Studio Jan Vermeulen i.s.m. Tom Thys Architecten
Dementie treft een steeds groter deel van de wereldbevolking. De belangrijkste uitdaging waarmee mensen met dementie worden geconfronteerd, is de desoriëntatie in tijd, ruimte en identiteit als gevolg van een groeiend geheugenverlies. Een manier om dit ‘verlies aan verbinding’ tegen te gaan of te beperken, is door bestaande relaties met objecten, routines en ruimtes te versterken. Architectuur en ruimtelijk ontwerp kunnen de problemen in de bestaande woonmodellen aanpakken en een comfortabele leefomgeving creëren voor zorgbehoevenden. Dat bewijst De Korenbloem in Kortrijk.
De Vlaams Bouwmeester en de Vlaamse minister van Welzijn lanceerden in 2012 een oproep voor zorgaanbieders met het oog op de nieuwbouw van innovatieve zorginfrastructuur. Vijf interdisciplinaire ontwerpteams werden via een wedstrijd geselecteerd om de zorgmodellen van de toekomst te ontwerpen, die in 2014 werden geïmplementeerd. Het team van Studio Jan Vermeulen, Tom Thys Architecten en Sergison Bates Architecten werd aangesteld voor het project VZW De Korenbloem in Kortrijk. “Zorgcampus De Korenbloem is één van de pilootprojecten die experimenteert met nieuwe modellen van collectief wonen voor zorgbehoevende bewoners, strategieën ontwikkelt om hen te ondersteunen in zelfstandig wonen, en actief zoekt naar manieren om deze nieuwe collectieven te integreren in bestaande wijken. Het masterplan dat we ontwikkelden, organiseert negentig nieuwe wooneenheden en aanvullende welzijns- en buurtdiensten binnen twee ensembles van zowel nieuwe en bestaande gebouwen in een centraal gelegen landschapstuin. De faciliteiten zijn gericht op de specifieke noden van jong-dementerenden, alsook mensen met beroerte-gerelateerde en somatische zorgbehoeftes.”
De ambitie van De Korenbloem om een zorgnetwerk te creëren dat de relatie met de buurt versterkt, fungeerde als basis voor het masterplan dat werd ontwikkeld om de bestaande onsamenhangende gebouwen om te vormen tot clusters met een eigen identiteit. “Een essentiële methode om de voortgang van dementie draaglijk te maken, is om de relatie met objecten, routines en de omgeving te versterken, een proces dat kan worden bewerkstelligd door de leefomgeving te reduceren tot ‘kleinere werelden’. Daarom combineert het project de kleinschaligheid en intimiteit van het wonen met de efficiëntie die essentieel is voor de dagelijkse werking van zorginfrastructuur. Op deze manier vertaalt het ensemble van gebouwen zich als een netwerk van kleinschalige woonruimtes, waardoor de bewoners zich vrij kunnen bewegen binnen een beschermde en gemonitorde omgeving.”
Dagopvang wordt aangeboden in de twee bestaande historische villa’s die gekoppeld zijn aan de nieuwe woongebouwen aan de straat en in het landschapspark. Studio Jan Vermeulen ontwikkelde, in samenwerking met Tom Thys Architecten, het ensemble van gebouwen rond Villa Landhuis in het park, terwijl Sergison Bates Architects vorm gaf aan het project rond Villa Portiek aan de nabijgelegen dorpskerk. Het project Villa Landhuis herbestemt een historische villa en breidt deze uit met een nieuwbouw die een link creëert tussen de bestaande buurt en een centraal gelegen park, midden in een stadsblok aan de rand van Kortrijk. Op een verhoogde bedding in het park neemt Villa Landhuis, in 1860 ontworpen door Bruneel de Montpelier in neoklassieke empirestijl, een centrale positie in het masterplan voor De Korenbloem. De villa is gedurende haar geschiedenis meerdere keren verbouwd, uitgebreid, aangepast en gestript. In de met littekens bedekte villa herontdekte het ontwerpteam royale kamers die ooit het decor vormden van een aristocratisch gezinsleven. In lijn met het Palladiaanse denken, werden de relaties tussen de kamers langs de twee hoofdassen van de villa versterkt, en geopend naar het omringende landschap en de tuin. De hoofdcirculatie werd gereorganiseerd en er werden kleine infrastructurele elementen toegevoegd om de villa aan te passen aan de behoeften van een dagcentrum. De organisatie van onderling verbonden kamers, waarbij elke ruimte wordt gekenmerkt door zijn verschillende afmetingen en sfeer, vormt als het ware een constellatie van ‘kleine werelden’ die een compacte maar genereuze woonomgeving biedt voor haar kwetsbare bewoners. “Het creëren van ‘kleine werelden’, georganiseerd vanuit een individuele positie, zorgt voor een persoonlijke en herkenbare leefomgeving die noodzakelijk is voor mensen met dementie om hiermee te leren omgaan: deze kleine werelden zijn ‘beperkt’ in schaal en bieden een veilige en rustgevende ruimte die persoonlijk zinvol is en de individuele identiteit van de bewoner weerspiegelt. Op deze manier wordt het begrip ‘thuis’ een referentiepunt en biedt het een beschermde plek van waaruit interactie met de buitenwereld kan worden behouden.”
