TOOP
Niet wat opgelegd of verwacht wordt, maar wat best in de omgeving opgaat. Dat was het devies van TOOP architectuur bij het ontwerp van de eigen woning van Jens. In het schilderachtige landschap van Heuvelland betekent dat geen traditionele rode baksteen met zadeldak, maar een bungalowtypologie in beton met plankenbekisting en hout. Maar vooral het 360°-zicht door de slimme oriëntatie en de integratie van een patio maken van deze woning, die als een bunker in de natuur past, een paradijs.
Architect Jens Theuwen verbleef na zijn studies een tijd in Zwitserland waar hij stageliep. De bergen in Zwitserland deden hem duidelijk goed, want toen hij bij zijn terugkeer op zoek was naar een geschikt perceel voor zijn eigen woning, zocht hij heel bewust opnieuw de natuur op. Die zoektocht bracht hem uiteindelijk in het prachtige Heuvelland waar weidse zichten wel nog mogelijk zijn. “Mijn vrouw en ik zochten aanvankelijk ook in Kortrijk en Ieper. Het was of pal in het centrum of volledig weg van de wereld. Het werd het laatste (lacht). Op een perceel tussen Westouter en Poperinge stond een kleine oude hoeve, maar het waren de fantastische vergezichten en het golvende landschap die ons meteen overstag deden gaan. Die omgeving was voor ons dan ook het uitgangspunt bij het ontwerp.”
En daarbij doemde al een eerste uitdaging op. TOOP architectuur voorzag namelijk bij het enten van de woning op zijn omgeving een bungalowtypologie als ideale architectuur. Laurent Temmerman: “In Heuvelland is er een algemene tendens om woningen voor te schrijven die bestaan uit één bouwlaag met daarop een zadeldak en een verplichting om met rode dakpannen en rode gevelsteen te werken. Door goed te argumenteren en intensief samen te werken met stedenbouw hebben we toch een uitzondering kunnen bekomen. Daar zijn vele maquettes en Photoshop-beelden aan te pas gekomen. We begrijpen immers waar hun bezorgdheid vandaan komt. Ze willen vermijden dat in hun authentieke regio plots moderne, witte blokken zonder identiteit het zicht komen verstoren. Omdat wat wij voorstelden past in de geest van hun visie – opgaan in de omgeving – én met nog minder impact erop, zijn ze ons gevolgd.”
Dat was dus een gebouw met slechts één bouwlaag. Door bovendien veel glaspartijen te voorzien wordt die omgeving ook nog eens gereflecteerd waardoor de woning zich nog rustiger inpast. De vormentaal is een rechtstreeks gevolg van de oriëntatie van het perceel. “Het zuiden zit vooraan en is, met uitzondering van de overdekte inkom, vrij gesloten. Wij zien dat niet als een nadeel omdat je daardoor de noordelijke achtergevel open kan maken zonder rekening te moeten houden met overbezonning en bijkomende storende elementen zoals screens. Omdat de omgeving overal even boeiend is, hebben we ook openingen in de zijgevels gemaakt om zichten te creëren. Aan de ene zijde is dat een gevelhoge raampartij, aan de andere kant hebben we echt een hap uit het volume genomen. Daar speelt immers nog een andere belangrijke factor uit de westhoek een rol: de wind. Door de integratie van die westelijke en vrij smalle patio halen we niet alleen de zon en mooie zichten in huis, je zit er ook op een aangename manier beschut tegen de wind.”
Dat het gebouw een knik maakt, heeft eveneens met de oriëntatie te maken. Zo heb je geen inkijk van buren en geniet je enkel van natuurlijke zichten. Het is ook een gevolg van het zo ver mogelijk wegblijven van de perceelgrenzen om circulatie rond de woning te optimaliseren. Door met al deze parameters rekening te houden, ontstond de vorm en de organisatie van dit gebouw. Daarbij zitten de passieve delen – slaapruimtes, berging en garage – vooraan. Vervolgens heb je een centrale kern waarrond volop geleefd wordt met de patio als bindend element. Die haalt de avondzon in de keuken die er in het verlengde van ligt. Zithoek en eethoek sluiten daarop aan en liggen aan de opengewerkte achtergevel met zicht op het verder gelegen bos. Hoewel de ruimtes op elkaar aansluiten, hebben ze elk hun geborgenheid en duidelijke functie. Bij de slaapruimtes is er naast de master bedroom met annex badkamer een kinderkamer en een polyvalente ruimte die in een latere fase eenvoudig in een tweede kinderkamer kan veranderen en omgekeerd. Net zoals het voorzien is op levenslang wonen.
