Callebaut Architecten
Perfect imperfect
Architect Willy Van Der Meeren realiseerde in 1962 met Woning Roelants een gebouw dat zijn tijd ver vooruit was. Zo ver dat de techniek om de twee betonnen schalen in elkaar te laten grijpen, eigenlijk nog uitgevonden moest worden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de toen vernieuwende materialen zoals zichtbeton de tand des tijds maar net overleefden. Gelukkig slaagde Callebaut Architecten erin dit juweel van het naoorlogse modernisme zo waarheidsgetrouw te herstellen dat Willy Van Der Meeren zaliger tevreden opkijkt vanuit het graf. Want eindelijk is de juiste samenstelling gevonden om het vooruitstrevende ontwerp ook in materialisatie voor elkaar te krijgen. Op die manier kan het blijven schitteren vanop eenhoge heuvel in het Pajottenland.
Pas in 2012 kreeg de huidige eigenaar dit beschermde monument in handen nadat hij er al lang zijn hart aan verloren was. Het sein voor de start van een totaalrestauratie. En daarvoor werd Callebaut Architecten aangesteld. “Het was de bedoeling om het volledig en integraal naar zijn originele staat te herstellen. Hoewel wij gespecialiseerd zijn in restauratie is dit project, als relatief jong monument, toch een uitzondering op ons repertoire. Maar het was daarom niet minder een uitdaging en we waren geïntrigeerd door de figuur Van Der Meeren, één van onze meest interessante modernisten. Hij bouwde doorgaans op een zo goedkoop mogelijke manier, onder meer voor studenten. Anderzijds wou hij ook heel vernieuwend werken, zeker naar ontwerpmethodiek en materialisatie toe. En dat laatste is wat hij hier deed met Woning Roelants, door kenners gekroond als het meesterwerk binnen zijn oeuvre.”
Maurice Roelants was naast dichter en schrijver ook conservator van het kasteel van Gaasbeek. De locatie voor zijn woning is dan ook niet toevallig gekozen want van daaruit, hoog op de Tomberg, had hij er zicht op. Willy Van Der Meeren ontwierp deze betonnen ‘bunker’ bestaande uit twee betonnen schalen die elkaar slechts punctueel raken. De overblijvende holtes werden verdiept ingevuld door een combinatie van vakkundig ontworpen houten en stalen buitenschrijnwerk, dat een bijzonder mooie lichtinval doet ontstaan. Het interieur wordt gedefinieerd door een beperkt aantal houten invulwanden, (inbouw)kasten en enkele kleinere zorgvuldig ontworpen elementen zoals rieten rugleuningen, een houten zitbank en een iconische metalen haard. Die zorgen voor een functionele indeling en helder ruimtegebruik. Verbluffend eenvoudig want what you see is what you get: een ruwbouw die meteen ook als afwerking gebruikt wordt en ingezet wordt in de ruimtebeleving.
Bij de woning hoort eveneens een vrijstaande garage die zich iets lager bevindt en ingewerkt werd in de terreinhelling. Ook deze garage werd opgetrokken uit beton en kent een heel mooie en uitgepuurde vorm. Een wandelpad verbindt beide constructies. Deze bijna aerodynamische constructie – vandaag nog steeds even modern en vernieuwend als toen – is, als resultaat van een verbluffend ontwerp, samen met de twee losgetrokken schouwen, dermate expressief dat het geschiedenis heeft geschreven.
De betonconstructie realiseerde Van Der Meeren destijds met een bekisting waarop aardewerk vulpotten in terracotta werden geplaatst en waar vervolgens de beton over werd gegoten. Een van de moeilijkheden waar pionier Van Der Meeren mee kampte was het waterdicht krijgenvan de betonschalen. De wapeningscorrosie in de constructie was dan ook aanzienlijk. “De ontwikkeling van in situ gestort visueel beton was op dat moment nog niet geavanceerd genoeg. Wij hebben nu bij de restauratie materialen en technieken kunnen gebruiken waar hij eigenlijk naar op zoek was maar die toen nog niet bestonden. We zijn begonnen met veel vooronderzoek uit te voeren om de staat van het pand in kaart te brengen en te bepalen hoe we de aanwezige pathologie konden verhelpen. Bovendien hebben we in aanloop tot de effectieve restauratie enkele proefrestauraties uitgevoerd om alle onbekenden uit te sluiten, de nodige bijsturingen te doen, en perfect te weten hoe we technisch met dit waardevol monument moesten omgaan. Onderzoek naar Van Der Meeren zelf deden we uiteraard ook om te kunnen inschatten wat voor hem belangrijk was. En om de bouwheer te kunnen meenemen in zijn verhaal.”