Het nieuwe gebouw van drie verdiepingen bestaat uit vier getrapte volumes, vergelijkbaar in schaal met de villa, die bemiddelen tussen de straat en de landschapstuin. Het project begeleidt een nieuwe route tussen de straat en het park, en opent zo het hart van de zorgcampus naar de buurt. Door de getrapte vorm ontstaan er kleinere sociale ruimtes met verschillende karakters rondom de contouren van het gebouw. De nabijheid van het nieuwe gebouw tot de bestaande villa, met zijn klassieke verticale geleding, inspireerde het ontwerp van de nieuwe gevel die elementen ontleent van klassieke ‘tuinstructuren’ zoals balkons, pergola’s, luifels en tuinkamers om zo een mediërende schaal te creëren tussen de privacy van het woongebouw en de stedelijke context.
Betonnen lijnelementen variëren in diepte rondom het gebouw en creëren luifels en terrassen die beschutting bieden voor de bewoners. Ranke betonnen kolommen, die door hun gezuurde oppervlakte het witte aggregaat en zwart zand in een terrazzo-effect onthullen, creëren een ritmische gevel langs de nieuwe route naar de tuin. In de loop van de tijd zullen klimplanten hun weg vinden langs de balkonstructuur om een weelderig groen kader te creëren. Refererend naar de gearticuleerde stucwerk-details die de gevels van de villa sieren, zijn de ramen in het nieuwe gebouw sutbiel omlijst. De muren zijn afgewerkt met stucwerk met een fijn verticaal motief wat een zinderende diepte geeft aan de gevel.
De continuïteit tussen de architectuur van de historische villa en het nieuwe gebouw is het duidelijkst aan de parkzijde waar nieuw en oud, als in een tweeluik, naast elkaar staan. Een nieuwe tuinkamer van twee verdiepingen zorgt voor een directe verbinding tussen de woningen in de nieuwbouw en de collectieve ruimtes in de villa. Gebaseerd op het concept van de historische ‘folie’ leest dit gebouwtje als een caleidoscopische structuur. Het maakt een plek waar de minder mobiele bewoners vanuit de comfortabele en veilige omgeving van het huis rechtstreeks kunnen genieten van de tuin.
Het project brengt verschillende woontypologieën en zorgvoorzieningen samen: twee dagcentra op maat van verschillende zorgbehoeftes, vier aanleunflats voor de meer zelfstandige bewoners, vier kleinschalige leefgroepen voor telkens acht bewoners en een centrum voor kort verblijf voor zes bewoners. In elke leefgroep verkennen ze ruimtelijke configuraties die bewoners in staat stellen samen te leven volgens hun eigen wensen en behoeften. Een verscheidenheid aan ruimtes met verschillende sfeer en intimiteit, die de bewoners kunnen beleven als hun eigen ‘kleine wereld’, is georganiseerd langs een centrale circulatie. Langs de westgevel van het gebouw bevinden zich op elke verdieping een enfilade van gemeenschappelijke woonruimtes die toegang bieden tot genereuze terrassen. Individuele kamers zijn gescheiden van de gemeenschappelijke ruimtes door een lagere tussenruimte om privacy te bieden aan de bewoners van de leefgroep. Schuifdeuren bepalen de relatie tussen de slaapkamer en de badkamer, zodat de toegang kan worden aangepast aan het vereiste zorgniveau.
De keuze van materialen in de interieurs is met opzet neutraal zodat elk huishouden in de loop van tijd zijn eigen huiselijke stijl kan ontwikkelen. Binnen de neutrale lichtheid van het interieur, ontlenen de weinig vaste meubelelementen die werden voorzien, zoals keukens, opbergkasten en kleerkasten, hun kleuren aan het subtiele spel van licht en schaduw zoals in Villhelm Hammershoi’s schilderijen van wooninterieurs. “We hebben zoveel mogelijk geprobeerd een thuisomgeving te creëren waarin bewoners kunnen deelnemen aan het huishouden op basis van hun persoonlijke behoeften en mogelijkheden. Het concept van ‘thuis’ als één enkele plek werd in vraag gesteld en vertaald naar een concept waarin ‘thuis’ een netwerk van plekken wordt, van ‘kleine werelden’.”
Tekst: Jan Vermeulen & Sam Paret
Foto’s: Stijn Bollaert