studio MOTO & Hans Op de Beeck

studio MOTO & Hans Op de Beeck

Kunst wil intrigeren. En waarom zou dat voor architectuur anders zijn? Zeker in het geval van een gebouw dat kunstcollecties herbergt. Toen opdrachtgever Museum Dhondt – Dhaenens een onderkomen zocht voor de boekencollectie van onder meer Jan Hoet, liet het kunstenaar Hans Op de Beeck en studio MOTO los op de oude witte villa die het museum flankeerde. Het resultaat is een bijzondere zwarte doos die als medidatieve plek de bezoeker, eens binnen, verplicht om bij zichzelf naar binnen te kijken. Een sculptuur in het landschap die de realiteit abrupt doet vervagen.

De oude villa, in een vroeger stadium een pizzeria, werd door het museum onder meer ingezet als locatie om kunstkampjes te organiseren. Toen Jan Hoet in 2014 overleed, schonk de familie zijn kunstboekencollectie aan het museum. Het vormde de aanleiding voor het herdenken van de functie van de oude villa die intussen in slechte staat verkeerde. Het museum stelde in eerste instantie Hans Op de Beeck aan om op de site een soort permanent kunstwerk te voorzien die deze collectie kon herbergen. In een later stadium kwam daar de optie bij om er ook kunstenaars te laten resideren.

Naast het feit dat de meest duurzame renovatie inhoudt dat je zoveel mogelijk van het bestaande behoudt, was Hans Op de Beeck de banale villavorm – bijna een archetype
van de villa – ook wel genegen. Studio MOTO werd ingeschakeld om de kunstenaar te ondersteunen. Mo Vandenberghe: “Hans Op de Beeck had aanvankelijk het idee om een soort kijkdoos te maken met daarin een Wunderkammer vol kunstobjecten. Samen bekeken we hoe we de uitstraling van die villa konden inzetten om dat beeld te versterken. Door de slechte staat zijn uiteindelijk enkel de vier muren overeind gebleven, maar we hebben getracht het oorspronkelijke silhouet terug vorm te geven. Als een eerbetoon aan wat er stond. Weliswaar in het zwart als een soort afwezigheid, een hap uit het landschap. Vanuit de reële wereld, dit mooie landschap, kom je nu The Wunderkammer binnen en ervaar je een niet-reële wereld vol kunst. De monumentale trap die je naar de verdieping leidt, mondt vervolgens uit in een groot panoramisch raam dat even de illusie wekt een groot schilderij te zijn, maar de kijker eigenlijk vanuit een irreële wereld terug een blik gunt op de reële wereld. Dat spelen met de realiteit was zeker een belangrijke insteek en dat hebben we met de materialisatie nog proberen te versterken.”

De villa kende een vierkant grondplan met daarvoor een afgeronde toegangszone die gekenmerkt werd door de aanwezigheid van vier pilaren waarop het typische mansardedak rustte. Net daaronder was er vooraan een klein terras. Dat gaven ze op om het groot panoramisch raam te kunnen voorzien die belangrijk was in het verhaal van de nieuwe beleving. Ze voerden immers veel onderzoek naar plan en ruimtelijkheid om alle fascetten – bibliotheek, residentie en ondersteunende functies – samen te kunnen brengen. Voor die beleving en nieuwe invulling was een atypisch plan nodig waarbij alle aandacht naar de kunstcollecties ging. Ze moesten dus een lege doos creëren waarbij het gevoel van ruimtelijkheid maximaal was.

