Jaspers-Eyers Architects
Het Brusselse Manhattan Center is gebouwd in 1972. De bouw paste in een ambitieus plan om van de Brusselse Noordwijk een uit de kluiten gewassen zakendistrict te maken, bestaande uit 78 kantoortorens. De E19 en E40 zouden door het centrum van Brussel worden geleid en elkaar kruisen vlak bij het nieuwe project. Voetgangers zouden zich verplaatsen via een luchtbruggennetwerk, dat zou lopen via de sokkels van de nieuwe gebouwen en tot over het historische hart van de stad zou worden doorgetrokken. De sokkels van verschillende gebouwen werden aangepast om de bruggen op te vangen. Maar toen kwam de oliecrisis in 1973. Het gigantische plan werd nooit afgemaakt, maar het Manhattan Center en de bestaande WTC-torens zijn er een overblijfsel van.
Vandaag is Manhattan eigendom van Icon Real Estate. Met zijn 102 meter is het een van de hoogste gebouwen in de Brusselse skyline. Toch kon de bezoeker die Brussel binnenreed het gebouw tot voor kort amper herkennen. Meer nog: zelfs voor wie er vlak voor stond, was het niet vanzelfsprekend om de ingang te vinden. Manhattan vormde immers één groot monolithisch blok met het Sheraton en het Thonhotel. Hoe groot en imposant ook: het gebouw werd opgeslokt door zijn omgeving. In 2015 werd besloten dat ontoegankelijke blok te doorbreken. Een grondige renovatie diende zich aan. Jaspers-Eyers Architecten werd voor de opdracht geselecteerd en vormde een team met Conix RDBM en Creneau International, wat leidde tot een fijne samenwerking. Het eerste deel van de renovatie is intussen opgeleverd, het tweede deel gaat vooral om verbouwing van het interieur en zal klaar zijn in april.
Projectarchitect Marc Ceuppens: “Het gerenoveerde Manhattan Center is het tastbare bewijs van hoe integratie in de stad hand in hand kan gaan met een grotere zichtbaarheid. Om het gebouw zijn eigen identiteit te geven, hebben de uitstekende vinnen het gebouw duidelijk zichtbaar gemaakt van op een afstand.” Meer nog: de op sommige plaatsen bijna twee meter brede uitsteeksels zorgen er zelfs voor dat de voorbijganger als het ware door het gebouw wordt aangetrokken. De gevelbekleding werd over een groot deel van de sokkel vervangen. Daarvoor is travertijn en Spaanse natuursteen gebruikt, die zijn doorgetrokken naar de nieuwe, indrukwekkende inkomhal. Om Manhattan zijn nieuwe zichtbaarheid en uitstraling te geven, is de bestaande toren volledig ontmanteld en gerenoveerd. Vóór de renovatie besloeg het Manhattan Center 62.000 m², met 28 bovengrondse en 6 ondergrondse verdiepingen. Vandaag bedraagt de oppervlakte 68.000 m², een gevolg van de twee verdiepingen extra kantoorruimte die zijn toegevoegd. Ook van de voormalige technische ruimtes op verdiepingen +16 en +27 zijn kantoren gemaakt. Elke werkruimte is gelinkt aan een ontspanningsruimte, zoals een terras, het restaurant, een aantrekkelijke vergaderruimte of de wintertuin. Het zijn ruimtes die van doorslaggevend belang zijn in de hedendaagse manier van werken; informele ontmoetingsplaatsen waar werknemers even afstand kunnen nemen van hun klassieke werkomgeving, in een setting die volop visueel in contact staat met de stad.
Manhattan is op en top aangepast aan de New Way of Working. Het is een bruisende, verticale mini-stad op zich, aangepast aan de uiteenlopende noden van de hedendaagse werknemer. Een plaats van leven en beweging met een mix van functies: kantoren maar ook een fitnesscentrum, een school, verscheidene winkels en horeca. Het is, met andere woorden, een plaats van ontmoeting en interactie, die inspireert en verbindt. De verschillende functies spelen daarin uiteraard een cruciale rol, net als het atrium, een micro-universum op zich waar mensen elkaar kunnen vinden en ontmoeten. Functionele flexibiliteit gaat bij Manhattan echter nog verder dan dat. Ook met duurzaamheid en aanpasbaarheid in de toekomst is volop rekening gehouden.
