NU architectuuratelier

NU architectuuratelier

Van een gesloten stadsdeel naar een actief binnengebied. Zo zou je dit project in Hoboken kunnen omschrijven. Een voormalige houtzagerij met veel loodsen maakt plaats voor een lokaal dienstencentrum en 66 assistentiewoningen. Het ontwerp van NU architectuuratelier focust daarbij op een optimale activering van de buitenruimte op de site via de integratie van aangename groenzones en gevelbanken. Het maakte de site ook heel doorwaadbaar waardoor de bewoners het leven voor zich zien afspelen.

Zorgbedrijf Antwerpen schreef de wedstrijd uit voor dit DBFM-project waarvoor NU in zee ging met Archipelago AR-TE en aannemer Democo. Het maakt deel uit van een masterplan voor een groter gebied met meerdere bouwblokken. Het perceel van de voormalige schrijnwerkerij is een diep perceel in een groot bouwblok in het centrum van Hoboken. Zo bevindt er zich in de buurt ook een school, een kinderopvang en gebouwen voor de Chiro. De ambitie van NU was vooral om dat publieke karakter binnen op de site door te trekken. Sarah Callewaert: “Ervoor stopte dat aan de straat bij het woonhuis. Cruciaal in ons ontwerp was dan ook de inplanting. Om de kern van het binnengebied te kunnen activeren, plantten we het dienstencentrum bewust dieper in op de site. De voormalige loodsen die het gesloten karakter van het perceel bepaalden, werden verwijderd en in de plaats kwamen assistentiewoningen. Die gebouwen werden zo rond het dienstencentrum gepositioneerd dat de site doorwaadbaar werd. Hoe smal die publieke zone ook is, daardoor ontstond wel een soort pleintypologie. Door die publieke zone ook maximaal te vergroenen, worden de bewoners en bezoekers wel gestimuleerd om er gebruik van te maken.” NU nam in het wedstrijdvoorstel ook de mogelijkheid op om vanuit de omliggende tuinen een doorsteek te maken naar de site. Zo zou de betrokkenheid van de omwonenden nog groter kunnen zijn en de assistentiewoningen nog meer onderdeel worden van het buurtweefsel. Ze hopen dat dit voorstel, waarop de bouwheer tot op heden nog niet inging, alsnog wordt gerealiseerd. Vergroenen deed NU ook met de ingang naar de site langs de straatzijde. Die opening maakten ze maximaal en werd ook vergroend zodat de omgevingsaanleg je uitnodigt op de site. Het volume dat daarnaast werd ingeplant sluit aan op de typologie van de straat en het gelijkvloers kreeg een commerciële invulling met kapsalon en pedicure. Functies gelinkt aan het dienstencentrum en die passen bij de bewoners van de serviceflats erboven en in de volumes dieper op de site. Door die publieke functies aan de straatzijde te positioneren willen ze een signaal uitsturen. Het dienstencentrum zelf ligt dieper op de site en bevindt zich heel centraal. Het gebouw dat ook enkele polyvalente ruimtes telt en een cafetaria aan de kant van het publieke plein, vormt de spil in de ontwikkeling en verlevendigt de binnenstraat. Het gebouw is heel lichtrijk en uitnodigend ontworpen met een zuidgevel waar buitenactiviteiten kunnen plaatsvinden. Ook op het pleintje worden activiteiten georganiseerd waardoor het binnengebied een levendige ontmoetingsruimte wordt. Via grote oversteken ontstaan aan het plein overdekte terrassen die zowel beschutting bieden tegen de zon als tegen de regen. “Op bepaalde plaatsen in de plint van de gordijngevel hebben we betonnen zitbanken geïntegreerd. Die geven aan de bewoners van de assistentiewoningen en de buurtbewoners de kans om op een prettige, beschutte plek buiten te zijn en te kijken naar het leven dat zich in de openlucht afspeelt.”

Om die buitenruimte te activeren, werden er aangename groenzones gecreëerd met parktuinachtige elementen en achteraan een petanquebaan. Er is heel erg ingezet op het publieke karakter en dat speelde dus ook mee in de vormgeving. “Om die reden hebben we gekozen voor een gaanderijstructuur in de gebouwen. Dat uit zich in de vorm van portieken die we niet alleen in het dienstencentrum toepasten, maar ook in de gebouwen met assistentiewoningen, zij het in een iets minder uitgesproken maatvoering. Op die manier laten we de publieke ruimte tot tegen de gebouwen komen en krijgen de bewoners van de appartementen op het gelijkvloers waar de gevel werd teruggetrokken een aangenaam overdekt terras en de bewoners daarboven beschutte toegangen naar hun appartementen. Die zijn zoveel mogelijk volgens het doorzonprincipe ontworpen en zijn veelal door buitencirculaties ontsloten, wat opnieuw de verbinding met de omgeving versterkt. Zeker door de keukens aan de gaanderijen te positioneren als overgang tussen publiek en privaat.”

De 66 serviceflats zijn verdeeld over verschillende volumes waarbij die centraal op de site vier bouwlagen tellen en dichter bij de straat slechts drie of twee om daar aan te sluiten op het gabarit van de woningen. Kenmerkend voor de architectuur is zeker en vast de betonstructuur waartussen metalen balustrades zijn voorzien en waaraan kabels zijn opgehangen met de bedoeling de vergroening ook verticaal via de gevels door te trekken en via de diverse groendaken. Bij de gebouwen met serviceflats wordt beton gecombineerd met genuanceerd geel metselwerk en donkergroen schrijnwerk. Speciaal voor dit project werd door baksteenfabrikant Desta een batch gemaakt waarbij een specifieke verkleuring aanwezig is. Dankzij een iets andere bakmethode komen er dus ook rode tinten naar voor en ontstaat een iets meer gedifferentieerd gevelbeeld. Bij het lokaal dienstencentrum werd de betonnen kolommenstructuur rondom doorgetrokken en is er gewerkt met gelamelleerde balken waardoor er een cassetteplafond ontstond. In combinatie met de glazen gevel werkt dit heel uitnodigend. Binnen is die warmte en gezelligheid ook in het interieur aanwezig. De gepolierde betonvloer van buiten krijgt er een herhaling en wordt gecombineerd met houten meubilair en kleuraccenten. Onder meer de toog in bordeauxrood springt in het oog. Het ontwerp en interieur van het dienstencentrum draagt dus zeker bij aan het levendiger maken van de publieke zone.

“De bewuste keuze voor het concept met de gaanderijstructuur en het zoveel mogelijk naar binnentrekken van de publieke ruimte heeft zijn doel niet gemist in dit project. De geïntegreerde betonnen zitbanken dragen er ook aan bij en vind ik persoonlijk heel geslaagd. In de zomer wordt het terras op de hoek uitgebreid en krijg je nog meer activiteit en dat is wat je wil bereiken, zeker met het oog op het doelpubliek. Die bewoners genieten door de inplanting op de site bovendien van een rustige omgeving en dat toch vlakbij het centrum van Hoboken. In een DBFM-formule is er vaak weinig manoeuvreerruimte en dan is het zaak om de punten waarop je wil inzetten zorgvuldig uit te kiezen. Levenskwaliteit is belangrijk en door middel van de site doorwaadbaar te maken, activiteit aan te trekken en volop in te zetten op een aangename en groene publieke zone, hebben we die proberen bieden.”

Foto’s: Nu architectuuratelier

 

NU architectuuratelier
www.nuarchitectuuratelier.com