Patrick Genard & Asociados
Architect Patrick Genard, die ondertussen al 40 jaar in Barcelona woont, is blij. Hij ziet het Belgische Paviljoen dat hij ontwierp voor de Wereldtentoonstelling van 2015 in Milaan terugkeren naar België. Aan de Citadel van Namen krijgt het gebouw dat gebaseerd is op het principe van de lobbenstad een tweede leven. Dubbel plezier voor Genard die z’n paviljoen niet alleen ziet terugkomen, maar die het ook ziet terugkomen naar de stad waar hij opgroeide. Het is met dit paviljoen dat architectenbureau Patrick Genard & Asociados indertijd de wedstrijd won. Het thema? De planeet voeden is energie voor het leven. Een ecologisch thema dat verschillende onderwerpen samenbrengt: technologie, innovatie, tradities. Maar niet alleen het thema was bepalend voor het ontwerp, ook het terrein waarop het gebouw stond. En dat is allesbehalve hetzelfde als dat van de citadel, zo blijkt.
Een stad is een huis in het groot en een huis is een stad in het klein
Met die insteek bedacht het architectenbureau een paviljoen dat een levensgrote maquette is van de zogenaamde lobbenstad. Dat is een concept dat toelaat om biodiversiteit in te voeren in de kern van de stad. Op het eerste gezicht lijkt de lobbenstad op een bloem met de bloemblaadjes als verschillende wijken. Een beetje zoals in Amsterdam: het blauwe van het water scheidt de wijken van elkaar. Of zoals in Berlijn het groene van de bossen en parken dat doet. Kleurrijke aders die de stad indringen tot aan de kern. Toen het idee op punt stond, ging het architectenbureau tot in het kleinste detail aan de slag. Het stadscentrum is de bolvorm waar alles samenkomt. Het doet denken aan een serre, en dat is ook bewust. Het is een knipoog naar de Koninklijke Serres in Laken – Belgisch erfgoed en dus toepasselijk op een Wereldtentoonstelling. Rond de stadskern bouwde Genard dan de stadswijken of rotsen zoals hij ze zelf noemt. De rotsen zijn van elkaar gescheiden door gras. Eén van de districten draagt de naam boerderij en verwijst naar de vele boerderijen in Waals-Brabant.
3 oneindig recycleerbare materialen
Het paviljoen is opgetrokken uit glas, hout en metaal. En dus niet uit beton. Dat komt omdat het terrein na de Wereldtentoonstelling gewoon terug vrij moest zijn. Als je dan iets in beton bouwt, ligt dat moeilijker. Daarom gebruikte Genard drie materialen die je oneindige kan recycleren. Bovendien zijn het lichte materialen die het makkelijker maakten om het paviljoen af te breken. Maar vooral: elk onderdeel kreeg een nummer mee. Met het idee om het ooit nog eens opnieuw te bouwen. Architect Patrick Genard hoopte toen al op een tweede leven voor z’n ontwerp.
Slim antwoord op ecologische vraag
Het Belgische paviljoen behoorde tot de vijf meest bekroonde ontwerpen op de Wereldtentoonstelling in Milaan. Dat komt omdat het architectenbureau slim inspeelde op het opgelegde thema. Eerst en vooral was er de ingang – de boerderij, weet je nog – die enkele mooie Belgische initiatieven toonde. Daarna reisde je langs een lange oprit door de toekomst: in een donkere wereld ging je van 2015 naar 2050 en ontdekte je drie ecologischere manieren om voedsel te produceren. Denk aan het kweken van insecten, aquacultuur en hydrocultuur. Op het einde genoot je van een proeverij in het restaurant. In een typische Belgische sfeer met een lekkere pint erbij. Ten tweede was er ook aandacht voor energie. Het paviljoen toonde alle energiebesparende technieken zoals zonnepanelen, Canadese put, windmolens, zonwering, passiefbouw, irrigatie… En natuurlijk ook recyclage: na zes maanden verdween het gebouw in een loods en wachtte het op een tweede leven. Tot vandaag dus.
Mirakel van de burgemeester
Dankzij de Naamse burgemeester Maxime Prévot kreeg het paviljoen van Patrick Genard dus een tweede leven aan de citadel. Hij had het niet alleen gezien in Milaan, maar hoorde ook via enkele Naamse aannemers dat het paviljoen te koop stond. Dat bracht hem op het idee om het te kopen en er de organisatie KIKK in onder te brengen. Zij organiseren elk jaar het internationale KIKK Festival dat digitale en creatieve culturen promoot. In ruil voor een onderdak aan de voet van de nieuwe kabelbaan zorgen de mensen achter KIKK ook voor de promotie van het paviljoen bij inwoners en toeristen.
Op zoek naar het oorspronkelijke DNA
Het Belgische paviljoen was initieel ontworpen om zes maanden te blijven staan. Het is dus ook met dat idee in het achterhoofd gebouwd. Om het vanaf nu op een vaste plek in Namen te zetten, moest Patrick Genard toch nog een paar aanpassingen doen: een betere isolatie, een betonnen fundering, een kortere oprit. En natuurlijk was ook de oriëntatie belangrijk gezien de zonnepanelen. Het architectenbureau nam al het voorbereidende werk op zich. Daarbij was het DNA van het initiële gebouw belangrijk: de ecologie. Zelfs al staat de windmolen er deze keer niet, toch moest het nog altijd een ecologisch gebouw zijn. De belangrijkste elementen – boerderij, kern, serre – bleven behouden. Het bedrijf dat de bouw in 2015 op zich nam, was ook nu van de partij. De inplanting op de site in Namen had wel twee opvallende pretbedervers: enerzijds de coronacrisis, anderzijds de ontdekking van nieuwe ruïnes. Zowel de archeologen als de virologen vertraagden dus de heropbouw van het paviljoen. Een deel van het werk aan de technische installaties verschuift dus na een pilootproject van drie maanden. Tegen mei 2022 zou dan het paviljoen permanent zijn deuren openen.
Sterke persoonlijkheid met groot aanpassingsvermogen
Voor de ontwerper van dit paviljoen is het duidelijk: dankzij de sterke persoonlijkheid en originaliteit is het gebouw ontzettend veelzijdig. Dat staat volgens hem in schril contrast met de overtuiging dat je enkel een vierkant gebouw voor alles kan gebruiken. Vandaag geeft het paviljoen zijn ziel en rijkdom aan elk nieuwe functie, behalve aan die waarvoor het is ontworpen. Geen wonder dus dat je het kan blijven hergebruiken en dat mensen het zich zo snel eigen maken. Iedereen had een goed gevoel bij dit gebouw, omdat het zoveel meer is dan een constructie. Een architect bouwt buitenruimtes zodat mensen een connectie kunnen maken met zichzelf. Als die buitenruimte agressief en weinig aantrekkelijk is, dan zal die connectie juist niét plaatsvinden. Ook dit paviljoen is vandaag een ruimte waar je je goed in voelt. Voor architect Patrick Genard het ultieme bewijs dat het tweede paviljoen net zo goed werkt als het eerste. Ondanks de nieuwe context.
Tekst: Chantal Ernst
Foto’s: Cyrille Dubreuil, Pygmalion Karatzaz, Dirk Verwoerd