AID architecten
De historische kloostersite waarvan het ‘Alnetum’ dateert uit de 13e eeuw is gelegen aan de 200 jaar oude botanische tuin in Antwerpen en kreeg dankzij een grondige renovatie en restauratie waarbij alle verbasteringen van de voorbije eeuwen zijn verwijderd, zijn authentieke grandeur terug. De voormalige Gasthuissite Elisabeth werd herbestemd tot luxe resort. Gasten verblijven er in een uniek kader met daarbij ook uitgeruste zalen voor conferenties, vergaderingen en evenementen en vier gastronomische restaurants. Wel gloednieuw en in een hedendaagse heldere architectuur, is het spa-gebouw grenzend aan de botanische tuin. Botanic Sanctuary Antwerp, een nieuw toevluchtsoord middenin de stad en het eerste op vijfsterrenniveau, heet u welkom.
Door de unieke ligging, uitzonderlijk historische erfgoedkwaliteiten en restauratie van de site onder leiding van AID architecten zal deze vijfsterren superior site een parel en nieuwe trekpleister in de stad worden. Gerd Van Zundert: “Eigenaar en zaakvoerder van IRETdevelopment, Eric De Vocht, is een trotse Antwerpenaar – en tevens architect – die deze verborgen parel in de stad graag wou opblinken en daardoor deze buurt de uitstraling van weleer terug wou geven. Zelf heb ik altijd een zwak gehad voor dergelijke oude gebouwen. Dan welt er een gevoel bij mij op dat ik ze moet verzorgen. Daarbij is het zaak om die gebouwen zo veel mogelijk zelf te laten spreken. De grootste les die ik van dergelijke historische panden heb geleerd, is dat je je als architect heel nederig moet opstellen. Op de een of andere manier gaat mij dat goed af en krijg ik snel inzicht in wat er nodig is om die gebouwen opnieuw structuur te geven. Meestal hebben dergelijke gebouwen al een heldere structuur en zijn er vaak niet veel ingrepen nodig. Met het verwijderen van alle ballast die er in de loop der jaren aan toegevoegd is, kom je al een heel eind.”
De gebouwen terug tot hun meest pure – en dus waardevolle – staat brengen en die vervolgens restaureren, dat gebeurde ook hier. Daarna trachtte AID architecten er helderheid in te krijgen, onder meer door nieuwe circulatiepatronen en nieuwe trappen en liften op de juiste plaats te zetten. “Je wil de diverse gebouwen in het complex immers op een subtiele manier aan elkaar rijgen. Wanneer dat lukt, straalt het geluk bij wijze van de gebouwen af. Dat het programma van de herbestemming compatibel is met de originele invulling, is in dat geval aardig meegenomen. Met een beetje inzicht en creativiteit kan je een hotel laten herrijzen uit de as van een klooster, pastorie en wat ooit het allereerste hospitaal van Antwerpen was.”
Dat hospitaal had grote ziekenzalen en in het klooster woonden de zusters die de patiënten verzorgden. In de kapel werd gebeden en in de pastorie woonde uiteraard de priester. Verder was er nog een aalmoezenierswoning en een 19e-eeuwse apotheek. Met daarnaast nog zes mooie tuinen was en is deze site een groene oase in de stad. AID architecten toverde de kleine kloosterkamers om tot mooie grote kamers door er enkele samen te voegen, de ziekenzalen zijn prachtige feest- of ontbijtzalen geworden, de vroegere refter van de zusters doet nu dienst als sfeervolle bar en de kapel kreeg een multifunctionele invulling: er zijn al mensen in getrouwd en er vinden concerten en kleinere events plaats. Het vroeg dus geen al te grote kunstgrepen om het programma te verzoenen met de authenticiteit van het complex. Meer nog, door die slimme herstructurering konden alle gebouwen in hun waarde worden gelaten. Zelfs voor de kamers en badkamers is er geen gebruik-
gemaakt van verlaagde plafonds om toch maar die sfeer te behouden.
