C.T. Architects

C.T. Architects

Inzetten op collectiviteit en een diversiteit aan woonvormen als kernversterking

 

De vraag naar een diversiteit aan woonentiteiten houdt elke gemeente of stad bezig. Haacht nam een tijd geleden al het initiatief om zijn kern te versterken met het masterplan EDEN. Dat voorziet in kleinere maar comfortabele woningen op een goede locatie. C.T. Architectsstond niet alleen in voor dat masterplan: met uitzondering van het woonzorgcentrum ‘Astor’ (OSAR architecten), tekenden ze zowel het ontwerp van residentie ‘De Mouterij’ als ook van het derde en laatste project van het masterplan, ‘Hopveld’. Dit energiezuinig nieuwbouwproject omvat 46 in grootte variërende appartementen, twee gelijkvloerse commerciële ruimtes en een ondergrondse parkeergarage.

 

Enkele jaren terug kreeg C.T. Architects de vraag om na te denken over hoe ze het gebied rond het kerkhof van Haacht nieuw leven konden inblazen. Dit gebied ligt net buiten het centrum maar wel op wandelafstand. C.T. Architects maakte daar een masterplan op waarbij ze vooral wilden inzetten op het creëren van een diversiteit aan woonvormen die ook aansluiten bij de omliggende woningen. ‘Hopveld’ is het laatste sluitsteen van dat masterplan. Nick Ceulemans: “Het probleem bij dergelijke ontwikkelingen is dat er vaak voor één bepaalde woonvorm wordt gekozen, maar als je een divers publiek wil aantrekken, moet je ook een mix aan woonvormen aanbieden. Hier gaat het om zowel appartementen als serviceflats maar ook eengezinswoningen, zorgwoningen, meergezinswoningen en zelfs rooftopvilla’s. Bij het eerste project ‘De Mouterij’ losten we al het vraagstuk van het ondergronds parkeren op en boden we een samenwoningsvorm aan die Haacht nog niet had. Het idee erachter is dat van een soort klein begijnhof. Dat werd uitgebreid met zorgwoningen en serviceflats in het project van OSAR. Bij deze projectontwikkeling is destijds ook al hard ingezet op watermanagement en de integratie van groenaanleg. Door het parkeren ondergronds te voorzien, konden we de voormalige parking bijvoorbeeld omtoveren in een soort park voor de buurt. Een grote wadi laat toe dat al het water dat op het terrein valt, vastgehouden kan worden. We hebben er wel op gelet dat alle kunstmatige ingrepen landschappelijk werden ingebed. En ook het vraagstuk mobiliteit kwam aan bod. Daarbij hebben we gewerkt met kleine doorsteken en paden die op de omliggende straten en fietspaden inhaken. De organisatie van het gebied was dus al gebeurd toen we startten met ‘Hopveld’.”

 

Dit laatste project van het masterplan had wel geen eenvoudig perceel als startpunt. Een driehoek tussen twee straten en met de wadi vlakbij. Die laatste haalde C.T. Architects aan om het gebouw een eigen identiteit te geven. “De wadi loopt letterlijk voor de voordeuren. Wij hebben heel bewust gekozen om met brugjes te werken over die wadi richting de voordeuren. Dat versterkt de betrokkenheid van de inwoners bij het gebied. Het perceel zelf is een soort wigvorm die aan de ene kant aansluit op de Rijmenamsesteenweg, een van de hoofdstraten van Haacht, en aan de andere zijde aan de wadi ligt. Door met twee vleugels te werken die elkaar ontmoeten op de punt, ontstaat er een royale, collectieve binnentuin waarin de bewoners de seizoenen kunnen ervaren en die ontmoeting stimuleert. Het is ook publiek toegankelijk via één van de nieuwe routes richting het centrum. Mensen die graag sociaal zijn kunnen een woonentiteit aan de binnentuin betrekken, voor zij die daar minder behoefte aan hebben, zijn er mogelijkheden aan de straatzijdes waar we met inpandige terrassen hebben gewerkt.”

 

C.T. Architects vond het belangrijk om de volumes in te passen in de context. Aan de overzijde van de Rijmenamsesteenweg zijn er voornamelijk kleine eengezinswoningen. Vandaar dat ze getracht hebben om die korrelgrootte over te nemen door op de derde verdieping van het volume vooral inpandige terrassen te voorzien. In ‘Hopveld’ vind je gelijkvloerse studio’s, maar ook een aantal grote penthouses. Die diversiteit aan woonvormen zorgt ervoor dat elke vleugel anders is, maar ook elke verdieping verschilt.

 

Op de kop van het perceel, waar de vleugels elkaar ontmoeten, voorzag C.T. Architects op het gelijkvloers de commerciële invullingen. Ook dat was een bewuste keuze. “De Rijmenamsesteenweg is historisch gezien de belangrijkste handelsstraat. Door de commerciële functies op de kop te voorzien, gaven we dat een soort einde dat vervolgens kon terugplooien op de nieuwe ontwikkeling. Er wordt een lus gecreëerd en een functie zoals een bakkerij is ook voor de bewoners een handige voorziening. Die zijn immers nodig wanneer er zoveel mensen samen wonen. Vandaar dat er in het programma van het masterplan ook een gemeenschapsruimte voor de serviceflats en een aantal buurthuizen zijn opgenomen.”