In materialisatie geen rode dakpan of rode baksteen dus, maar hout en beton. “Het grijs en bruin van deze materialen komt terug in het omliggende landschap, zowel in de omgeploegde akkers en bomen als in de oorlogsbunkers die als relikwieën uit WO II onaangeroerd zijn blijven liggen. De strategisch gepositioneerde patio bepaalt op een interessante manier de overgang tussen de twee materialen. Hout vooraan – daar waar voorheen de oude hoeve stond – en beton in de zogezegde uitbreiding. Door voor die tweede te opteren voor een plankenbekisting en de breedte af te stemmen op de planken van de houten gevelafwerking, sluiten beide materialen in de ontmoeting naadloos op elkaar aan. Na verloop van tijd, wanneer het hout helemaal vergrijsd is, valt het onderscheid nauwelijks nog op te merken.”
De vrouw van Jens, Gaëlle Vervaeke, is interieurarchitect (TUS-atelier) en tekende voor het interieur. Al waren de taken niet zo duidelijk gescheiden in dit project. Het koppel was elkaars klankbord bij de totstandkoming van het concept. En ook de wisselwerking met Laurent zorgde voor nuttige inzichten waardoor ze het ontwerp helemaal konden finetunen. Net als bij het exterieur speelt ook het interieur in op het beleven van de omgeving. Vandaar het zwarte kastenvolume in de keuken. Dat voelt niet kil aan maar zorgt dat de aandacht naar buiten gaat. Hetzelfde geldt voor het eiland in geborstelde eik die zwart werd gebeitst en een werkblad kreeg in een zachte en hoogwaardige laminaat. Bij de plafonds werd het beton dat ter plaatse is gestort, zichtbaar gelaten. Daarbij ging veel aandacht naar details om naden op elkaar af te stemmen en lichtpunten uit te sparen en in te werken. Daardoor hoef je achteraf geen armaturen te gebruiken die zichten kunnen belemmeren. Non-Design als kunst verheven. Als tegengewicht voor beton, werden de vloeren met een warme parketvloer voorzien in de leefruimtes. Ook daar opnieuw een scheiding tussen het passieve gedeelte – betonvloer – en de actievere leefruimtes. De combinatie van én tadelakt in de badkamer én een dakvenster net boven de douche maakt dat het wellnessgehalte hier nooit ver weg is.
TOOP architectuur koos niet alleen voor een gebouw met een minimale impact, de woning moest ook voldoen aan de hedendaagse woonnormen. Het was de logica zelve om te kiezen voor een warmtepomp, gezien er geen gas in de straat voorradig was. Maar de ingrepen die je moet doen om voor hernieuwbare energie te kunnen zorgen, wil je uiteraard zo goed mogelijk wegwerken. Zonnepanelen liggen in lichte helling op het dak zodat ze niet zichtbaar zijn. Verder is de woning energiezuinig door een goede planorganisatie, door slim om te gaan met de oriëntatie en door het materiaalgebruik. Door de plafonds bijvoorbeeld niet in hout te bekleden, maar in zichtbeton te laten, beschikken ze over massa om warmte op te slaan in de winter en koelte af te geven in de zomer.
Doorgedreven logica en de wil om de omgeving maximaal te betrekken, leidde dus tot deze knappe realisatie waarin alles werkt zoals TOOP architectuur het had voorzien. En dat zonder al te gekke ingrepen of materialen. “De niet ideale oriëntatie in de klassieke opvatting heeft ons op een andere manier doen omgaan met het perceel. De ingreep met de patio, waardoor de zuiderzon nu over het slaapvolume naar binnen valt in het leefgedeelte, is zeker een troef. Die patio op de juiste plek zorgt er bovendien voor dat we de circulatie binnen zoveel mogelijk konden beperken waardoor er weinig tot geen ruimte verloren gaat en de woning heel ruim aanvoelt. Het is een woning die inspeelt op de beleving van de omgeving en daardoor onrechtstreeks ook een positieve invloed heeft op het mentale welzijn van zijn bewoners.”
Tekst: Sam Paret
Foto’s: Tim Van de Velde
TOOP architectuur
Lokeren ı Westouter
t. 0478 60 81 11 (Laurent) ı t. 0474 29 15 61 (Jens)
laurent@toop.be ı jens@toop.be ı www.toop.be