dmvA
Ongeveer tien jaar geleden leerde architect Tom Verschueren Lionel Steelandt kennen tijdens een project voor de Vives Hogeschool in Kortrijk. De samenwerking verliep zo goed dat ze in de daaropvolgende jaren geregeld beroep op elkaar deden. Toen Lionel enkele jaren geleden eindelijk plannen had met de oude chalet die hij had gekocht in de Nonnenbossen in Zonnebeke, twijfelde hij dan ook geen moment over de aanstelling van een architect.
Een mobiele hub waarop studenten hun gepersonaliseerde containerunit/’kot van de toekomst’ konden aansluiten. Dat was het visionaire project dat de aanleiding gaf voor de ontmoeting tussen staalkunstenaar Lionel Steelandt en architect Tom Verschueren van dmvA. “De mensen van de Vives Hogeschool waren destijds bij mij uitgekomen door mijn project ‘BLOB vB3’, een eivormige woonentiteit. Ze zagen daar graten in voor een project rond mobiele studentenhuisvesting. HUB 01 was mijn antwoord op hun vraag naar mobiele en tijdelijke architectuur. Op mijn vraag naar wie dat zou bouwen, schoven ze de naam van Lionel naar voren. Op basis van enkel mijn schetsen en veel overleg – geen enkele detailtekening! – ontstond uiteindelijk ons proefmodel/prototype dat in 2012 werd voorgesteld op Interieur Kortrijk. Maar nog belangrijker, door dat project is onze vriendschap ontstaan.”
In de loop der jaren werkten ze op dezelfde manier aan nog enkele projecten. Voor Lionel was het dan ook een uitgemaakte zaak dat hij zijn vriend Tom ging inschakelen voor een wel heel persoonlijk project. In de Nonnenbossen in Zonnebeke had hij een unieke kavel kunnen kopen. Een mooi bebost en heuvelachtig perceel op het einde van een doodlopende straat. Daarop stond een weekendverblijf dat helemaal in hout was opgetrokken. Op het moment dat hij het project in gang zette, werd de status van weekendverblijf aangepast naar definitief verblijf, op voorwaarde dat je binnen de 80 vierkante meter bebouwbare oppervlakte bleef.
Een ding was duidelijk: hier was opnieuw een out-of-the-box-benadering nodig. Aan-vankelijk was het idee – onder invloed van de toen zetelende partij – om een cilindervormig gebouw in staal te maken, gezien dat de specialiteit van Lionel was. Dat moest dan een geprefabriceerd stalen volume worden dat rond een boom kwam te staan. Alles was nagenoeg rond, tot de provincie tussenbeide kwam met de melding dat het niet aan de voorschriften voldeed. In dat voorstel zou tabula rasa worden gemaakt waarbij de footprint van het bestaande opgeslorpt zou worden door de nieuwbouw. Weliswaar met minimale input op de omgeving en een heel ecologische benadering.
Dat laatste – belangrijk voor bouwheer én architect – werd, na het inwinnen van juridisch advies, nog meer uitgespeeld in het nieuwe ontwerp. “We besloten dan maar te vertrekken van het bestaande en daarbij niet enkel de footprint, maar ook het bestaande karkas op te slorpen. We hebben dus verder gewerkt op de bestaande zwevende L-vormige footprint waarbij we het weekendhuisje hebben ingepakt en geïntegreerd in het nieuwe verhaal. En ik zeg nu wel ‘we’, maar eigenlijk gaat alle lof naar Lionel die van a tot z alles zelf heeft gebouwd. Inclusief de op maat gemaakte stalen schroefpalen en stalen liggers waaraan het bestaande verankerd is. Die dragen de volledige constructie. Er is dus niets van beton gebruikt waardoor dit ook een heel circulair project is.”
De zoektocht van het duo leidde uiteindelijk naar de heruitvinding van een ‘cabin in the woods’. Conceptueel vertaalt zich dit in de creatie van een zwevend terras – bewust, om de impact op de aarde minimaal te houden – dat zich tussen de bomen slingert. Daarop kwam het voormalige weekendhuisje aangevuld met een dubbelhoge annex. Op die manier kon het volledige programma geïntegreerd worden en bleven ze binnen de vooropgestelde 80 vierkante meter.
De annex is een houtskelet met een glazen gevel waarbij de ramen op het skelet werden gekleefd. Dat herbergt op het gelijkvloers de leefruimte en boven twee kinderkamers met een mooi zicht op de omgeving. Inkom, berging, badkamer en slaapkamer van de bouwheer bevinden zich dan weer in het gerecupereerde gelijkvloerse volume.
In materialisatie schrijft dit project een heel ecologisch verhaal. Vooreerst is er de recuperatie van de bestaande houten wanden, verder heb je de combinatie van staal en hout en er werd geïsoleerd met hennep. De gevelafwerking gebeurde met gebrande larikshouten planken. Daardoor stelt het geheel zich op de achtergrond, als een houten sculptuur dat er altijd heeft gestaan ten dienste van de omgeving. De volledig glazen achtergevel zorgt voor een mooie reflectie van diezelfde natuur. Ook voor het interieur zocht de bouwheer het niet te ver. Enkele kleinschalige bomen op het terrein werden in dunne schijfjes verzaagd en dienen als vloerafwerking. Voor het badmeubel maakte hij een stalen onderstel en opnieuw gebruikte hij resten van boomstammen om er wastafels uit te houwen die hij nadien verniste.
Dat Lionel innovatief tewerkgaat, blijkt eveneens uit het gemotoriseerde schuifraam in de achtergevel. Dat ontwikkelde hij zelf en hij zorgde ervoor dat het in de wand schuift zonder dat er een tussenstijl nodig is zodat de grenzen van binnen en buiten helemaal vervagen. Op energetisch vlak investeert hij uiteraard in zonnepanelen, maar hij keek ook voor een windmolen, een eigen waterzuiverings-installatie en hij ontwikkelde een eigen verwarmingssysteem op basis van de magnetrontechnologie. Om, wars van alles, de ultieme vrijheid na te streven.
dmvA concentreert zich doorgaans op complexe binnenstedelijke ontwerpopdrachten. Voor hen is dit dus een atypisch project dat evenwel in lijn ligt met dat van Blob VB3 en HUB 01. En uiteraard speelt hier iets anders. “Wat ik boeiend vind aan dit verhaal is dat er mooie dingen ontstaan wanneer er synergie is tussen twee gelijkgestemde zielen en vakmannen. Alles is gebeurd op basis van schetsen en in volle vertrouwen. Enkel met potlood en papier en toch is het progressieve architectuur waarin hoogtechnologische zaken verwerkt zijn, dankzij het vernuft ook van de bouwheer. Dat is uniek. Net als de drive en overtuiging van Lionel die volledig onafhankelijk wil zijn, zowel door alles zelf te bouwen als door zoveel mogelijk off-grid te leven. Om die reden is dit project nog steeds ‘lopend’ en zal dat waarschijnlijk nog lang blijven. Ook dat is mooi aan dit verhaal. Je kan uren over architectuur debatteren, maar soms zit de magie gewoon in het proces, in de kruisbestuiving tussen twee mensen.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Bart Gosselin
dmvA
Drabstraat 10 ı 2800 Mechelen
t. 015 33 09 86
info@dmva-architecten.be ı www.dmva-architecten.be