wilma wastiau
Al goud wat blinkt in het Nederlandse Houten. Sinds de lente van 2020 mag het plaatsje vlakbij Utrecht zich de thuishaven noemen van The Dutch Vault, het gloednieuwe onderkomen van de Koninklijke Nederlandse Munt. Het gebouw is op zijn zachtst gezegd markant. Het lijkt wel een langwerpige geometrische figuur, opgetrokken uit gouden driehoeken die een subtiel spel van licht en schaduw etaleren. Bovendien is er een opmerkelijke Belgische connectie. Niet alleen is de Koninklijke Nederlandse Munt sinds 2016 in handen van de Heylen Group uit Herentals, voor de architectuur van het nieuwe gebouw tekende wilma wastiau uit Westerlo. Het ontwerp van het architectenbureau gooit inmiddels hoge ogen, niet alleen vanwege het nu al iconische silhouet. The Dutch Vault laat immers heel mooi zien hoe industriële architectuur behalve een hoge designfactor ook een belangrijke meerwaarde kan hebben voor mens en omgeving.
De Koninklijke Nederlandse Munt is al meer dan 450 jaar verantwoordelijk voor het ontwerpen, slaan en distribueren van de Nederlandse munten. Tegenwoordig werkt het bedrijf niet alleen voor Nederland, maar ook voor zo’n 70 landen overal ter wereld. De afgelopen 100 jaar deed het dat vanuit het Muntgebouw, een prachtig historisch pand in Utrecht dat jammer genoeg niet meer up-to-date was. “De productie en opslag van circulatiemunten is logistiek geen evidentie en stelt bovendien hoge veiligheidseisen. Daar kon het oude gebouw niet langer aan tegemoet komen”, vertelt architect Marie Wastiau. “Vandaar de verhuis naar een andere locatie. Men had een mooie site gevonden in een groot bedrijvenpark op fietsafstand van Utrecht. Afgezien van die industriële context was het er opvallend groen en zou het gebouw langs drie zijden omringd zijn met water. Aan ons werd gevraagd een ondoordringbare industriële constructie te ontwerpen zonder veel zichtbare openingen. De uitdaging lag erin die functionaliteit te doen rijmen met een architectuur die zowel interessant is voor de werknemers als voor het omringende landschap. Het gebouw speelt een belangrijke rol in de branding van de Koninklijke Nederlandse Munt. Het moest haar drang naar vernieuwing, innovatie en efficiëntie reflecteren. De grote vraag was dan ook hoe we die dichte betonnen doos toch een bepaalde zachtheid en uitstraling konden geven.”
The Dutch Vault kenmerkt zich door een goudkleurige gefacetteerde gevel. Het gebouw bestaat uit driehoekige geprofileerde staalplaten die in verschillende richtingen geplaatst werden en er zo een opvallende dynamiek aan geven. “Door de gouden kleur spreekt men al snel over een goudstaaf, maar daar heeft het concept eigenlijk weinig mee te maken,” vertelt Marie Wastiau. “We hebben een studie gemaakt van de geschiedenis van muntontwerpen. De goudkleurige facetten op de buitengevel zijn geïnspireerd op het reliëf dat vaak terugkomt in circulatiemunten. Denk aan het facettenportret van koning Willem-Alexander op de Nederlandse euromunt. Het ontwerp is van fotograaf Erwin Olaf en laat het verkavelde landschap en de diversiteit in Nederland zien. Het is een teken van nationale trots, wat de gevel van The Dutch Vault een behoorlijke symboolwaarde geeft.”
In de gevel merk je nagenoeg geen openingen, op een grote glaspartij ter hoogte van de gespitste inkomhal na. Toch baadt het gebouw in het daglicht. The Dutch Vault bestaat in hoofdzaak uit twee delen: een immens waardegebied en de nodige kantoren. Beide delen zijn strikt gescheiden van elkaar, maar zijn ook visueel verbonden door glas. Bovendien valt het daglicht rijkelijk binnen via twee lichtstraten boven de productie en een binnentuin die doorheen de kantoren snijdt. “Vanuit de kantoren kijk je uit op de productiehal en omgekeerd”, legt Marie Wastiau uit. “The Dutch Vault moest een veilige omgeving zijn, maar ook een aangename werkplek. Het oude gebouw was prachtig qua architectuur en baadde in het daglicht. Die kwaliteit wilden we ook in het nieuwe pand laten terugkomen. Mensen in de productie zien mensen in de vergaderzalen en omgekeerd. Die krijgen op hun beurt een directe inkijk op het productieproces van de munten en op de prachtige binnentuin.” Binnen oogt The Dutch Vault net zo modern als buiten. De kantoren zijn opgebouwd volgens het box-in-box-principe. Open kantoorruimten worden afgewisseld met gesloten, goudomrande kantoren en vergaderzalen, vernoemd naar de Nederlandse prinsessen Beatrix, Juliana en Wilhelmina. “Je kan de kantoren zien als een open space met losse blokjes die in de ruimte staan. Ze worden uitgelicht doordat ze dezelfde goudkleurige coating hebben gekregen als de gevel. We hebben het goud op een subtiele manier laten terugkomen in de inrichting. Zo wentelt een gouden trap zich langs een hoge vide naar omhoog. Of je komt binnen en moet langs een gouden balie. De structuur van het gebouw is ruw: beton, staal, rails. Die basis moest een bepaalde rijkdom krijgen. Het ironische is dat zelfs de gouden beplating strekmetaal is, een standaard industrieel materiaal dat gewoon een hoogwaardige goudkleurige coating kreeg. Dat gegeven is misschien nog het meest bijzondere aan heel dit project: het is ontworpen en uitgevoerd, zonder de kosten exponentieel de hoogte in te jagen.”
Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Jan Boons – Jeroen Verrecht