De zuidkant van Manhattan is gericht naar het stadscentrum, de westkant naar de basiliek van Koekelberg, de noordkant naar het zakendistrict en het Atomium. Het vorige ontwerp communiceerde echter niet met de stad en daar is nu verandering in gebracht. De inkomhal is zo transparant mogelijk gehouden, zodat contact wordt gelegd met het brede voetpad. Terrassen op verschillende niveaus brengen leven in de gevel en zorgen voor visuele interactie met de voetgangers. Halverwege het gebouw bevindt zich een vier verdiepingen hoge serre, die niet alleen zorgt voor openheid en (visueel) contact binnen het gebouw, maar ook voor voeling met de stad, over de nabijgelegen gebouwen in het golvende Brussel heen. Die relatie manifesteert zich ook aan de zuidkant van het project, waar vroeger geen link bestond tussen de sokkel, de toren en het voetpad. Zonde, gezien de schitterende oriëntatie. Dankzij een cascade-opbouw met een mooi uitgewerkte esplanade is er nu aansluiting met het stadsweefsel. Jean-Michel Jaspers: “Terwijl het vroeger zoeken was naar de ingang, heeft die nu heel duidelijk zijn plaats in het stadsbeeld. Ook de felle stenen sokkel en de contrasterende, ijlere glazen toren zijn zo opgevat dat ze maximaal aansluiting zoeken met de omgeving. De hotels met vergader- en feestzalen en de Vlerickschool zorgen voor avondlijke en nachtelijke activiteit. Het gebouw is dus niet het traditionele, monotone kantoorgebouw dat leegstaat na de kantooruren.”
John Eyers: “Van bij de start was het de bedoeling het BREEAM Excellent-certificaat te halen. Dat is ook gelukt, dankzij een complete vernieuwing van de installaties en technieken en tal van andere ingrepen. Zo is al het gebruikte hout afkomstig van gecertifieerde houtwinning en is tijdens de werf een doordacht systeem van afvalbeheer toegepast om zo veel mogelijk materiaal ter recupereren.” Als aanmoediging voor milieuvriendelijk woonwerkverkeer is een voldoende grote fietsenparkeerplaats voorzien met bijhorende kleedruimtes, douches en een herstellingsruimte voor fietsen. In de autoparking bevinden zich oplaadpunten voor elektrische wagens. BREEAM assessmentbureau CES: “De verschillende gebruikers van het gebouw hebben hun eigen energiemeters om eventueel uitzonderlijk verbruik van verwarming, koeling, elektriciteit of stadswater te kunnen detecteren en aan energiemanagement te kunnen doen. Alle grote energieverbruikers worden ook afzonderlijk gemeten. De sanitaire toestellen zijn waterbesparend en energiezuinige binnen- en buitenverlichting en een energiezuinige lift helpen mee het energieverbruik te beperken.” De systemen voor koeling en verwarming zijn gekozen met specifieke aandacht voor het comfort van de gebruikers en om de uitstoot van schadelijke gassen tot een minimum te beperken. Zelfs de buitenlucht wordt gefilterd voor ze in het gebouw wordt verdeeld. Om maar te schetsen hoe sterk het verhaal van Manhattan is qua ecologie en duurzaamheid. In het nieuwe ontwerp heeft elk gebouw trouwens zijn eigen stookplaats en technische ruimte. Ook in de gevel zitten technieken, zodat de nieuwe façade zich tussen 40 en 120 cm verder bevindt dan de vorige. Twee vliegen in één klap, want door die ingreep is ook meteen meer kantoorruimte gecreëerd. Het gerenoveerde Manhattan Center is een voorbeeld van hoe aan een verouderd gebouw een nieuw leven kan worden gegeven, toekomstgericht en maximaal gebruikmakend van de bestaande infrastructuur.
Tekst: Sara Brouckaert
Foto’s: Philippe Van Gelooven