Wiel Arets Architects ︲ eld
De aftandse toren uit de jaren 1970 naast de Vlaamse opera was lang een lelijke plek in het Antwerpse straatbeeld. Het duwde dit statige gebouw in beaux-artsstijl te veel naar de achtergrond. Toen Matexi het hele gebouw in eigendom kreeg, konden plannen voor renovatie en herbestemming worden gesmeed. Met als finaal resultaat de nieuwe toren te laten schitteren aan de Antwerpse skyline en tegelijkertijd in zijn soberheid de voorgevel van de Vlaamse opera terug prominent in het straatbeeld aanwezig te brengen. Een geslaagde operatie van de tandem Wiel Arets Architects en eld.
Hoewel de toren een prima locatie had – naast de opera en tussen de binnenstad en het Centraal Station – werd er lang niet alles uitgehaald. De kantoren mochten dan wel grotendeels zijn verhuurd, het winkelcentrum was een doorn in het oog. Enkel de winkels in de plint aan de buitenkant werden nog enigszins benut. In de sokkel van de toren, pal naast de opera, zaten er ook enkele studio’s en appartementen en aan de achterzijde in de Van Ertbornstraat was er een erg basic hotel. De kantoorvloeren verouderden en het beheer van het gebouw werd wat verwaarloosd. Daardoor kwam het gebouw grotendeels leeg te staan en werd het steeds meer gezien als een schandvlek in de stad. In Europa gold het lange tijd zelfs als één van de lelijkste gebouwen van ons continent. Het valt uiteraard snel op aangezien het, met uitzondering van de Kathedraal en de Boerentoren, het enige echt hoge gebouw in de omgeving is. Een herontwikkeling drong zich dus op.
De toren viel op in negatieve zin maar anderzijds biedt de hoogte ook perspectieven om er iets moois van te maken. Op voorwaarde dat je de toren in zijn geheel mag aanpakken, van kelder, plint, kantoren tot de top. Joris van den Hoogen, WAA: “Daar hebben we bij Matexi altijd voor gepleit. Deze markante locatie leent zich uitstekend voor een herontwikkeling met een gemengd programma waarbij de invulling van de toren getransformeerd wordt van kantoren naar woningen. Dat is meteen de grootste wijziging die ze ons vroegen in het programma. Deze nieuwe bestemming gaf ons aanleiding om de toren op een andere manier te bekijken en in te vullen. Daarvoor werd alles heel grondig herdacht.”
In het bestaande plan stond de toren op zijn sokkel iets teruggetrokken. Bart Anthonissen, eld: “De sokkel is volledig opnieuw gebouwd met nieuwe verdiepingshoogtes die passen bij het huidige programma waarin je zowel winkels en kantoren kan maken. Vervolgens hebben we de toren alzijdig uitgebreid in de langse en de kopse gevels. Door die ingreep zijn die laatste in het vlak van de plint komen te staan en landt de toren op het maaiveld. De scherpe knik en hoeken in de bestaande vormgeving van de toren werden bovendien verzacht. Het grondplan heeft in de basis daardoor nog wel dezelfde parallelliteit maar kent door de materialisering een vriendelijker voorkomen. En tot slot is de toren ook iets hoger gemaakt om de nieuwe verhoudingen goed te krijgen. Daarbij is rekening gehouden met wat maximaal toegelaten was in het luchthavenbesluit. Met iets meer dan 100m is het nu, na de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, het hoogste gebouw in Antwerpen, en zeker het hoogste residentiële gebouw.”
Renoveren en herbestemmen brengt heel wat uitdagingen maar ook opportuniteiten met zich mee. De toren werd rondomrond uitgebreid om voldoende ruimte te creëren voor de inwendige ontsluiting van de woningen, en om de mogelijkheid te scheppen inpandige terrassen te maken met een mooie bruikbare diepte. Het nieuwe structurele systeem met kolommen en wanden, telkens ten opzichte van elkaar geschrankt per etage maakt het mogelijk deze nieuwe uitkragingen op te vangen zonder kolommen in de gevel en creëert telkens vrij indeelbare structurele velden met een gevelbreedte van 17,6m. Hierdoor kan binnen dit grid een veelheid aan mogelijke configuraties aan appartementen worden ontworpen, en blijft dit tevens aanpasbaar in de tijd. De vroegere gevelkolommen, 172 in totaal, werden na het bouwen van de nieuwe structuur verwijderd.
