Vlaminck Van Wetter architecten
Het was liefde op het eerste gezicht toen de bouwheer de statige notariswoning aan de rand van het dorpscentrum van Nazareth zag. Drie decennia lang was het in handen van notarissen die hun notariaat in een kleine aanbouw hadden ondergebracht. Die laatste was van bedenkelijke kwaliteit en deed het symmetrische hoofdgebouw dat aan restauratie toe was, geen eer aan. Toen de klant Vlaminck Van Wetter contacteerde, was de opdracht dan ook tweeledig: het oorspronkelijke gebouw zijn ziel teruggeven en een nieuwe annex ontwerpen die de grandeur nog kon versterken. Een bijkomende gevoeligheid is zonder twijfel de markante plaats die het gebouw inneemt. Niet alleen op zijn locatie maar ook in de herinneringen van alle bewoners van Nazareth. Het statige huis met klassiek mansardedak maakt er deel uit van de geschiedenis. Samen met een klein volume in de voortuin is dit gebouwencomplex dan ook opgenomen op de lijst van onroerend erfgoed. Dat het gebouw boekdelen spreekt, viel ook Vlaminck Van Wetter meteen op. Peter Vlaminck: “Er zijn veel aanknopingspunten. Als je het gebouw goed leest, is het vrij snel duidelijk wat er moest gebeuren om de ziel terug te brengen. De aanbouw zelf met daarin het notariaat, was ongelukkig en kwam door de gebrekkige kwaliteit los van het hoofdgebouw. Dat dit gesublimeerd moest worden en er op de footprint een nieuw volume kon komen met daarin de gewenste leeffuncties, lag voor de hand. Het was zaak dit project met het nodige respect te behandelen zodat het zowel voor de bewoners als voor de inwoners van de gemeente zijn functie als landmark terug optimaal kon vervullen.” Vlaminck Van Wetter had van in het begin de intentie de nieuwe annex zo goed mogelijk in de bestaande context te integreren. Weliswaar zonder hun afkomst te verloochenen. Als architecten met een hedendaagse visie, gebruikten ze de bestaande verhoudingen om het nieuwe volume vorm te geven. Het aanwezige lijnenspel loopt zo gewoon door. Voor het ontwerp gingen ze terug naar de essentie van het bestaande gebouw. “Dat wordt bepaald door hoge plafonds, veel licht- inval en een bepaalde materialiteit. De nieuwe plafondhoge glazen vliesgevels brengen zowel de bijzondere voortuin als de grote achtertuin royaal binnen in de woning. De originele gefrijnde betonnen plint in de voor- gevel zorgt er dan weer voor dat oud en nieuw mooi verenigd worden en een harmonieus geheel vormen. Maar oud en nieuw fungeren autonoom naast elkaar, we gaan de dialoog niet uit de weg. Integendeel, we hebben het nieuwe volume visueel zelfs losgetrokken van het bestaande. Door de hedendaagse insteek treedt het weliswaar in contrast met het origineel, maar zonder opdringerig te zijn of ermee te concurreren. Binnenin hebben we dezelfde grandeur en hoge plafonds aangehouden als in het origineel, waardoor je continuïteit ervaart.” Want wat Vlaminck Van Wetter absoluut wou vermijden, is dat je binnen aanvoelt dat er een nieuw volume aanwezig is. Behalve door de hoge plafonds en zuivere ruimtes, krijg je ook door dezelfde materialiteit nooit die indruk. De parketvloer met Hongaarse punt wordt doorgetrokken, zij het dan in een andere richting en een donkerdere tint. De leefkeuken schittert in soberheid. Het ontwerp met een lagere kastenwand doet de ruimte alle eer aan. Een centraal volume, met daarin toilet en vestiaire, scheidt de keuken visueel van een speelruimte aan de voorgevel. Door middel van een schuifwand in dit volume kunnen beide ruimtes ook echt afgescheiden worden. Twee naar buiten draaiende deuren in de achtergevel geven toegang naar het terras en de tuin. De vormgeving en materialiteit in het nieuwe volume zorgen voor eenzelfde grandeur als in het originele gebouw. De stalen profielen zorgen voor slanke finesses en ritmeringen die sterk aanleunen bij dat van het origineel. Dankzij de grote acacia die voor natuurlijke koeling en zonwering zorgt in de zuidgerichte voortuin, komen de grote glaspartijen er in hun pure vorm volledig