Zelfs bij het enige nieuwe gebouw op de site is rekening gehouden met het verleden. Grenzend aan de botanische tuin kwam er een spa op de plaats waar vroeger aan de tuinmuren van de verschillende patriciërswoningen een of ander tuinpaviljoen stond. “We hebben ons daarbij gebaseerd op de originele perceelvorming. Er was nog één originele tuinmuur, die tussen de percelen van het hotel en de botanische tuin. Wij hebben eigenlijk de rest van die originele tuinmuren opnieuw gebouwd waardoor de tuinkamers van weleer terugkwamen. En de nieuwe spa is geconcipieerd als één van de oorspronkelijke tuinpaviljoenen in de vorm van een overgedimensioneerde muur. Daarin hebben we het zwembad en de behandelingskamers voorzien. En op die muur hebben we een lichte constructie geplaatst, een soort wintertuin van waaruit je in het zwembad kan duiken en van waaruit je enerzijds op de kruinen van de bomen in de botanische tuin kijkt en aan de andere kant een prachtig panorama geniet op het historische Antwerpen. Maar voor ons was het belangrijk om wat we toevoegden te linken aan het verleden.”
En dat geschiedde ook met een wel heel bijzondere feature in het hotel. Onder de ziekenzalen had je vroeger een netwerk van ondergrondse tunnels om mensen die stierven ongemerkt naar het mortuarium te brengen. AID architecten besloot dat uit te breiden zodat alle mensen die vandaag op de site logeren daarvan gebruik kunnen maken om naar de spa te gaan. “In afwachting daarvan moeten ze er nog bovengronds heen in hun witte badjas en slippers. Met een beetje fantasie zie je terug de zusters van vroeger door de tuinen struinen. Dat gebeurt toch bij mij als architect.” Historische gebouwen een nieuw leven geven en tegelijkertijd inzetten op duurzaamheid, dat was een belangrijke insteek van het project. Technieken werden onzichtbaar geïntegreerd, net als akoestische maatregelen. Noch op de daken, noch aan de buitenkant mochten er logischerwijze technieken zichtbaar zijn. Die werden allemaal in de bestaande en in nieuwe kelders voorzien of in de holle ruimtes net onder het dak. Door middel van een warmtepompsysteem, gecombineerd met een ringleiding, kan daardoor op een duurzame manier op hetzelfde moment zowel aan de warmte- als aan de koeltevraag worden voldaan zonder energie te verliezen. Ook alle regenwater op de site wordt opgevangen en in de botanische tuin geïnfiltreerd. Het hotel met internationale allure, dat deel uitmaakt van The Leading Hotels of the World, beschikt in totaal over 108 kamers, verspreid over 5 historische gebouwen. De ruime kamers zitten boordevol authentieke elementen maar genieten anderzijds wel alle hedendaagse comfort die je verwacht op vijfsterrenniveau. Het hotel mikt op veeleisende reizigers, zakenmensen en enthousiaste Antwerpenaars en biedt hen een plek om (samen) te werken, mensen te ontmoeten maar bovenal te genieten van alles wat het leven zo mooi maakt: wellness, kunst, cultuur en culinaire verwennerijen. Daarvoor beschikt het domein over heel wat troeven: in dit historisch gebouwencomplex op een site van 20.000m2 vind je onder meer 18 unieke zalen waaronder een auditorium voor 300 personen voorzien van een regiekamer en vertaalcabines, de 16e-eeuwse O.L.V.-kapel, 2 historische kloosterkeukens en een exclusieve state-of-the-art boardroom. Sterrenchefs Wouter Van Tichelen*, Jacob Boerma***, Thomas Diepersloot*, Gert de Mangeleer*** en Johan Van Raes* bezorgen je de ultieme gastronomische beleving waarbij elk restaurant door een andere ontwerper werd vormgegeven.
“Het geeft mij ongelooflijk veel voldoening dat we met het hele team – inclusief een bevlogen opdrachtgever en tuinarchitect – en in samenwerking met de stadsdiensten een verwaarloosde parel als deze terug hebben kunnen opblinken in de wetenschap dat die moeiteloos opnieuw 100 jaar kan overbruggen. En vooral dat het gebeurd is op een heel respectvolle en sobere manier, wars van modetrends. Er is terug een zekere logica en harmonie op de site aanwezig waardoor je je zou kunnen afvragen of dit wel recent gerealiseerd is, dan wel een paar eeuwen terug. Alles lijkt immers alsof het altijd zo is geweest. Dat en het feit dat het voor iedereen publiek toegankelijk is – of je er nu logeert of niet – maakt het ook terug onderdeel van het stedelijke weefsel. Als bezoeker word je daar echt in de geschiedenis van de stad ondergedompeld. Ik weet zeker dat de gebouwen terug een glimlach op hun gelaat hebben.”
Foto’s: Thomas De Bruyne
AID architecten
www.aidarchitecten.be