a2o
De stad als landschap. Dat is de manier waarop we volgens a2o naar stadsontwikkeling moeten kijken. Groene stippen op een plattegrond krijgen pas extra waarde wanneer die met elkaar verbonden zijn in een netwerk van paden en routes. Het is de rol van overheden, opdrachtgevers en architecten die ontwikkeling van groene buitenruimtes naar een hoger niveau te tillen. Dit idee van fijnmazige steden vormde ook de aanzet voor het ontwerp van het woonproject Ursulinenhof in Hasselt. Eeuwenlang was het bouwblok aan het Groenplein in Hasselt een gesloten stadsdeel. Daarbij ook het Ursulinenklooster met zijn kloostertuin en een school, het VTI. Die laatste verhuisde naar een nieuwe locatie aan het station, qua mobiliteit en schoolorganisatie een betere optie dan de binnenstad. En zo kwam in het centrum bij het oude stadhuis een site vrij voor een nieuwe wooninvulling. Voor de verouderde schoolinfrastructuur van het VTI voorzag de stad Hasselt een herbestemming tot een hybride gebouwencomplex met appartementen, assistentiewoningen, commerciële ruimte, een grand café en een ondergrondse parking.
a2o greep de herbestemming aan om dit eeuwenoude gesloten bouwblok te doorbreken. Stefaan Evers: “Door het creëren van een nieuwe binnenstraat verbinden we het Groenplein enerzijds met de tuin van de
gouverneurswoning. Anderzijds ontstaat daardoor niet alleen extra groenbeleving door het schakelen van groene buitenruimtes, de Hasselaar geniet ook van extra publieke en semipublieke ruimte. Zo is het Ursulinenklooster bijvoorbeeld volledig vrijgemaakt uit dit woonblok waardoor de kloostertuin van een volledig private naar een semipublieke functie gaat door bij te dragen aan de stedelijke beleving in de binnenstraat. De schakeling van publieke ruimtes was zeker de drager van dit project dat het gevoel van openbare ruimte in de stad wil versterken. Voor ons is dat een meer hedendaagse manier om de openbare ruimte te organiseren.”
Behalve het schakelen van publieke (groen)ruimtes, voegt a2o er ook nieuwe aan toe. Zo is er de semipublieke binnentuin van het woonproject die bewoners met elkaar en met passanten in contact laat treden. De binnentuin wil zoveel mogelijk groen aanbieden waarbij ook aandacht gaat naar verticaal groen langs de terrassen die bovendien als passieve zonwering fungeert. En ook voor het Groenplein zelf, zijn er plannen tot vergroening gemaakt zodat het plein zijn naam alle eer kan aandoen. Verder speelt dit project in op de potentiële connectie tussen het Groenplein en de gouverneurstuin. Er is immers een aanzet gegeven om ter hoogte van de nieuwe binnenstraat een opening te voorzien in de tuinmuur van de gouverneurstuin. Die zou als semipublieke tuin een grote meerwaarde kunnen betekenen voor de directe omwonenden en de stad Hasselt in het algemeen. Ze zou de Hasselaar meer mogelijkheid bieden om verkoeling op te zoeken in tijden van extreme hitte of pandemieën. Een opportuniteit, zeker gezien de tuin nu nauwelijks wordt gebruikt.
Een project van dergelijke omvang in een stadscentrum inpassen, vraagt een passende architectuur. “We kozen voor de poëzie van de hellende daken waardoor het zich mooi inpast. Al volgden we dat niet slaafs. Af en toe werd een nok 90° gedraaid. We hebben heel wat studies uitgevoerd om een zo monolithisch mogelijk geheel te creëren, onder meer via de materialisatie. Daardoor is het heel leesbaar. Je krijgt als het ware archetypische volumes, een soort van oervorm die doorheen het hele project terugkeert. Om die volumetrie niet te verstoren, kozen we ook voor inpandige terrassen. Met uitzondering van diegene die zich aan de binnentuin bevinden.”
Dergelijke architectuur werd ook toegepast op de creatie van een nieuwe kapel bij het klooster. In dit sober volume werd die heel sterk doordreven en werd zelfs het dak uitgevoerd in metselwerk. Een huzarenstuk, maar het heeft zijn effect. De kapel en zeker de muurtjes rondom worden al volop benut door de Hasselaar. Een buurt die voordien vrij afgesloten was, is terug levendig geworden en dat was vooraf één van de betrachtingen van a2o. Ook de nog aanwezige zusters in het klooster leven nu minder geïsoleerd dan voordien in het gesloten bouwblok. De hoofdtoegang naar de woonentiteiten bevindt zich aan de centrale binnenstraat. Op die manier wordt het levendige karakter van de binnentuin geactiveerd en wordt sociale interactie aangemoedigd. Grand-café, wellnessfaciliteiten en commerciële ruimte worden rechtstreeks ontsloten via de centrale binnenstraat die naadloos aansluit op het Groenplein. Ook de ondergrondse parkeergarage is ontsloten en gemakkelijk te bereiken, zowel voor ingaand als uitgaand verkeer. Dat alles maakt van de site een uitstekende locatie om te wonen. “Er was ook speciale aandacht voor de publieke functies op het gelijkvloers. Grand-café, kinesitherapie, kapsalon, … zijn weliswaar allemaal functies die gelinkt zijn aan het zorggebeuren, ze hebben anderzijds ook hun plaats in een stadscentrum. Vandaar dat we die in een losstaand volume voorzien hebben en in een andere materialisatie.”
Dit volume vormt dankzij het buitenschrijnwerk in geanodiseerd aluminium brass-copper en de metalen gevelbekleding in brass-copper een eyecather op de site. Zeker gezien alle andere volumes in een eerder traditioneel materialenpallet zijn voorzien met een blauwpaarse baksteen en bijhorende kleidakpan. Die sobere en tijdloze materialisatie tonen de abstracte volumetrie als een sculptuur. Ook de gebruikte dorpels en klinkers sluiten aan op de bestaande gebouwen. Ursulinenhof heeft zich dus, ondanks een eigen gezicht, perfect weten te integreren in het stadscentrum. En nog belangrijker, het heeft tegelijkertijd de publieke ruimte op een positieve manier beïnvloed, met een serieuze ‘groeninjectie’.
Stefaan Evers: “Als we willen dat onze steden leefbaar blijven, moeten we ernaar handelen. Dat betekent inzetten op zoveel mogelijk groenbeleving en woonkwaliteit en op het schakelen van publieke ruimtes. Vandaar dat wij bij de verschillende diensten zo gehamerd hebben op het belang van die binnenstraat. Die was essentieel voor ons ontwerp en concept. We zijn heel tevreden dat de stadsdiensten en de projectontwikkelaar ons daarin zijn gevolgd. Dankzij deze historische ingreep in dit bouwblok, levert het Ursulinenhof een aanzienlijke bijdrage aan goede stadsontwikkeling. De stedenbouwkundige en openbare ruimte als drager voor dit project, geeft ons nog steeds een goed gevoel omdat het voor ons de meest sterke vorm van duurzaamheid is. We hopen dan ook dat deze opening over 100 jaar nog steeds te zien zal zijn op de plattegrond van de stad Hasselt.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Stijn Bollaert
a2o – atelier voor architectuur en omgeving
Zaterdagplein 9 ı 1000 Brussel ı t. 02 321 00 01
Vissersstraat 2 ı 3500 Hasselt ı t. 011 26 03 30
www.a2o.be