Archi 2000
Een nieuw woonzorgcentrum ontwikkelen in een grootstedelijke context als onze hoofdstad betekent zoveel als een spreidstand maken. Enerzijds heb je een gebouw nodig dat zich staande weet te houden tussen de grote woonblokken en hoge appartementsgebouwen in deze wijk van Molenbeek, maar anderzijds zit je met een zorgfunctie waarbij vooral de kleinschaligheid en menselijke schaal belangrijk is. Samen met projectontwikkelaars Burco en Thomas & Piron en uitbater Vulpia slaagde Archi 2000 erin een woonzorgcentrum op mensenmaat te realiseren, perfect geïntegreerd in zijn omgeving.
Het project maakt deel uit van de herontwikkeling van de site tussen de Louis Mettewielaan en de Condorlaan in Sint-Jans-Molenbeek. Naast een nieuw woonzorgcentrum omvat dit nog de ontwikkeling van drie grote appartementsgebouwen, een kinderdagverblijf en een woning. Archi 2000 moest zich schikken naar het BPA van de gemeente Molenbeek. “Wij maakten een aantal schetsen op basis waarvan wij toestemming kregen om door te gaan. Net op het moment dat we bezig waren met een eerste studie, werd er een uitbater aangesteld voor het woonzorgcentrum en de assistentiewoningen. Vulpia, het netwerk van woon- en zorghuizen en assistentiewoningen, was voor ons een dankbare partner bij het ontwerp. Zij streven naar hoogwaardige zorg en weten heel goed wat daarvoor nodig is. Met hun input konden we aan de slag om het programma optimaal in te vullen. De kracht ligt in de visie om elke verdieping te beschouwen als een afzonderlijke woning voor een twintigtal bewoners Dat brengt niet alleen de nodige flexibiliteit in het gebouw – je kan elke verdieping afsluiten in functie van bewoning – maar vooral kleinschaligheid. Elke verdieping heeft zijn gemeenschappelijke leefruimte met eethoek en zithoek waardoor je nooit met een massa samenzit.” verklaart Michaël Flohimont, hoofdarchitect bij Archi 2000.
Die input en visie bracht Archi 2000 in de architectuur van het gebouw. Het spelen met schaal is duidelijk leesbaar. Van de grote schaal met nog hogere gebouwen in de buurt en de drukke Mettewielaan – een stedelijke schaal – naar een menselijke schaal, valt af te lezen van de manier waarop Archi 2000 de gevel concipieerde. “In de brede context van de omgeving komt het gebouw als een massieve blok over waardoor de inwoners een zekere bescherming genieten. Anderzijds is het voor hen een gebouw dat zich van binnenuit heel open presenteert, met veel lichtinval. Werken met baksteen versterkt die overgang van grote naar menselijke schaal. Van ver oogt het als een massa, als je dichter bij het gebouw komt, ervaar je de kleinere schaal van de baksteen. Door te spelen met diverse richtingen en voegen, komt de gelaagdheid van de verdiepingen van het gebouw nog meer tot uiting. Tot slot hebben we leven in de gevel gebracht door terugspringende elementen en luifels, die de openbare of gemeenschappelijke delen benadrukken.”
Dat zie je meteen op de gelijkvloerse verdieping met een lange luifel. Op die verdieping bevinden zich immers het onthaal, administratie, het ‘Grand Café’ dat een ontmoetingsruimte is met gemeenschappelijk restaurant voor bewoners, bezoekers en andere buurtbewoners, een kapsalon en dokterspraktijk. Daarnaast zijn er ook een tiental van de in totaal 117 kamers voorzien. Die strekken zich vervolgens per 20 uit over de volgende vier verdiepingen waar je per verdieping de gemeenschappelijke leefruimte herkent aan de luifels met grote terrassen. De bovenste twee verdiepingen worden tot slot ingenomen door de 24 assistentiewoningen met elk hun eigen balkon. In het licht hellende terrein is de half verzonken verdieping toegewijd aan de grote keuken die net als de kinesitherapie- ruimte aan de gemeenschappelijke tuin is gesitueerd. Daaronder bevindt zich de ondergrondse parkeergarage. Dit programma resulteert in een zeer duidelijk gebouw: what you see is what you get.
Binnenin beschikt elke wooneenheid over een eigen badkamer met douche, aangepast voor gebruik door mindervaliden en met schuifbare wanden zodat het ook voor het verplegend personeel gebruiksvriendelijk is. De kamers zijn ruim en hebben veel lichtinval, net als de assistentiewoningen. Op het einde van elke gang zijn ramen voorzien om overal licht binnen te trekken. Bijna elke functie in het gebouw krijgt op die manier natuurlijke lichtinval. Archi 2000 speelde ook in op de flexibiliteit van het gebouw door met een vast stramien van niet dragende wanden te werken. Zo is het mogelijk van twee kamers één serviceflat te maken en omgekeerd, mocht dat in de toekomst nodig blijken.
De kwalitatieve zorg op maat uit zich niet alleen in het aanbieden van comfortabele kamers en veel gemeenschappelijke ruimte – veel meer dan in een klassiek woonzorgcentrum – maar ook in de gepersonaliseerde zorg. Zo zijn zowel de kamers als de assistentiewoningen aangesloten op het systeem voor afstandstoezicht van het rusthuis en heeft elke verdieping zijn eigen verplegerspost. Er is ook aandacht besteed aan de rust en privacy van elke bewoner. Zo hebben de bewoners van de assistentiewoningen meer vrijheid dankzij een aparte ingang opzij van het gebouw met hun eigen circulatie. Dat er naar deze wooneenheden verwezen wordt met de benaming ‘suites’, wijst naar het feit dat er niet op ruimte werd bespaard. Het zijn eigenlijk allemaal bijna volwaardige appartementen met elk hun eigen keuken, berging, leefruimte, slaap- en badkamer. Voor Archi 2000 lag het gebruik van baksteen voor de hand in deze stedelijke context. De aanwezigheid van veel raampartijen versterkt de openheid en de verbinding met de buurt en de omgeving. De luifels en balkons die de gemeenschappelijke functies en assistentiewoningen erachter aanduiden, werden niet in prefabbeton gerealiseerd zoals aanvankelijk voorzien maar om technische redenen in staalwerk. Om de massiviteit van het gebouw te benadrukken, werd die dragende staalstructuur herbekleed met panelen die wel de look van beton hebben. Binnenin is gekozen voor een neutraal en zachtdecor, ogefleurd met warme elementen in hout. In lijn met de andere projecten van Vulpia, neigt het interieur naar de warme en lounge sfeer van een hotel.
De verbinding met de buurt uit zich ook in het feit dat de inwoners van het aanpalende appartementsgebouw gebruik kunnen maken van de medische assistentie en de gemeenschappelijke functies zoals het kapsalon, de kinesitherapieruimte of het ‘Grand Café’. Het woonzorgcentrum Mettewie is op een natuurlijke manier geïntegreerd in de omgeving en richt zich in de eerste plaats op kwaliteitsvolle zorg voor zijn bewoners. Archi 2000 kan dus terugkijken op een geslaagd project. “Met Vulpia, was het een geweldige ervaring! Van stedelijk tot menselijk, van groot tot klein. Het is een aangenaam rust- en verzorgingstehuis dankzij onze zoektocht naar natuurlijk licht. Er was een tijd dat het anders was, maar dit project laat zien dat een huis voor rust, verzorging en onderdak gelijk kan worden gesteld aan kwaliteitszorg en veel wooncomfort.” besluit architect Flohimont.
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Georges De Kinder