FORMa*

FORMa*

Een grond in trapeziumvorm, een glooiend landschap, een doodlopende straat, een beschermd natuurgebied, een oude geklasseerde omheiningsmuur. Tot daar de uitdaging van architect Benoit Nis van FORMa* om een gezinswoning en architectenbureau te bouwen. Niet in de Ardense plateaus, maar in de groene Brusselse gemeente Ukkel.

Moeilijkheidsgraad van terrein leidt tot terrastuinen
Op het terrein van 900 m2 moest een huis en kantoorruimte komen. In eerste instantie blijken de enige troeven van de grond de uitzonderlijke omgeving en oriëntatie. Het perceel in trapeziumvorm grenst aan het Avijlplateau, een beschermd natuurgebied in Ukkel, met ernaast een oude omwalling. Bovendien is er een enorm niveauverschil in de tuin. Toch vormt net die specifieke situatie de inspiratie voor architect Benoit Nis en z’n vrouw. Hun idee? Het reliëf gebruiken om de tuin op drie verschillende niveaus toegankelijk te maken. Plus de natuurlijke en bosrijke omgeving bewaren door de invloed van lager gelegen toegangen te beperken.

Glooiend terrein leidt naar ruwbouw met CLT
Het niveauverschil en de beperkte toegankelijkheid hadden een impact op de ruwbouwwerken. Grondwerken, keermuur en fundering kon de architect nog in klassieke beton uitvoeren. Voor de bovengrondse structuur viel de keuze echter op cross laminated timber – of kortweg CLT. Resultaat? Na een week stond het hele huis recht. Voor architect Benoit Nis was het de eerste keer dat hij CLT gebruikte, maar hij was achteraf lovend over de sterke structuur. Sommige scheidingswanden dienen namelijk als draagmuur. Met de lichtere houtstructuur vermeed hij ook dat zware vrachtwagens maandenlang aan- en afreden en zo de rust van de buren zouden verstoren. Enkele kleine bestelwagens waren voldoende om alles tot op de werf te brengen. Ook stutten en bekisten was niet nodig, want oversteken en vrijdragende vloeren konden aannemers direct op maat plaatsen. Mocht architect Benoit Nis beton gebruiken, moest hij ook bewapening voorzien. En dat zou op dit terrein minder evident geweest zijn. Met CLT is al dat werk in feite een pak eenvoudiger. Er was wel één maar: ook al zorgt CLT dat je ter plaatse weinig werk hebt, toch moet je veel werk op voorhand doen. Fabrikant en plaatsingsteam moesten tot op de millimeter juist werken. Bovendien moesten ramen en deuren snel volgen om het gebouw wind- en waterdicht.

Open zicht naar de tuin
Ook al is deze woning een driegevelwoning, toch geniet je langs de vier kanten van tuin en zonlicht. Door het huis in de eerste plaats schuin in te planten op de westelijke straatkant, maar ook door langs de tuinzijde te werken met een gevel die achteruit ligt en zo een opening creëert voor licht en zicht. Extra troef: de inkijk bij én voor de buren is daardoor ook beperkt. Door die slimme ingrepen lijkt het alsof je in een viergevelwoning zit. Het spel met de volumes is het resultaat van de stedenbouwkundige voorschriften – concreet was deze grond het laatste perceel van een gebied dat onderworpen is aan een bepaald ontwikkelingsplan dat een geschikt volume definieert, maar toch bepaalde afwijkingen toelaat door de indeling van het terrein – en de zoektocht naar een combinatie van fun, schone vergezichten en voldoende daglicht.

De meest opmerkelijke ingreep is ongetwijfeld de toegang tot de terrastuin op drie verschillende niveaus: het gelijkvloers, de eerste verdieping en de tweede verdieping. Daarvoor was finaal maar een kleine aanpassing van het reliëf nodig. Om extra van de tuin en vergezichten te genieten, ligt de verticale circulatie ook aan de kant van de buren. De trap is telkens onderbroken om het zicht op de tuin te benadrukken.

Materialen en technieken volgen context
De keuze voor een flessengroen buitenschrijnwerk en het gebruik van – hoofdzakelijk – hout is ingegeven door de bosrijke omgeving. Het huis moest namelijk zo weinig mogelijk impact hebben op die omgeving. Ook al wil architect Benoit Nis met duurzame materialen en technieken werken, toch was het vooral de plek die zijn duurzame keuze bepaalde. Zo is de geoliede houten bekleding op de gevel niet alleen een esthetische, maar ook een technische keuze. De bekleding is licht en plakt eenvoudig aan de houten structuur, zonder het gebruik van ophangsystemen zoals je die kent van gevels in steen. Bovendien zorgt de verticale plaatsing dat alles sneller droogt na een regenbui.

Ook voor de isolatie trok architect Benoit Nis de natuurlijke lijn door. Zo viel de keuze op hardschuimplaten van resol en rotswol. Ook afwerkingen en pleisterwerken wilde hij om diezelfde redenen tot een minimum beperken. Het hout van het ruwbouwwerk bleef zichtbaar en kreeg enkel een behandeling met UV-primer en olie met witte pigmenten. In de vloer ligt dan de vloerverwarming. Op de houten platen ligt eerst een thermische en akoestische onderlaag, waarna dan vloerverwarming en chape komt. Afhankelijk van de ruimte is de vloer afgewerkt met tapijttegels, parket of tegels.

Werkplek en gezinswoning met vakantiesfeer
Als het huis vandaag een kleine beetje het vakantiegevoel oproept door de ligging en de omringende natuur, dan is dat in de eerste plaats ook te danken aan de samenwerking met alle vakmannen. Architect Benoit Nis koos niet voor een algemene aannemer, maar coördineerde elke werf apart. Dat directe contact zorgde dat er nog altijd ruimte was voor creativiteit. Kortom: een succesverhaal dat vandaag afstraalt op het gezinsleven en op het professionele leven van de architect.

Tekst: Chantal Ernst
Foto’s: Laurent Brandajs

 

FORMa* ı Architect Benoit Nis
Baron Roger Vander Nootstraat 21 ı 1180 Ukkel
t. 02 372 94 40
bn@form-a.net ı www. form-a.net