Dat realiseerden ze door binnen de bestaande muren een volledig nieuwe houtskeletbouw te plaatsen die meteen ook het dak vormgaf. Deze complexe constructie is volledig zelfdragend met als gevolg dat er geen binnenstructuur zichtbaar is. Een huzarenstuk wanneer je met dubbelhoge ruimtes werkt aan de kant van de bibliotheek tot maar liefst 5 meter hoog. Door opnieuw te beginnen, konden ondersteunende functies zoals sanitair, keuken, berging en fotokopieerruimte zo discreet en onopvallend mogelijk geïntegreerd worden. Dat gebeurde door ze onder te brengen in abstracte cilindrische vormen in het gebouw die tot helemaal boven reiken en zelfs uit het dak steken. Daar in de vorm van koepels die zenitaal licht binnenbrengen in die ruimtes die het nodig hebben. De cilinders maken ook een opdeling tussen de bibliotheek en de residentie. De hele bovenverdieping van de oorspronkelijke woning verdween en maakte plaats voor een halve bovenverdieping in de vorm van een mezzanine. De uitwaaierende monumentale trap die erheen leidt, bevindt zich net tussen die cilinders en toont zich eerst met de rug naar de bezoeker. De architecturale wandeling leidt dus eerst naar de bibliotheek en kunstobjecten alvorens de trap voorbij de cilinders prijs te geven. Het is niet toevallig dat boven, pal onder het panoramische raam, de residerende kunstenaar zijn bureau heeft en niet zijn bed. Het zicht naar buiten werkt immers heel inspirerend. Met gebruik van gordijnen kan je de residentie boven afsluiten van de bibliotheek.

Een nieuwe wereld scheppen, gebeurde niet alleen in vorm maar ook in materialiteit. De donkerzwarte monolithische aanblik werd gerealiseerd in EPDM. Kunstenaar en architect zochten specifiek naar een materiaal dat het hele gebouw kon bekleden, zowel de gevels als het dak en de tuinmuren vooraan. Met geen enkel ander materiaal konden ze dat doel zo naadloos bereiken. Dat combineerden ze met de gepolierde betonvloer die zowel buiten als binnen is toegepast. Hun keuze viel op de niet afgewassen versie, waardoor er een passende sluier over ligt die minder glad oogt. Ook binnenin domineren grijstonen bij wijze van neutraliteit. “Kleuren zouden de essentie van het beeld vertroebelen en dat wilden we niet. Door alles in grijstonen te voorzien, zijn het nu de kunstobjecten en kaften van de kunstboekencollectie van Jan Hoet die op subtiele wijze voor kleur zorgen. Vandaar ook de valse boekenkaften in grijstonen die je in de bibliotheek aantreft, in afwachting van nieuwe collecties. Hetzelfde geldt voor de kastenwand in grijze mdf die op maat werd gemaakt en waarin ook de technieken werden weggewerkt. Twee bijkomende cilinders achteraan het gebouw zorgen in de bibliotheek voor net voldoende licht. De grote cilinders in het gebouw zijn dan omwille van hun ondersteunende functie binnenin wel helemaal wit geschilderd, aan de buitenkant zijn ze eveneens in een gelijkaardige grijze kleur gepleisterd. Hoewel de hoofdtoon overduidelijk grijs is – getuige daarvan ook de monumentale houten trap die achteraf werd geschilderd – was het even zoeken om dat grijs op die verschillende ondergronden op elkaar af te stemmen.”

The Wunderkammer Residence is een confronterend gebouw. Als kunstenaar wil je een statement maken en dat is hier zeker gelukt. Eerder dan een gebouw is het een kunst-
object dat evengoed over de tongen gaat. “Anderzijds slaagt het ook in zijn opzet door te focussen op het interieur en de beleving die je als bezoeker te beurt valt. En dat start eigenlijk al van buitenaf, wanneer je in die prachtige omgeving met de meanderende Leie, plots dat abstracte zwarte object opmerkt. Daar wordt het mysterie al opgewekt waarna je binnen een ‘rijke’ wereld vol kunst binnenstapt en terug wordt geconfronteerd met het landschap waar je net doorheen liep. Het parcours dat je aflegt, vind ik heel geslaagd. Evenals de architectuur die daaraan bijdraagt.”

 

Tekst: Sam Paret
Foto’s: Tim Van de Velde

 

studio MOTO
Predikherenlei 2 ı 9000 Gent
t. 0495 48 41 75
www.studiomoto.be
Hans Op de Beeck Studio
Birminghamstraat 287 ı 1070 Brussel
02  527  87  18
www.hansopdebeeck.com