tot hun recht. In het bestaande gebouw voerde Vlaminck Van Wetter een doorgedreven maar bijna onzichtbare restauratie door. Alle technieken werden vernieuwd. Een gascondensatieketel vervangt de mazoutketel. Alle elektriciteitsbedrading is nieuw. Het regenwater bijvoorbeeld werd vroeger opgeslagen in een grote metalen tank op de zolderverdieping. Dat wordt nu opgevangen in een ondergrondse regenwaterput en opgepompt voor buiten- kranen en spoelbakken. En er is best ver gegaan in de restauratie om alle ruimtes in hun oorspronkelijke staat te herstellen. “Het makkelijkste zou geweest zijn om alle oude giet- ijzeren radiatoren te vervangen door nieuwe en het zou bovendien goedkoper zijn geweest. Maar zowel wij als de bouwheer wilden de glorie van vroeger terugbrengen door zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven. En zo werden de gietijzeren radiatoren gezandstraald en opnieuw gelakt, net als het messing kraanwerk ervan. In de nieuwe badkamer hebben we het gietijzeren ligbad, samen met de originele keramische lavabo’s, gerecupereerd en gecombineerd met Parijse wit geglazuurde tegels die passen bij de tijdsgeest van toen. Het bad werd zelfs ter plaatse opnieuw geëmailleerd. In die ruimte kreeg ook het antieke toilet uit het oude notariaat een nieuw leven. Om daar het plafond te kunnen conserveren, hebben we de vloer eruit gehaald. Nadat alle leidingen een plaats kregen, hebben we een nieuwe parketvloer geplaatst met gelijkaardig hout en een externe verwering toegepast.” Hoewel de nieuwe elektriciteitsleidingen ingebouwd werden, verwijzen ze met retro schakelaars naar de oude bakeliet schakelaars van destijds. Zo voel je nergens dat er nieuwe technieken zijn gebruikt en toch zijn ze er gelukkig wel. Dat was mede mogelijk door het opgeven van een schouw. Alle nieuwe leidingen vertrekken vanuit de technische ruimte op de zolderverdieping en komen via een centrale schacht in de schouw tot in elke verdieping, zelfs in de kelder waar de nutsvoorzieningen toekomen. Ook twee hoge rendement ventilatiegroepen die de binnenlucht verversen werden zo geïntegreerd. Op die manier was het mogelijk technieken anno 2020 toe te voegen zonder impact op de bestaande ruimtes. Andere ingrijpende restauraties waren de vervanging van het houten schrijnwerk met enkel glas. Daarvoor werden de profielen exact opgemeten en nagebootst in het atelier. Dat gebeurde eveneens met de dakkapellen. Verder werd de dakdichting van het mansarde- dak volledig vernieuwd. De dakconstructie zelf, aangetast door houtworm, is door een gespecialiseerde firma aangepakt en zo geconsolideerd. De lambriseringen en sierpleisters werden doorgedreven hersteld en op de verdieping werd de originele parketvloer vanonder de linoleum terug in ere hersteld. Hetzelfde geldt voor de trap waar tapijt over gelegd was. Het dak kreeg ook nieuwe leien en toch heb je nooit het gevoel dat er ingrijpend veel is veranderd in vergelijking met vroeger. “Dat is wat een succesvolle restauratie moet bereiken, dat je bijna niet ziet dat er ingegrepen werd. En dat was in dit geval mogelijk dankzij de liefde voor dit gebouw. Zowel van ons als van de klant die heel ver wou gaan om het origineel zo dicht mogelijk te benaderen. En dat zit in veel details die het gebouw laten ademen zoals het moet. De monumentaliteit van het gebouw ervaar je al in de inkomhal dankzij de materialiteit met de originele natuurstenen vloer, de faux marbre, de brede traphal en het guitig binnenvallende licht. En die authenticiteit ervaar je in alle ruimtes, hoewel het gebouw EPB conform is en je van alle moderne comfort geniet. De ziel is terug en dat was het opzet, van ons en de bouwheer. Als architect bestond de kunst erin goed te luisteren naar het gebouw en het project, tegen de natuur van een architect in, ingetogen te benaderen. Jezelf bijna wegcijferen in dienst van het gebouw. Voor dergelijke projecten en bouwheer doen we dat graag.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Nick Cannaerts