Buiten de footprint van de toren is de sokkel en de ondergrond volledig afgebroken en geoptimaliseerd. In de kelderverdieping is het huidig parkeren ondergebracht, de vier verdiepingen tellende sokkel is gewijd aan retail en kantoren. Die sokkel is dermate flexibel dat je beide functies eenvoudig kan omschakelen. De laag net bovenop de plint – voor de woningen beginnen – hebben de architecten een publieke functie gegeven met een groot terras van waaruit je een fantastisch zicht hebt op de stad. “Dat is zowel voor de bewoners als voor de aantrekkingskracht van de toren een meerwaarde. De kant van de Keyserlei vraagt dan weer een aaneengesloten winkelfront waarin alle retailers een plek krijgen. Om het conflict met bewoners en werknemers van de kantoren eruit te halen, hebben we voor hen een aparte toegang voorzien. Deze toegangen worden bereikt via de Frankrijklei, net naast de opera. Op die plek hebben we middels een grote vide een ruime lobby gecreëerd waar ook de mensen toekomen die via de parking met ingang langs de Van Ertbornstraat, binnenrijden. Die gescheiden circulatie, waarbij beiden een belevenswaardige entree in de sokkel krijgen, vonden we heel belangrijk.”
De materialisatie van het gebouw vloeit voort uit de manier waarop het is geconstrueerd. De alternerende wanden zie je immers terug in het gevelontwerp. Die werden bekleed met witte terrazzo-elementen van 8m80 in T-vorm en hetzelfde geldt voor de plafonds en de binnenwanden van de terrassen. De terrazzo werd gepolijst waardoor de marmergranulaten bloot komen te liggen en ze het geheel een mooie glinstering bezorgen. Deze afwerking maakt het geheel bovendien hard en weinig poreus waardoor het minder snel veroudert en lang zijn uitzicht behoudt. Ook binnenin, in de gemeenschappelijke delen, werd dit materiaal doorgetrokken. Het schrijnwerk bestaat dan weer uit geanodiseerd aluminium en kent een bredere profilering bij de opengaande delen die zoveel mogelijk op de terrassen zijn gericht. De ramen zelf werden in het gevelvlak zo groot mogelijk gemaakt. Dergelijke glaspartijen van 4m20 op 2m40 bieden een fantastisch zicht naar buiten over de stad. De titaniumkleur van het aluminium geeft het geheel een bronzen en warme aanblik, zeker wanneer de zon er vol op schijnt.
In de ondergrond van het gebouw is een collector voorzien om de mogelijkheid te hebben het hele verwarmingscircuit in de toekomst op een mogelijk stadsverwarmingsnet aan te sluiten. Met het gehele dak voorzien van zonnecollectoren en PV panelen voldoet Antwerp Tower aan alle energetische eisen en heeft het opnieuw een mooie toekomst voor zich. “Waar de opera uit een andere tijd dateert met een sprekende architectuur, verhoudt de Antwerp Tower zich ermee als een goede buur. In die zin dat het de opera respecteert en er op een heel nette manier op aansluit. Zo krijg je uiteindelijk twee aparte identiteiten die mooi naast elkaar staan zonder elkaar te beconcurreren. Vandaar ook onze keuze in materialisatie, zoals alle belangrijke gebouwen in Antwerpen, voor een eerder witte steen. In vergelijking met vroeger versterken ze elkaar nu. En uiteraard zijn we tevreden dat we Antwerp Tower zo konden transformeren tot een flexibel gebouw dat alle programma’s opnieuw kan huisvesten en dat er weer gewoond wordt in het centrum van de stad. Zelfs indien er in de komende decennia nog programma’s wijzigen, blijft de toren overeind. Die is hoog en zichtbaar maar niet schreeuwerig. In zijn rust en eenvoud doet de toren nu wat zijn voorganger niet kon, namelijk een hotspot zijn in de stad waar iedereen graag komt en woont.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Jan Bitter