Vincent Van Duysen
Het moet een van de meest gesmaakte Belgische architectuurprojecten zijn van het afgelopen jaar: Valke Vleug, het wijndomein in Liezele, ontworpen door Vincent Van Duysen. Middenin het Vlaamse platteland, op een landgoed van 4,2 hectare realiseerde het architectenbureau een hoeveachtig gebouw, omringd door 17.000 wijnranken. Opdrachtgever is Jan Van Lancker, de CEO van Uplace en sinds kort trotse wijnboer, die gestalte gaf aan het project samen met wijnmaker Pieter Raeymaekers en wijnhandelaar Johan Stoffels. Op het domein produceren zij ‘cool climate’ wijnen.
Ode aan Vlaamse hoeve
Liezele is een klein dorp ten zuiden van Antwerpen. Groene velden en waterlopen, omzoomd door eeuwenoude wilgen en populieren tekenen er het landschap. In de regio tref je boerderijen aan die op traditionele wijze asperges verbouwen. Het is op enkele van die oude aspergevelden dat ook Valke Vleug zich situeert, ingebed in de natuurlijke schoonheid van de omgeving. ‘Op de plek bevond zich vroeger een landbouwbedrijf dat al even te koop stond. De gebouwen waren volledig vervallen. We hebben ze daarom volledig afgebroken en vervangen door een compacte nieuwbouw die zich op organische wijze nestelt in het landschap. Het is een sober gebouw geworden, opgevat als een moderne ode aan de traditionele Vlaamse hoeve’, legt projectarchitect Klaas Van Hissenhoven uit. Net als een traditionele boerderijwoning met bijgebouwen, vormt ook het wijndomein een cluster van verschillende volumes. De hoevewoning is vormgegeven als een verticale toren in contrast met de horizontaliteit van die wijngaarden en wordt gecombineerd met een horizontale schuur. Samen met vier massieve betonnen volumes tekenen ze een centrale binnenplaats af, opgevat als het hart van de wijnmakerij. Vanaf dat binnenhof heb je zicht op alle uithoeken van het domein. De talrijke bomen en massieve houten elementen, ontworpen door Daniel De Belder, zorgen er mee voor dat de architectuur een menselijke schaal krijgt. ‘De ervaring van de bezoekers en wijnmakers ten opzichte van het landschap staat centraal in de architectuur’, verduidelijkt Van Hissenhoven. ‘De binnenplaats zorgt voor verbinding met de omringende natuur. Het is geen gesloten vierkantshoeve. Eén zijde is open gelaten. Daar vervaagt de grens met het landschap volledig. Het wijndomein loopt er naadloos in over via de Valke Loop, een waterloop die dwars doorheen het domein loopt. Bij de inplanting is bovendien rekening gehouden met een imposante eik. Die speelt een prominente rol in het plan. Hij geldt als een ankerpunt, als tegenwicht voor de woontoren. Er zijn bovendien vijftig nieuwe populieren, wilgen, kerselaars en hazelaars aangeplant om het natuurlijk karakter te versterken.’
Sobere esthetiek
Ondanks de typische hoevekenmerken heeft Valke Vleug een moderne, strakke uitstraling. Alle overbodige elementen zijn weggelaten, terwijl pure en tactiele materialen bijdragen aan een sobere esthetiek. De kleur van de bodem inspireerde de keuze voor de verharding in zachte lavasteen van de toegangswegen en centrale binnenplaats. Het vierkantige torenvolume, de eigenlijke hoevewoning, is integraal bekleed met zwart larikshout. Het ligt anderhalve meter hoger dan het maaiveld, zodat het voelt alsof je op de top van de wijngaard zit. Overal in het gebouw ontstaan er specifieke zichten op de wijnranken en het sterk horizontale landschap.
De langwerpige schuur is dan weer opgetrokken in bruingrijs beton. Het licht hellend dak is bekleed met donkere golfplaten. Houten schuifpoorten, balken en dakconstructies bestaan uit donker gebeitst larikshout, als verwijzing naar de spanten van oude schuren. ‘Er is gekozen voor een tijdloos maar hedendaags palet van materialen’ aldus Klaas Van Hissenhoven. ‘Op het oog is het allemaal eenvoudig, maar er schuilen een zekere gelaagdheid en sensualiteit in de materialisatie. Het gebouw is als het ware uit de bruine kleigrond opgetrokken, zodat het perfect integreert in de natuur. De donkere kleuren staan ook in schril contrast met het groene karakter van de velden. De kleur van het beton is rechtstreeks afgeleid van die van de grond. We zijn effectief met een potje grond van de wijngaard naar de betonmensen gestapt.’
De strakke aardse architectuurtaal wordt ook binnen doorgetrokken. Ruwe gewassen betonvloeren in eenzelfde kleurtoon als de betonwanden zijn niet enkel functioneel, maar geven een sober warm gevoel aan de ruimtes. De open structurele zwarte houten dakstructuren vormen een eenheid met de zwarte houten wandbekleding, het meubilair en de grote open haarden. Klaas Van Hissenhoven: ‘De vormgeving en materialisatie van het interieur en de tuin zijn vanaf de ontwerpfase mee opgenomen en vormen zo één geheel. Dat was belangrijk om een zekere geborgenheid te brengen in een groot gebouw als dit. Het is een stille, sterk zintuiglijke plek geworden. Een bijna poëtische omgeving die iets oproept bij mensen zodra je toekomt.’
Tekst: Bart De Maesschalck
Foto’s: Koen Van Damme, Piet-Albert Goethals