Van Belle & Medina

Van Belle & Medina

Dat architectuur en natuur hand in hand kunnen gaan en elkaar kunnen versterken, bewijst dit project. Toen de stad Genk en kunstenaar Koen Van Mechelen op zoek waren naar een paviljoen voor het voormalige dierenpark en huidig landschappelijk park én expositieruimte van de kunstenaar, begreep Van Belle & Medina dat er nood was aan een passend gebouw met bijzondere aandacht voor de landschappelijke, culturele en ruimtelijke betekenis.

Een gebouw dat de functie – ontmoetingsplaats met dierenartspraktijk en workshopruimte – overstijgt en bovendien met een eigen autonomie, reflectie en getuigenis van zijn tijd. Een gebouw dat bijna de geest van de kunstenaar verbeeldt. Die werd dan ook nauw bij het ontwerpproces betrokken. Kurt Van Belle: “Om dit project te kaderen moeten we terug naar 2010. Toen leerden we Koen kennen naar aanleiding van een nieuw te bouwen woonzorgcentrum in Sint-Truiden waarvoor wij laureaat waren en waarvoor Koen een kunstwerk had gemaakt. En ook dat was een landschappelijk project. Hij woont daar in de buurt, had zijn ateliers in Hasselt en is in die periode begonnen aan zijn installatie voor Genk. De opdrachtgever van dat project had een vooruitstrevende kijk op de integratie van kunst in de paviljoenen die wij hadden uitgetekend. Gezien Koen nauw betrokken werd, leerden we elkaar ook beter kennen. Het kunstwerk – 6400 glazen eieren in een ontdubbelde wand – komt trouwens terug in La Biomista, namelijk in het kleine entreegebouw van Mario Botta.”

De site van La Biomista is 24 hectare groot, waarvan vandaag al de helft is ontwikkeld en gedomesticeerd. Voor de overige 12 hectare krijgt de natuur vrij spel. In het ontwikkelde deel zijn verschillende gebouwen voorzien met naast het entreegebouw ook nog ‘The Batteries’, het atelier van Koen Van Mechelen, en de bestaande villa. Van Belle & Medina kreeg via een wedstrijd de kans om een vierde gebouw te ontwerpen. LabOvo is het gebouw dat zich op een scharnierpunt in het park bevindt, namelijk daar waar de rondleiding langs de interventies van de kunstenaar stopt en begint. “Dat was voor ons belangrijk voor het ontwerp. Het zette ons ertoe aan een gebouw te creëren dat gezien kan worden als de architectonische sublimatie van zijn denken. Daarbij was het voor ons heel snel duidelijk dat het gebouw weliswaar de functies van dierenartspraktijk en workshopruimte zou krijgen maar op een subtiele manier. Als architecten zeggen we graag iets over het landschap wanneer we over architectuur moeten denken en omgekeerd geldt hetzelfde. Verborgen in het landschap waar het gebouw moest komen, treffen we drie dierencompartimenten aan die op een bepaald moment samenkomen met een spitse punt. Het ruimtelijk vertalen van die compartimenten leidde naar een soort van omarming die wij vormgaven met driedimensionale bogen.”

Van Belle & Medina ging daarbij aan de slag met sterk geometrische figuren en geïnspireerd door Zuid-Amerikaanse referenties zoals een Dome met bovenlicht of het werk van Oscar Niemeyer. De complexiteit in het ontwerp werd immers nog versterkt door het in dit geval ontbreken van ruimtelijke restricties. Je moet dus een keuze maken van hoe je het landschap gaat kaderen en die interventie heeft een impact zowel op de site, infrastructuur, landschap en doorwaadbaarheid. De bogen waren in dit geval een interessante interventie. “Het gebouw bestaat eigenlijk uit vier bogen – twee open en twee gesloten – die volumetrisch één configuratie vormen, een soort bos van bogen. De schakeling ervan is enerzijds een logisch gevolg vanuit de landschappelijke karakteristieken en anderzijds een vertaling van het programma in verschillende componenten. De centrale ruimtelijke uitsparing en het wijds overkragende dak versterken de ruimtelijke en horizontale kwaliteiten. Bovendien werken die bogen als een constellatie van contrasten, van analoge en homogene relaties, van balans en spanning. De cadrage die we met de bogen maken, voert een constante dialoog met het landschap.“

Behalve in het landschap staan en ermee in dialoog gaan, wil je er gezien de schoonheid uiteraard ook over kunnen kijken. Het gebouw van 20 m breed en 40 m lang kreeg daarom een duidelijke dakstructuur als Belvedère. Met nog twee trappen kan je letterlijk door en op het gebouw heen lopen waarbij je telkens andere doorzichten op het landschap krijgt. De uitsparing in het dak creëert een soort bovenlicht als in een Dome waardoor je de link met het hemelse krijgt, het onbereikbare. Het laat het licht – en tegelijkertijd een rijkdom aan schaduwen – gulzig binnenvallen en roept automatisch emoties op bij de bezoeker. “Licht is een belangrijke bouwsteen. Hier zorgt het voor een gevoel van zen. Dat komt ook omdat het een intelligente landschappelijke structuur is die vrij is van invulling, een functieloos gebouw. Het is een sculptuur die zich net als kunst laat lezen, begrijpen. En openstaat voor interpretatie. Net zoals kunst heeft het verschillende lagen en die betekenislagen veranderen steeds weer, afhankelijk van het oogpunt van waaruit ze worden bekeken. In dat opzicht kan je het omschrijven als een gebouw van momenten en emoties.”

Om zoiets te materialiseren was beton de enige juiste keuze. Het materiaal vertegenwoordigt zwaarte en soliditeit, daar waar het gebouw zich tegelijk haast als een dynamisch spel van lijnen en vlakken – een lichtvoetig sculptuur – gedraagt. Dit verhaal van dualiteiten is een wederkerend element in de architectuur van Van Belle & Medina. Het paviljoen werd dan ook volledig voorzien in ter plaatse gestort beton om dan de tegenstelling in larikshout te maken op de kopse gevels waarachter de dierenartsenpraktijk en de workshopruimte zich verschuilen. “Ook in materialisering zit er een duidelijke hiërarchie. De context is beton en wat we toevoegen is hout waarbij we nog eens spelen met de perceptie van gezichtsbedrog door de afstand en diepte tussen de houten profielen te variëren.”

Kurt Van Belle: “Dit project is me heel dierbaar. LabOvo is ook de architectuur waar ik als architect en persoon heel dichtbij sta. Mochten al mijn projecten dit kunnen zijn, ben ik een gelukkig mens. Dat het gebouw mensen raakt, blijkt uit de inspiratie en ideeën die het bij mensen creëert en hoe het leeft en wordt beleefd op social media. Er zit dan ook heel wat architectuurgeschiedenis in vervat. Het stemt mij tevreden dat het deel uitmaakt van de route langs de installaties van Koen, dat het helpt om spanning op te bouwen maar tegelijkertijd een baken van rust is voor de bezoeker. Het is ook een heel uitnodigend gebouw dat net door de landschappelijke interventie betekenis krijgt. Het is het resultaat van een intensief ontwerpproces waarbij zowel Koen als wij kritisch voor elkaar en elkaars werk zijn geweest. Maar daardoor ontstaat iets nieuw, een gebouw dat meer is dan zomaar een gebouw.”

Tekst: Sam Paret
Foto’s: Nick Cannaerts

 

Van Belle & Medina
Raapstraat 4 – 2000 Antwerpen
t. 03 234 02 87
office@vanbellemedina.com – www.vanbellemedina.com