site zo goed als autovrij is, is het een veel aangenamere plek in de stad geworden.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Stijn Bollaert