 

Het was voor C.T. Architects vrij snel duidelijk dat ze baksteenarchitectuur wilden maken met dit project. “Er was al de bestaande kerkhofmuur in baksteen en we hebben ook een onderzoek gedaan naar enkele historische gebouwen van Haacht. Baksteen is het materiaal dat er letterlijk in de grond zit en dat historisch dus steeds werd aangewend. Het leek ons dus een logische keuze om voor baksteen te kiezen en uiteindelijk viel de keuze op een rood-bruine gevelsteen van Desta wat de meest natuurlijke kleur is van gebakken klei. We hebben gewerkt met een op maat gemaakte steen van 240×90, een uitvergroting van het klassieke waaldik formaat, maar wel in een versmalde uitvoering van 65mm. Deze combinatie levert de robuuste ‘traditionele’ uitstraling op van een waaldik, maar met als voordeel dat er minder stenen per m2 nodig zijn. Heel de detaillering van het complex is gebaseerd op deze innovatieve steenmaat.”

 

Bij het eerste gebouw ‘De Mouterij’ kozen ze voor een ruwe verwerking die aansluit bij de muur van het kerkhof. Bij ‘Hopveld’ opteerden ze dan weer voor een lichtere en zachte verwerking die meer aansluit bij de stedelijke context. Een ander verschil tussen de twee projecten is dat ze bij ‘De Mouterij’ een meer uitgesproken cassettegevel hebben ontworpenterwijl ze dat bij ‘Hopveld’ vereenvoudigd hebben en meer panelenarchitectuur hebben gemaakt. “Toch is bij beide hetzelfde grid gebruikt waardoor ze ook wel een eenheid vormen. Die generische template laat toe om tijdens het bouwproces nog bepaalde woonvormen te veranderen zonder dat dit gevolgen heeft voor het gevelaanzicht. Zeker bij projectontwikkelingen kan dat wel eens voorvallen.”

 

Een andere bewuste keuze van C.T. Architects in de architectuur was die voor inpandige terrassen aan de straatzijdes waar een meer introvert karakter gewenst was en uitkragende terrassen aan de binnentuin omdat ze daarmee echt interactie tussen mensen wilden stimuleren. Dat extraverte karakter van de achtergevel slaagt ook in zijn missie. Bovendien leveren de uitkragende terrassen een bijdrage aan de schaduwvorming.

 

De identiteit van ‘Hopveld’ wordt in grote mate bepaald door het samenspel van in breedte wisselende, verdiepingshoge raampartijen en de herhaling van rood-bruine bakstenen pendanten met een uitslag van cement gecombineerd met een neutraal, aluminium buitenschrijnwerk voor de ramen en borstweringen. De licht gouden kleur helpt het wegzetten als een sieraad in de straat. De beleving ervan wordt versterkt door de goed uitgebalanceerde en groene inrichting van de bijhorende buitenruimtes. De uitkragende terrassen zijn in beton gerealiseerd en tonen dat op een eerlijke manier, zowel binnen als buiten. Door met de diepte en hoeken van ramen te spelen, zorgde C.T. Architects er ook voor dat niemand bij elkaar naar binnenkijkt.

 

Maar de troef van dit project  is voor C.T. Architects de variëteit aan woonvormen. “De twee projecten die wij hebben gerealiseerd zijn zowel in programma als in materialisatie aanvullend. Ze hebben een eigenheid maar je voelt wel dat ze samen horen. Wij vergelijken ze graag met een gebreide trui waarvan ‘Hopveld’ de buitenkant is met een fijnere structuur en lichte naden en ‘De Mouterij’ de binnenkant die iets ruwer is. Het is een spel van positief en negatief, licht en donker. De sterkte van ‘Hopveld’ ligt daarnaast in de juiste inplanting. Uit onderzoek is gebleken dat een driehoek de moeilijkste vorm is om iets op te realiseren. De keuze voor die twee vleugels waardoor je een groot, groen binnengebied kan creëren, bleek de juiste. We hebben ook tal van zonnestudies gedaan om de zon zo goed mogelijk binnen te trekken in dergelijke wigvorm. Op een plek die dus langs alle kanten beknot was, hebben we er het maximaal uitgehaald denk ik. De hele ontwikkeling is volgens mij een goed antwoord op de vraag hoe en hoe divers mensen vandaag de dag wonen. Daardoor draagt het bij aan de gemeenschap in het algemeen.”

 

C.T. Architects

Hoogbrugstraat 9

3740 Bilzen

t. +32 (0)89 79 45 48

info@ctarchitects.be

www.ctarchitects.be