Over de nieuwe materialen zoals in situ gestort zichtbeton was er anno 1962 weinig informatie beschikbaar. Callebaut Architecten had gelukkig wel al de nodige ervaring met het restaureren van betonnen gebouwen uit de jaren 1960-1970. Ze hadden dus wel een idee en ze kenden intussen ook al hun weg bij alle producenten want ook die moesten ze meekrijgen in het verhaal. “We moesten immers een nieuwe dakbedekking ontwikkelen. Daarvoor hadden we hun hulp nodig. We hebben ons gebaseerd op het materiaal dat wordt gebruikt bij terrassen langs de kust want ook die worden blootgesteld aan extreme weersomstandigheden. Dat moest wel geoptimaliseerd worden en op een andere manier worden toegepast om als visueledakbedekking te kunnen fungeren. En die bovendien glad was, naadloos kon worden afgewerkt en de gewenste kleur had. Dat is een lange zoektocht geweest, waarbij we verschillende systemen testten en optimaliseerden. Maar het lange onderzoeksproces en onze gezamenlijke inspanningen hebben geloond. Uiteindelijk is een nieuw product – een soort polymeer – ontwikkeld dat intussen door de producent is gepatenteerd en ook in andere (restauratie)projecten wordt toegepast.”
Zo zijn ze erin geslaagd het uitzicht dat Willy Van Der Meeren voor ogen had te herstellen en te perfectioneren. Ze kregen de constructie waterdicht door in de originele en aangetaste isolatielaag die hij had voorzien met Argexkorrels en cement een hoogperformante isolatie te integreren met daarop een waterdichte afwerking in de nieuwe dakbedekking, en dat zonder ook maar iets van toegevingen te doen aan het originele ontwerp met zijn verbluffende verhoudingen en slanke luifels. Ook de twee zwarte schouwen die waren verdwenen, zijn naar origineel model teruggeplaatst, zij het dan in staal en volledig geïsoleerd. Binnenin was het een zoektocht welke elementen konden behouden worden om zo waarheidsgetrouw mogelijk te restaureren. De typische elementen van Van Der Meeren zoals de iconische deurgreep, de terracotta plafond- en muurtegels en het plankbekiste beton zijnvia een duurzame reiniging in eer hersteld. Het kerslaar hout werd gereinigd, de geschilderde onderdelen werden opnieuw in hun originele kleur geschilderd.
Ook het houten en metalen buitenschrijnwerk dat er heel slecht aan toe was, hebben ze naar origineel model gerestaureerd. “Daar hebben we wel verdunde dubbele beglazing aan toegevoegd en sommige houten panelen die voor ritmiek zorgen in de gevels, zijn vernieuwd omdat ze volledig rot waren. De originele keuken was dan weer deels verdwenen. Maar die hebben we, met toestemming van de nieuwe eigenaar en met behulp van de originele plannen, opnieuw kunnen reconstrueren.”
Enkele andere elementen waren destijds wel zo goed als mogelijk maar niet helemaal perfectuitgevoerd. “Zowel de eigenaar als wij vinden dat dit zijn charme heeft dus besloten we de imperfecties aanwezig te laten. Een reden waarom we zijn haard en rieten rugleuningen ongemoeid hebben gelaten om de sfeer te behouden. Ook de potaarden muur- en plafondtegels hebben we uiteindelijk niet ontdaan van hun patine. Eigenlijk is alles zodanig sterk op zichzelf dat het weinig nieuwe ingrepen, zoals vaak gebeurt bij herbestemmingen, verdraagt. Dat was hier gelukkig ook niet nodig gezien de nieuwe bestemming als kantoor perfect mogelijk was binnen de bestaande configuratie.”
Zelfs de afwatering naar een vijver, het terras en de tuinaanleg die in de loop der jaren werden gewijzigd, werden naar de originele staat teruggebracht. Er is enkel een klein vrijstaand paviljoen toegevoegd – een onopvallend volume – om ondersteunende zaken voor het kantoor van de bouwheer dichtbij te hebben. Want vandaag doet Woning Roelants dienst als kantoor én als tentoonstellingsruimte. De restauratie is immers niet onopgemerkt gebleven. “Het is door verschillende media opgepikt en het Amerikaanse architectenbureau MOS heeft zijn oog erop laten vallen om nieuw werk – meubilair en objecten – tentoon te stellen. Ook de restaurateurs van het Guggenheim in New York zijn komen kijken omdat hun afwerking zoals ze die aanvankelijk hadden voorzien niet duurzaam genoeg was. Dat toont het belang van dit project aan en bewijst waarom Woning Roelants zijn plaats in de geschiedenisboeken heeft verdiend. Voor ons is de grootste voldoening dat dit prachtig juweeltje van modernistische architectuur nog voor vele generaties te bewonderen zal zijn. En ik ben ervan overtuigd dat ook Willy Van Der Meeren zowel de zoektocht naar de nieuwe huid van zijn gebouw als het eindresultaat fantastisch zou hebben gevonden.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Tim Van de Velde